week 16 5.5 Modern Imperialisme

Welkom bij Geschiedenis, klas 2
Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten

  • Pak alvast je leerboek en schrift en start met lezen van paragraaf 5.5

Vandaag uitleg paragraaf 5.5



1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Geschiedenis, klas 2
Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten

  • Pak alvast je leerboek en schrift en start met lezen van paragraaf 5.5

Vandaag uitleg paragraaf 5.5



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  1. Leerdoelen
  2. Herhalen vorige les (5 min)
  3. Uitleg paragraaf 5.5 (15 min)
  4. Quizvraagjes (5 min)
  5. Opdracht opzoek naar motieven (10 min)
  6. Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Je kent de betekenis van de begrippen ‘grondstoffen’, ‘afzetgebied’, ‘modern imperialisme’, ‘nationalisme’ en ‘superioriteit’.
  • Je kan uitleggen waarom Europese landen gebieden in Afrika en Azië veroverden in de 19e eeuw.

-Waarom veranderde na 1850 de verhouding tussen West-Europa en Afrika en Azië?-Welke motieven speelden een belangrijke rol bij het modern imperialisme?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige week
herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Braindump:
Schrijf alles op wat je nog weet van de vorige les over de gevolgen van de Industriële Revolutie.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
5.5 Fabrikanten en politici zoeken het buiten Europa

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kolonialisme heeft onze smaak beïnvloedt

Slide 7 - Sleepvraag

Vertel: kolonialisme heeft onze smaak beïnvloedt. Europese handelaren, waaronder de Nederlandse VOC en WIC, brachten vanaf de 17de eeuw nieuwe smaken en producten uit Azië, Afrika en Midden- en Zuid Amerika naar Europa. 
Deze producten zijn nu niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Vanuit welke landen zijn de grondstoffen voor deze producten in onze keukens en huiskamers terecht gekomen? 
Doe: sleep de foto's van deze zes producten naar de landen waar ze vandaan komen.
Let op! Je kunt maar 1 land kiezen,  er zijn meerdere antwoorden zijn mogelijk. 
Antwoord: om een kop koffie te drinken heb je koffiebonen nodig. Deze komen uit de landen: Indonesië, India, Suriname en Brazilië. 
Pindakaas en Oreo gebruiken beide palmolie om het product te maken. Palmolie komt uit: Indonesië en Maleisië. 
Suiker wordt geproduceerd in Suriname, India, China, Indonesië, Brazilië.  
Rijst wordt verbouwd in de landen: China, India, Indonesië, Suriname, Brazilië en Japan. 
Om een mobiele telefoon te maken heb je de grondstof tin nodig. Deze grondstof wordt o.a. uit Indonesië gehaald. 
Industriële revolutie 1750-1900
  • Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
  • Door de toenamen van de productie en de komst van nieuwe producten nam de vraag naar grondstoffen toe.

Slide 8 - Tekstslide

Eerst vragen wat was de industriële revolutie ook alweer?
Van handmatige productie naar machinaal. 

Mensen hadden meer grondstoffen nodig en gingen ook opzoek naar gebieden waar ze die grondstoffen konden verkopen. 

Daarna uitleggen. 

wat bedoel ik met grondstof? dat heb je nodig om een product te maken, tarwe, olie, katoen, goud etc. 
Leg in je eigen woorden uit wat grondstoffen zijn en geef een voorbeeld.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Laptop dicht doen a.u.b. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komen die grondstoffen vandaan?
  • Afrika en Azië (tropische gebieden). 
  • Handelskoloniën
  • Met name tussen 1870 en 1910 breidden Europese landen hun kolonies enorm uit. 
  • Dat heet modern imperialisme

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modern imperialisme
Veel voormalige handelskoloniën worden overgenomen / ingelijfd
  • Focus op Azië en Afrika
  • Onderlinge strijd om koloniën
  • Ook Europese landen zónder koloniën gaan uitbreiden: Duitsland, België, etc.
  • Altijd zónder overleg van de oorspronkelijke bevolking

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wedloop om Afrika

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modern Imperialisme

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kolonialisme VS Modern imperialisme
Kolonialisme
Tijd: 16e eeuw tot 19e eeuw

Doel: Handel drijven(vooral in kustgebieden)--> Economische winst behalen

- Hoofdzaakelijk handelsposten gesticht.

