Hoofdstuk 4 Duitsland quiz
Hoofdstuk 4
Duitsland
Duitsland
1 / 29
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Hoofdstuk 4
Duitsland
Duitsland
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel inwoners heeft Duitsland denk je?
A
56 miljoen
B
83 miljoen
C
95 miljoen
D
108 miljoen
Slide 3 - Quizvraag
In welke 2 delen verdeelde de muur Berlijn?
A
Noord- zuid
B
Oost-west
C
Zuid-oost
D
Noord-west
Slide 4 - Quizvraag
Is vergrijzing en ontgroening hetzelfde?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
Slide 5 - Quizvraag
Waardoor zou het komen dat de bevolking van Duitsland krimpt?
A
Door veel immigranten en veel vergrijzing
B
Door een sterfteoverschot
C
Door veel vergroening
D
Doordat de levensverwachting hoog is
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de laatste groep immigranten in Duitsland?
A
Nederlanders
B
Oost-Europeanen
C
Mensen uit landen rond de Middellandse zee
D
Vluchtelingen
Slide 7 - Quizvraag
In welke wijken zie je veel gentrificatie? Met een ....
A
vestigingsoverschot
B
bevolkingsgroei
C
vertrekoverschot
D
bevolkingsafname
Slide 8 - Quizvraag
Kerk rond een plein met grote huizen
Industriële revolutie fabrieken worden gebouwd aan de rand van de stad.
Er worden arbeidershuisjes gebouwd zodat mensen dichtbij fabrieken wonen.
mensen worden rijker en willen buiten de stad wonen.
Arme mensen wonen in arbeiderswijken en die wijken vervallen.
Schilders en studenten gaan in goedkope huizen wonen en knappen die op waardoor de huizenprijs stijgt.
Slide 9 - Sleepvraag
Wat betekent MNO?
A
Multi Nederlandse onderneming
B
Macro Nederlandse onderneming
C
Multi nationale onderneming
D
Macro nationale onderneming
Slide 10 - Quizvraag
Een voorbeeld van een Nederlandse MNO is IKEA.
A
GOED
B
FOUT
Slide 11 - Quizvraag
Een voorbeeld van een MNO is La Cubanita.
A
GOED
B
FOUT
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de grootste multinationale onderneming in Nederland?
A
KPMG
B
Shell
C
ING
D
KPN
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noem je industrie waarbij veel kennis nodig is?
A
Agglomeratievoordeel
B
Multinational
C
Export
D
Hightech-industrie
Slide 14 - Quizvraag
Waarom vestigen bedrijven zich met z'n allen op 1 plek ?
A
Industrie
B
Infrastructuur
C
Agglomeratievoordelen
D
Hightech industrie
Slide 15 - Quizvraag
Waarvan werd in Duitsland in 2012 het meeste geëxporteerd?
A
Electro
B
Machines
C
Industrieproducten
D
Auto’s
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn autobedrijven uit Duitsland?
A
Volvo, Volkswagen, BMW
B
BMW, Fiat, Peugeot
C
Audi, Opel, Porsche
D
Mercedes, Volkswagen, Honda
Slide 17 - Quizvraag
Philips, DSM, Unilever, Samsung zijn voorbeelden van:
A
zware industrie
B
lichte industrie
C
multinationals
D
robotisering
Slide 18 - Quizvraag
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Quartair
Slide 19 - Quizvraag
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Quartair
Slide 20 - Quizvraag
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Quartair
Slide 21 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een ruwe grondstof?
A
Een accu
B
IJzererts
C
Een autoband
D
Aardolie
Slide 22 - Quizvraag
Mechanisatie is:
A
Het vervangen van machines door mensen
B
Het vervangen van eindproducten door machines
C
Het vervangen van machines door computers
D
Het vervangen van arbeid door mensen door machines
Slide 23 - Quizvraag
Steenkool is een:
A
Halffabrikaat
B
Zware grondstof
C
Lichte grondstof
D
Eindproduct
Slide 24 - Quizvraag
Arbeidsintensief is:
A
Het veel hebben van arbeid op 1 plek
B
Er zijn veel mensen nodig voor dit soort werk
C
Er zit veel waarde in het bedrijf aan machines
D
Mensen werken hard voor hun geld.
Slide 25 - Quizvraag
Tegenwoordig vind je steeds meer arbeidsintensieve beroepen in het Ruhrgebied
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
In het Ruhrgebied is het aantal mensen dat werkt in de dienstensector gestegen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Deze fabriek hoort bij de
A
lichte industrie
B
zware industrie
Slide 28 - Quizvraag
Hightech industrie
Lichte industrie
Zware industrie
Veel kennis nodig
Ruwe grondstoffen
Van halffabrikaat naar eindproduct
Dagbouw
Schachttbouw
