Nieuwsbegrip: 70 jaar Donald Duck

NIEUWSBEGRIP
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Alfabetisering NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

NIEUWSBEGRIP

Slide 1 - Tekstslide

LESDOELEN
Je leest de tekst actief in groepjes aan de hand
van sleutelvragen en beantwoorden vragen over de tekst.

Slide 2 - Tekstslide

OPBOUW VAN DE LES
  1. Filmpje & Vragen 
  2. Lezen in groepjes & Sleutelvragen 
  3. Uitleg verbanden 
  4. Opdracht 2 klassikaal 


Slide 3 - Tekstslide

FILMPJE & VRAGEN
  1. Wanneer werd de eerste Nederlandse Donald Duck uitgebracht?
  2. Wie heeft Donald Duck bedacht?
  3. Hoe heten de neefjes van Donald Duck?
  4. Hoe heet de baas waarvoor Donald Duck werkt?
  5. Wie is de grote liefde van Donald Duck?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Wanneer werd de eerste Nederlandse Donald Duck uitgebracht?

Slide 6 - Open vraag

Wie heeft Donald Duck bedacht?
A
Clint Eastwood
B
William Conrad
C
Walt Disney
D
Dean Devlin

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heten de neefjes van Donald Duck?

Slide 8 - Open vraag

Hoe heet de baas waarvoor Donald Duck werkt?
A
Oom Dagobert
B
Oom Albert
C
Oom Bert
D
Oom Douwe

Slide 9 - Quizvraag

Wie is de grote liefde van Donald Duck?
A
Karin
B
Karola
C
Kirsten
D
Katrien

Slide 10 - Quizvraag

LEZEN IN GROEPJES & SLEUTELVRAGEN
  • LEES ELKE KEER 1 ALINEA EN BEANTWOORD DE VRAAG.

  • VERVOLGENS LEES JE DE VOLGENDE ALINEA EN BEANTWOORD DE VOLGENDE VRAAG.

  • KLAAR? 
MAAK JE EIGEN STRIP!
timer
14:00

Slide 11 - Tekstslide

UITLEG VERBANDEN
Een tekst bestaat niet uit losse zinnen. 

De zinnen hebben iets met elkaar te maken. 
Er bestaan verbanden tussen de zinnen. 

Aan signaalwoorden kun je vaak al zien om welk verband het gaat. (en, maar, ook, zoals, ...)

Slide 12 - Tekstslide

UITLEG VERBANDEN
           Verbanden helpen je om de tekst beter te begrijpen
voorbeeld. Iets in de tekst wordt uitgelegd met voorbeelden.
Signaalwoorden die daarbij horen: bijvoorbeeld, zoals, zo.

opsomming. Bij een opsomming worden meerdere dingen genoemd.
Signaalwoorden die daarbij horen: en, ook, verder, allereerst.

Slide 13 - Tekstslide

UITLEG VERBANDEN
tegenstelling. Bij een tegenstelling zijn twee dingen heel verschillend.
Signaalwoorden die daarbij horen: maar, toch.

• oorzaak of reden. Er wordt uitgelegd waarom iets zo is of waardoor het komt.
Signaalwoorden die daarbij horen: want, omdat, daarom.

Slide 14 - Tekstslide

OPDRACHT 2: 
VRAGEN OVER DE TEKST BEANTWOORDEN

Slide 15 - Tekstslide

Lees regel 8-10:
Daar woont … voorkomen.
Welk verband staat er in deze zin?
A
een oorzaak
B
een tegenstelling
C
een voorbeeld

Slide 16 - Quizvraag

Kijk in regel 17.
Wat betekent: het tijdschrift is bij jong en oud geliefd?
A
Kinderen én volwassenen vinden het een leuk blad.
B
Kinderen lezen het blad graag, maar volwassenen niet.
C
Volwassenen begrijpen het blad beter dan kinderen.

Slide 17 - Quizvraag

In regel 22 staat het woord jubileum. Wat is geen voorbeeld van een jubileum?
A
een feest voor een museum dat 100 jaar bestaat
B
een feest voor mensen die 50 jaar getrouwd zijn
C
Een verjaardagsfeest

Slide 18 - Quizvraag

In regel 27-28 staat: Ook kun je er ontdekken hoe de schrijvers de verhalen van
Donald Duck schrijven. Waarnaar verwijst er?
A
op deze expositie (regel 24)
B
in tekstballonnetjes (regel 29)
C
(in) een app (regel 35)

Slide 19 - Quizvraag

Lees het stukje Tentoonstelling nog eens. Welk kopje past ook goed bij dit stukje?
A
Donald Duck veel gelezen
B
Donald in het museum
C
Strips tekenen

Slide 20 - Quizvraag

Welke zinnen vatten het stukje Veranderd het beste samen?
A
Donald Duck bestaat al lang. En in de app kun je elke week weer nieuwe avonturen van de beroemde eend lezen.
B
Donald Duck is in de tijd veranderd en hij is moderner geworden. Van het tijdschrift is nu ook een app.
C
Vroeger was Donald Duck driftig en altijd aan het mopperen. Lezers kunnen niet wachten tot ze weer een nieuwe Donald Duck kunnen lezen.

Slide 21 - Quizvraag

Lees het stukje Veranderd nog eens. Met welke zin kan dit stukje het beste
verdergaan?
A
Dat gebeurt voor hen gelukkig 52 keer per jaar.
B
Maar de app vinden ze toch leuker om te gebruiken.
C
Want het tijdschrift verschijnt niet zo vaak.

Slide 22 - Quizvraag

Op welke vraag geeft deze tekst geen antwoord?
A
Hoe oud is de stripfiguur Donald Duck?
B
Hoeveel mensen lezen het tijdschrift Donald Duck?
C
Wanneer verscheen het tijdschrift Donald Duck voor het eerst in Nederland?

Slide 23 - Quizvraag

EVALUATIE


KAHOOT: 
WAT WETEN JULLIE NU ALLEMAAL OVER DONALD DUCK?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link