- Beperkte migratie naar kolonie
VS
Modern imperialisme:
Tijd: 1870-1914

Doel:  Het vergroten van het eigen territorium en uitbreiding van de eigen machtssfeer
(uitbreiden naar binnenland)

- Moederland dringt politieke en culturele structuren op

- Steeds meer migratie naar kolonie

Slide 15 - Tekstslide

De docent legt hier uit wat het verschil is tussen het oude kolonialisme(imperialisme) en het modern-imperialisme. Dit doet de docent aan de hand van deze dia en zegt dit nog beter uit te leggen aan de hand van de situatie die zich heeft voorgedaan in Afrika. 


Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 Modern imperialisme, oorzaken:
  1. Industrieën hadden grondstoffen en afzetgebieden nodig
  2. Nationalisme: als grootmacht had men koloniën nodig (prestige)
  3. Missie/zending superioriteitsdenken --> racisme.



(de begrippen in het rood moet je kennen!)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke begrippen:
  • Afzetgebied: Gebied waar goederen verkocht worden.
  • Grondstoffen: Het basismateriaal waaruit door bewerking een ander product of artikel gemaakt wordt.
  • Nationalisme: Voorliefde voor en het verheerlijken van het eigen volk. Als een volk nog geen eigen staat heeft, dan streeft het volk naar zelfstandigheid van het eigen land.
  • Superioriteit: Het gevoel of de overtuiging dat iemand beter, sterker of meer waard is dan een ander.
  • Modern imperialisme: Periode in de tweede helft van de 19e eeuw waarin een aantal West-Europese landen door het veroveren van kolonies in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal wereldrijk (imperium) opbouwden.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motieven Modern imperialisme 
Economie
- behoefte aan grondstoffen 
- behoefte aan nieuwe afzetmarkten 
Politiek 
- Nationalisme 
- Aanzien & Macht 
Cultureel  
- verspreiding van het Christendom
- superioriteitsgevoel
 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is deze spotprent een goed voorbeeld van modern imperialisme?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conferentie van Berlijn
  • De race om de koloniën leidde in Afrika tot spanning tussen de Europese landen.

  • Om te voorkomen dat het zou escaleren, besloot Duitsland een conferentie bijeen te roepen om Afrika te verdelen.

  • Tijdens de conferentie van Berlijn werd Afrika op de tekentafel verdeeld.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azie
D
Veel handelen met kolonies

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort motief hadden de Europeanen niet voor modern imperialisme?
A
cultureel
B
economisch
C
politiek
D
sociaal

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het grootste rijk ter wereld
A
Britse Rijk
B
Duitse Rijk
C
Mongoolse Rijk
D
Romeinse rijk

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de motieven voor het modern imperialisme komt in deze prent duidelijk tot uiting?
A
Verovering voor afzetmarkten (bijvoorbeeld Cuba)
B
Verovering voor de versteviging van de Amerikaanse macht in de regio
C
Verovering om achterlijke gebieden te beschaven
D
Verovering voor grondstoffen (bijv. Cubaanse tabak)

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modern imperialisme

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke motief van modern imperialisme komt in deze prent duidelijk naar voren?
A
Verovering voor afzetmarkten (hier China)
B
Verovering voor de machtspositie in de wereld
C
Verovering om achterlijke gebieden te beschaven
D
Verovering voor grondstoffen (bijv. Chinese zijde voor textiel)

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de motieven voor het modern imperialisme wordt hier vooral bekritiseerd?
A
Economische
B
Politieke
C
Culturele
D
Alle drie

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neem het volgende schema over in je schrift en vul in:

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(leg uit wat dit is)
dus wereldrijk nodig
........ uit kolonie
gebruikt kolonie als ......
2. Kapitalisme
1. Nationalisme
+
Modern imperialisme
oorzaken
3. Superioriteitsgevoel van Europeanen
makkelijker door de

 industriële revolutie
gevolg
gevolg
gevolg

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dus wereldrijk nodig
macht + aanzien van land vergroten
grondstoffen voor productie
afzetgebied van productie
krachtigere wapens, moderne schepen en spoorlijnen
makkelijker door de

 industriële revolutie
De oorspronkelijke bevolking werd onderworpen, gedood of verdreven
2. Kapitalisme
1. Nationalisme
Europeanisering
+
Modern imperialisme
oorzaken
"Wij zijn beter dan letterlijk iedereen die niet wit is"
3. Superioriteitsgevoel van Europeanen
gevolg
"Wij zijn beter dus wij hebben de last om voor de rest te zorgen en op te voeden"

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Zoek in je boek
- politieke (in het rood)
- economische en (in het blauw)
- culturele motieven voor modern imperialisme. (in het zwart)
Markeer ze in je boek: paragraaf 5.5.
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies