Oefenen Van de Bergen naar de Zee 2V+

Oefenen Van de Bergen naar de Zee 2V+
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen Van de Bergen naar de Zee 2V+

Slide 1 - Tekstslide

Wat is verwering?
A
Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
B
Het uitschuren van hard gesteente door verweringsmateriaal.
C
Het uitschuren van hard gesteente door water, ijs of wind.
D
Het afschuren van hard gesteente door water, ijs of wind

Slide 2 - Quizvraag

Verwering is verwering door hitte, vorst en druk is.....
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je het neerleggen van verweringsmateriaal?
A
Erosie.
B
Sedimentatie.
C
Depositie.
D
Gesteentekringloop.

Slide 4 - Quizvraag

Een delta is:
A
een riviermonding
B
een laag gelegen dijk
C
is hetzelfde als een terp
D
een vertakte riviermonding

Slide 5 - Quizvraag

Een exogene kracht is erosie, wat is er nodig voor erosie?
A
Wind, water of ijs
B
Materiaal in wind water of ijs
C
Hoge temperaturen
D
Hard gesteente

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een aanslibbingskust en hoe ontstaat dit?
A
Het land wordt opgebouwd, sterke terugstroom.
B
Het land wordt opgebouwd, zwakke terugstroom.
C
Het land wordt afgebroken, sterke terugstroom.
D
Het land wordt afgebroken, zwakke terugstroom.

Slide 7 - Quizvraag

En een afbraakkust?
A
Het land wordt opgebouwd, sterke terugstroom.
B
Het land wordt opgebouwd, zwakke terugstroom.
C
Het land wordt afgebroken, sterke terugstroom.
D
Het land wordt afgebroken, zwakke terugstroom.

Slide 8 - Quizvraag

In de middenloop is er meer erosie dan in de bovenloop.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Het verval is:
A
de hoeveelheid water die door de rivier stroomt
B
Het hoogteverschil van de rivier tussen 2 punten
C
De snelheid van het water
D
het hoogteverschil van de rivier per kilometer

Slide 10 - Quizvraag

In de bovenloop:
A
Rivier stroomt hard, V-dalen, erosie
B
Rivier stroomt hard, U-dalen, sedimentatie
C
Rivier stroomt gemiddeld, meanders, sedimentatie
D
Rivier stroomt hard, V-dalen, sedimentatie

Slide 11 - Quizvraag

Door erosie verandert een V-dal in een U-dal.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Morenen bij een gletsjer ontstaan door
A
Erosie
B
Sedimentatie
C
Chemische verwering
D
Mechanische verwering

Slide 13 - Quizvraag

Wat is meanderen?
A
Bochten maken door een rivier.
B
water dat stroomopwaarts gaat.
C
Water dat stroomafwaarts gaat.
D
Een door mensen gemaakte rivier.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is debiet?
A
Schommelingen in de waterafvoer van een rivier gedurende een jaar.
B
Totale hoeveelheid water die een rivier afvoert op een bepaalde plek per tijdseenheid.
C
Hoogteverschil per km.
D
Hoge afvoer van een rivier.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste erosiekracht is die dit landschap heeft gevormd?
A
Water
B
Wind
C
IJs

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste erosiekracht is die dit landschap heeft gevormd?
A
Water
B
Wind
C
IJs

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste erosiekracht is die dit landschap heeft gevormd?
A
Water
B
Wind
C
IJs

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste erosiekracht is die dit landschap heeft gevormd?
A
Water
B
Wind
C
IJs

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste erosiekracht is die dit landschap heeft gevormd?
A
Water
B
Wind
C
IJs

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

De Alpen zijn ontstaan als gevolg van endogene krachten.
Maar in welke volgorde doen zij dat?
1
2
3
4
De aardplaten botsen tegen elkaar aan, waardoor het gebergte Alpen ontstaat
In de aarde vloeit een stroperige massa (magma) waarop aardplaten drijven.
De aardplaten Europa en Afrika bewegen door de stromende magma naar elkaar toe.
De aarde bestaat uit een kern, omringd door een mantel en is afgedekt met de dunne aardkorst.

Slide 31 - Sleepvraag

Gebergtevorming
Endogene kracht
Ontstaan plooiingsgebergte
Gebergte dat is ontstaan door plooiing van stukken van de aardkorst.

Slide 32 - Tekstslide

Laatste vraag: Welke begrip past niet bij de Alpen?
A
Jong gebergte
B
Plooiingsgebergte
C
Hooggebergte
D
Oud gebergte

Slide 33 - Quizvraag