Onderwijskunde 1

Adolescentie
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
OnderwijskundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Adolescentie

Slide 1 - Woordweb

De docent vraagt aan de studenten wat komt er bij je op als je denkt aan het woord ‘adolescentie’. 5 min
- In Westerse wereld start puberteit eerder (meisjes eerder, 10,5/11,5).
- Einde adolescentie moeilijk aan te geven. Cultuurbepalend. 
- Omgeving waar je in opgroeit ook van invloed op de manier waarop en in welk tempo je ontwikkelt.
Toetsing
23 juni 16:15 - 17:45

herkansing
30-06
13:45 -15:15

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Puberaal gedrag ontstaat alleen door fysieke verandering (biologische verandering)
Eens
Oneens

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Dus, wat is puberteit?!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Kies een thema/onderwerp
Zoek het uit, lees je in
Maak een rapportage / interview / social mediabericht etc.
Leg uit wat hier relevant is

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies een thema
Beeldvorming: hoe worden adolescenten omschreven vanuit de massamedia, sociale wetenschap en de neurowetenschap?
Fases van adolescentie en hun kenmerken: hoe te herkennen?
Nature-nurture debat: wat zijn de kenmerken? Voorbeelden van standpunten.
Puberteit: betekenis en en effect op jongeren van "sturm und drang", "jeugdland" en forever young cultuur
Seksuele ontwikkeling: verschil tussen sekse en gender;
Seksuele ontwikkeling: ontwikkeling van genderidentiteit: sociale leertheorie, model-leren en cognitieve benadering.
Seksuele ontwikkeling: wat wel/niet doen als docent en waarom?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heeft dit vragen opgeleverd?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase
leeftijd
kenmerken
Vroege adolescentie
Midden adolescentie
Late adolescentie
18-22
8/9 - 15
15 - 18
loskomen van ouders
niet opvallen
peer-group belangrijker  
eigen IK
 experimenteren
veel risico's 
meer eigen identiteit
zelfbewuster
minder groepsdruk

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pre frontale cortex topmanager van het brein (EF)
Frontale cortex
Impulscontrole, concentratie, probleem oplossen, intelligentie
ca. 12-22 jaar

Pariëtale cortex
Beweging
ca. 10-15 jaar

 Temporale cortex
Emotionaliteit en taal
 ca. 15-20 jaar
 

Amygdala

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelige periodes

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seksualiteit

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies