H2: Spelling - met of zonder -n

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning
15 minuten lezen
Uitleg spelling 
Oefenen
Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Spelling
Met of zonder -n

Slide 4 - Tekstslide

Met of zonder -n
1. Mick stond gisteren met zijn stripboeken op de boekenmarkt en hij heeft ze alle verkocht.
2. In de wachtkamer zaten zes patiënten die allen zenuwachtig waren.
3. Mevrouw Ooms stuurde kerstkaarten naar al haar neven en nichten; ze heeft er dus vele verstuurd.
4. Velen waren vorige week op de jaarlijkse familiebijeenkomst.

Wat valt je op aan de onderstreepte woorden?

Slide 5 - Tekstslide

Met of zonder -n
1. Mick stond gisteren met zijn stripboeken op de boekenmarkt en hij heeft ze alle verkocht.
2. In de wachtkamer zaten zes patiënten die allen zenuwachtig waren.
3. Mevrouw Ooms stuurde kerstkaarten naar al haar neven en nichten; ze heeft er dus vele verstuurd.
4. Velen waren vorige week op de jaarlijkse familiebijeenkomst.

Bij verwijzingen naar personen komt er wel een -n achter het telwoord en bij verwijzingen naar dingen/zaken komt er geen -n achter het telwoord

Slide 6 - Tekstslide

Verander in elke zin een of twee woordgroepen in een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.



 Voorbeeld:
Voor mensen met een slecht gehoor ondertitelt Teletekst tv-programma’s.


mensen met een slecht gehoor → slechthorenden

Slide 7 - Tekstslide

De opdracht
  1. Moeten deze dakloze mensen werkelijk buiten slapen met die vorst
  2. De film is voor een volwassen publiek en dus niet geschikt voor jonge kijkers.
  3. In de VS verdienen de rijke burgers honderd keer zoveel als de arme mensen.

Slide 8 - Tekstslide

De opdracht
Moeten deze daklozen werkelijk buiten slapen met die vorst
De film is voor volwassenen en dus niet geschikt voor jongeren
In de VS verdienen de rijken honderd keer zoveel als de armen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Tekstslide

NU
H3 spelling - met of zonder -n

Havo: 1 t/m 9 + 12
Vwo:  1 t/m 10 + 13 en 14

H3 spelling - lastige werkwoordsvormen met d of dt

Havo: 10 t/m 13

Slide 12 - Tekstslide