Werkwoordspelling 2 (vt/tt)

jij _______ bovenop mijn deken
(liggen tt)
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

jij _______ bovenop mijn deken
(liggen tt)

Slide 1 - Open vraag

______ jij de slingers alvast op?
(hangen tt)

Slide 2 - Open vraag

____ ik gisteren iets verkeerd dan?
(doen vt)

Slide 3 - Open vraag

jij _____ gisteren nadat je had gesport.
(stinken vt)

Slide 4 - Open vraag

Marloes ____ door haar moeder opgehaald
(worden tt)

Slide 5 - Open vraag

Afgelopen donderdag ____ ik een oud vrouwtje met oversteken
(helpen vt)

Slide 6 - Open vraag

Willard _____ gisteren diep onderwater.
(zwemmen, vt)

Slide 7 - Open vraag

Toen ____ jij weg in de hoek.
(duiken, vt)

Slide 8 - Open vraag

Wij _____ vorige week in de vieze sloot.
(zwemmen vt)

Slide 9 - Open vraag

Peter ____ nooit naar zwemles.
(komen tt)

Slide 10 - Open vraag

Jij ____ gisteren de koeien van de boer.
(melken vt)

Slide 11 - Open vraag

ik ____ gisteren een uur staan kijken.
(blijven, vt)

Slide 12 - Open vraag

Ik_____ gisteren een banaan.
(eten, vt)

Slide 13 - Open vraag

Vroeger ____ Daisy de bal alleen naar meisjes.
(werpen, vt)

Slide 14 - Open vraag

Jij ____ vaak gelijk.
(hebben, tt)

Slide 15 - Open vraag

zij _____ de tegels schoon.
(spuiten tt)

Slide 16 - Open vraag

toen ____ zijn zusje naar de tandarts.
(moeten vt)

Slide 17 - Open vraag

_____ jij je wel aan de regels?
(houden tt)

Slide 18 - Open vraag

Tim ____ al toen hij 4 jaar oud was.
(kluiven vt)

Slide 19 - Open vraag

Ik ____ een lekkere lolly in mijn mond.
(hebben tt)

Slide 20 - Open vraag