Grammar

 Today
  • Check homework exercises
  • Explain grammar:
       -  Personal pronouns

       -  Possessive pronouns
  • Pronunciation vocabulary 1.1
  • Write down homework

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Today
  • Check homework exercises
  • Explain grammar:
       -  Personal pronouns

       -  Possessive pronouns
  • Pronunciation vocabulary 1.1
  • Write down homework

Slide 1 - Tekstslide

Personal pronouns
I
ik
you
jij / u
he
hij
she
zij
it
het
we
wij
you
jullie
they
zij

Slide 2 - Tekstslide

I
ik
you
jij / u
he
hij
she
zij
it
het
we
wij
you
jullie
they
zij
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar personen, dieren of dingen.

Gebruikt als onderwerp

I moet altijd met hoofdletter!
  • I am Miss Ruijgh
  • My name is Miss Ruijgh and      I live in Eindhoven




Slide 3 - Tekstslide

me
mij/me
you
je/jou/u
him
hem
her
haar
it
het
us
ons
you
jullie/u
them
ze/hen/hun
 
Gebruikt als voorwerp

Staan in het midden of achteraan in de zin.

  • I gave her the present.
  • Jack saw them.




Slide 4 - Tekstslide

Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
i
B
He
C
You
D
I

Slide 5 - Quizvraag

Vul aan:
My friends are always nice to ___ (hen).
A
you
B
us
C
them
D
me

Slide 6 - Quizvraag

Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 7 - Quizvraag

Vul aan:
___ (hij) is taller than ___ (mij).
A
he / me
B
we / I
C
she / him
D
him / me

Slide 8 - Quizvraag

Are ___ (we) going to play football with ___ (haar)?
A
you / she
B
we / her
C
we / she
D
they / her

Slide 9 - Quizvraag

   Possessive pronouns
my
mijn
your
jouw/uw
his
zijn
her
haar
its
zijn/haar
our
ons / onze
your
jullie/uw
their
hun

Slide 10 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden gebruik je om aan te geven dat iets van jou of van iemand anders is.

  • My name is Miss Ruijgh.
  • Its colour is red.
  • Our house is very big.
my
mijn
your
jouw/uw
his
zijn
her
haar
its
zijn/haar
our
ons / onze
your
jullie/uw
their
hun

Slide 11 - Tekstslide

Choose the correct possessive pronoun.

_____ favourite colour is blue. (mijn)

A
I
B
me
C
my
D
mine

Slide 12 - Quizvraag

Choose the correct possessive pronoun.

_____ teacher is very funny. (onze)
A
its
B
your
C
their
D
our

Slide 13 - Quizvraag

Choose the correct possessive pronoun.

_____ birthday was last week. (haar)

Slide 14 - Open vraag

Choose the correct possessive pronoun.

_____ surname is Matthews. (jouw)

Slide 15 - Open vraag

Do you feel like you understand this grammar?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Study: Vocabulary 1.1  (page 155)
Do: Exercise 8, 9  (WB page 13-15)
Wednesday 22nd of September

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Grammar: my, mine, of mine

Slide 19 - Tekstslide