A1 Wi 1 6.1 t/m 6.4 herh en 6.5 en 6.6 nieuw


Hoi allemaal,
welkom terug op school!


Maandag 
17 januari
2022

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les


Hoi allemaal,
welkom terug op school!


Maandag 
17 januari
2022

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • We gaan vandaag alle nieuwe woorden van 6.1 t/m 6.4 nog een keer oefenen. Thema 6 gaat over kleding.
  • We gaan het dictee van 6.2 nog een keer doen
  • We gaan 6.5 en 6.6 bespreken en oefenen ( vragen stellen met wel of welke)
  • We gaan veel spreken! Jullie hebben denk ik weinig Nederlands gesproken in de vakantie ;-)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag
Na de les van vandaag:
  • Hebben we veel woorden herhaald en geoefend. Als je woorden vaak oefent en gebruikt, kun je ze beter onthouden en gebruiken!
  • Kennen jullie nog een manier om vragen te stellen met de woorden welk en welke  en hoe je deze woorden gebruikt.
  • Hebben we luister- en spreekoefeningen gedaan.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • het hemd    
  • de hemden

Slide 4 - Tekstslide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de broek     
  • de broeken

Slide 5 - Tekstslide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de sok        
  • de sokken

Slide 6 - Tekstslide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de onderbroek      
  • de onderbroeken

Slide 7 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • het T-shirt 
  • de T-shirts

Slide 8 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de trui      
  • de truien

Slide 9 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de schoen      
  • de schoenen

Slide 10 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de rok        
  • de rokken

Slide 11 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de tas        
  • de tassen

Slide 12 - Tekstslide

Wat is dit?


  • het vest    
  • de vesten

Slide 13 - Tekstslide

Wat is dit?


  • het overhemd    
  • de overhemden

Slide 14 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de jas        
  • de jassen

Slide 15 - Tekstslide

Wat is dit?


  • de bloes      
  •  de bloezen

Slide 16 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de knoop  
  • de knopen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de medewerker   
  • de medewerkers

Slide 18 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de kleding 

Slide 19 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de paskamer    
  • de paskamers 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • de (kleding) maat

Slide 21 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • (kleren) passen

Slide 22 - Tekstslide

Wat is dit? 


  • trouwen    

Slide 23 - Tekstslide

Wat is dit?


  • het feest        
  • de feesten    

Slide 24 - Tekstslide

Wat is dit?

  • zwaaien        
  • ik zwaai         
  • hij zwaait      

Slide 25 - Tekstslide

Wat is dit?

  • groeien       
  • ik groei        
  • jij groeit       
  • hij groeit     

Slide 26 - Tekstslide

Wat is dit

  • gooien     
  • ik gooi      
  • jij gooit    
  • hij gooit   

Slide 27 - Tekstslide

Wat is dit?

  • bloeien          
  • hij bloeit        

Slide 28 - Tekstslide

Wat is dit?

  • aaien         
  • ik aai          
  • jij aait        
  • hij aait      

Slide 29 - Tekstslide

Wat is dit?

  • draaien                

Slide 30 - Tekstslide

Wat is dit?

  • de kooi      
  • de kooien

Slide 31 - Tekstslide

Wat is dit?

  • het lawaai             

Slide 32 - Tekstslide

Wat is dit? Hij vindt het ...

  • moeilijk         

Slide 33 - Tekstslide

Wat is dit?

  • naaien     
  • ik naai      
  • zij naait   


Slide 34 - Tekstslide

Wat is dit?

  • waaien              
  • de wind waait

Slide 35 - Tekstslide

Wat is dit?

  • saai            

Slide 36 - Tekstslide

Wat is dit?

  • Doei!           
  • zwaaien    

Slide 37 - Tekstslide

Dictee 6.2

Slide 38 - Tekstslide

6.5 Wat draagt zij?
Opdr 27 Lees de tekst
Opdr 28 Lees de tekst nog een keer en praat samen
Opdr 31 Hoeveel woorden heeft de zin
Opdr 32 Wat hoor je? /a/ of /aa/
Opdr 35 Praat samen

Slide 39 - Tekstslide

6.6 Welk? Welke?
In Th 1,2 en 5 heb je geleerd hoe je met deze woorden iets kunt vragen.

Kijk naar de video:

Slide 40 - Tekstslide

Nu gaan we met welk en welke oefenen

Opdr 37 Wat hoor je?
Opdr 38 Kijk goed naar welk antwoord er gegeven wordt!!!
Opdr 39 Praat samen
Opdr 40 praat samen

Slide 41 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag
Na de les van vandaag:
  • Hebben we veel woorden herhaald en geoefend. Als je woorden vaak oefent en gebruikt, kun je ze beter onthouden en gebruiken!
  • Kennen jullie nog een manier om vragen te stellen met de woorden welk en welke  en hoe je deze woorden gebruikt.
  • Hebben we luister- en spreekoefeningen gedaan.

Slide 42 - Tekstslide

We hebben vandaag geleerd over welk en welke


Waarvoor gebruik je deze woorden?
Wanneer gebruik je welk?
Wanneer gebruik je welke?

Slide 43 - Tekstslide



Goed gewerkt.

Dank jullie wel!

Tot donderdag!

Slide 44 - Tekstslide