In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
ontdekkers en hervormers
a
De renaissance in de kunst.
Samenwerken zijn de blauwe dia's.
Individueel werken zijn de gele dia's.
Slide 1 - Tekstslide
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. A. Bekijk afbeelding 1 en 2 op blz. 55. Welke beeldelementen herkennen jullie waardoor je kunt zeggen dat het een typische renaissancekerk is. Omschrijf je antwoord zo duidelijk mogelijk. B. Noem twee overeenkomsten tussen de buitenkant (afbeelding 1) en de binnenkant (afbeelding 2) van de renaissancekerk.
Slide 2 - Open vraag
Geel is eerst zelfstandig maken. Bekijk nu afbeelding 2 en 3 op blz. 47. Wat zijn de kenmerken van de gotiek?
Slide 3 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Bekijk nu afbeelding 2 en 3 op blz. 47. Wat zijn de kenmerken van de gotiek?
Slide 4 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Vergelijk nu afbeelding 1 op blz. 55 met afbeelding 3 op pag. 31. A. Leg uit wat de architect van deze Griekse tempel heeft overgenomen. B. Is iets overnemen / kopiëren slim om te doen of zouden jullie liever zelf een eigen stijl ontwikkelen?
Slide 5 - Open vraag
Geel is eerst zelfstandig maken. Bron: de Laocoongroep Dit beeld is gemaakt in 40 voor Chr. en werd gevonden in 1506 na Chr. in een wijngaard bij Rome. De ontdekking zorgde voor veel enthousiasme. A: Zoek op wat dit beeld moet voorstellen. B: Leg uit waarom dit beeld goed past bij de renaissance en gebruik de jaartallen 1400 - 1600 en 1506 in je antwoord.
Slide 6 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Bron: de Laocoongroep Dit beeld is gemaakt in 40 voor Chr. en werd gevonden in 1506 na Chr. in een wijngaard bij Rome. De ontdekking zorgde voor veel enthousiasme. A: Zoek op wat dit beeld moet voorstellen. B: Leg uit waarom dit beeld goed past bij de renaissance en gebruik de jaartallen 1400 - 1600 en 1506 in je antwoord.
Slide 7 - Open vraag
GOED of FOUT De Goten hebben de kunst van de Romeinen vernietigd.
Slide 8 - Open vraag
GOED of FOUT Het woord 'gotisch' werd gebruikt als schelnaam.
Slide 9 - Open vraag
GOED of FOUT De renaissance begon rond 1400 in Italië.
Slide 10 - Open vraag
Onderdeel van de middeleeuwen of de Renaissance?
Renaissance
Middeleeuwen
Slide 11 - Sleepvraag
Renaissance betekent
Renaissance betekent:
A
nieuwe interesse voor de oudheid
B
nieuwe interesse voor andere werelddelen
C
nieuwe interesse voor het geloof
D
nieuwe interesse voor de kunst
Slide 12 - Quizvraag
Middeleeuwen of Renaissance?
Middeleeuwen
Renaissance
Slide 13 - Sleepvraag
ontdekkers en hervormers
B
Nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
Samenwerken zijn de blauwe dia's.
Individueel werken zijn de gele dia's.
Slide 14 - Tekstslide
Geel is eerst zelfstandig maken. Door de nieuwe wetenschappelijke belangstelling ontstond er twijfel over wat waar of of goed was. Leg uit hoe dat ging bij, (Geel is eerst zelfstandig daarna overleggen). - In het denken over het heelal. - In het denken over de godsdienst. - Door de ontdekkingsreizen,...........
Slide 15 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Door de nieuwe wetenschappelijke belangstelling ontstond er twijfel over wat waar of of goed was. Leg uit hoe dat ging bij, - In het denken over het heelal. - In het denken over de godsdienst. - Door de ontdekkingsreizen,...........
Slide 16 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Welk begrip past er goed bij deze bron en leg duidelijk uit waarom jullie dat denken.
Slide 17 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Welk begrip past er goed bij deze bron en leg duidelijk uit waarom jullie dat denken.
Slide 18 - Open vraag
Bekijk afbeelding 6 op blz. 57. (Geel is eerst zelfstandig daarna overleggen). Waar zou deze afbeelding over gaan? Waar zouden deze mannen over praten? Gebruik de begrippen uit deze paragraaf in jullie antwoord.
Slide 19 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Bekijk afbeelding 6 op blz. 57. Waar zou deze afbeelding over gaan? Waar zouden deze mannen over praten? Gebruik de begrippen uit deze paragraaf in jullie antwoord.
Slide 20 - Open vraag
ontdekkers en hervormers
C
De reformatie in de kerk.
Samenwerken zijn de blauwe dia's.
Individueel werken zijn de gele dia's.
Slide 21 - Tekstslide
Geel is eerst zelfstandig. Leg het verband tussen het humanisme en de reformatie uit.
Slide 22 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Leg het verband tussen het humanisme en de reformatie uit.
Slide 23 - Open vraag
Geel is eerst zelfstandig 1. Welke uitvinding zien we hier? 2. Wat is de relatie tussen deze uitving en de reformatie?
Slide 24 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. 1. Welke uitvinding zien we hier? 2. Wat is de relatie tussen deze uitving en de reformatie?
Slide 25 - Open vraag
Waar protesteert Luther tegen?
Slide 26 - Open vraag
Lees de bron. Karel V gaat Luther en het lutheranisme bestrijden.
Welke reden noemt Karel V in de bron voor zijn strijd tegen Luther?
A
De aarzeling die de toespraak van Luther bij Karel V veroorzaakte.
B
De harten van mensen zitten al vol met kritiek op de katholieke kerk.
C
Het christendom krijgt al duizend jaar kritiek van mensen zoals Luther.
D
Karel V stamt af van trouwe verdedigers van het katholieke geloof.
Slide 27 - Quizvraag
Mensen konden een aflaat kopen. Wat is een aflaat? Met een aflaat .....
A
hoefde je niet elke zondag naar de kerkdienst
B
kon je priester worden
C
mocht je helemaal voorin de kerk zitten
D
werden je zonden vergeven
Slide 28 - Quizvraag
Sleep de nummers op de juiste plaatsen in de bron.
De Paus ondertekent aflaten.
Bisschoppen kijken goedkeurend toe.
Een vrouw betaalt een monnik voor een aflaat.
Een man betaalt voor een aflaat.
1
2
3
4
Slide 29 - Sleepvraag
Geel is eerst zelfstandig. Welk onbedoeld gevolg had de reformatie?
Slide 30 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Welk onbedoeld gevolg had de reformatie?
Slide 31 - Open vraag
Geel is eerst zelfstandig. Hier zien we een afbeelding van een drukkerij. Onder de prent staat in het Latijn (vertaling): 'Druk van boeken. Kan het dat 1 stem gehoord wordt door menig oor? Zo worden door 1 geschrift duizend pagina's bedrukt'. Leg uit wat er met dit onderschrift wordt bedoeld.
Slide 32 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Hier zien we een afbeelding van een drukkerij. Onder de prent staat in het Latijn (vertaling): 'Druk van boeken. Kan het dat 1 stem gehoord wordt door menig oor? Zo worden door 1 geschrift duizend pagina's bedrukt'. Leg uit wat er met dit onderschrift wordt bedoeld.
Slide 33 - Open vraag
Geel is eerst zelfstandig maken. Bekijk de bron goed. Dit is een houtsnede uit 1521. We zien een 'duivel' met het hoofd van Luther. a. Wat zou de betekenis zijn van deze bron? b. Is de tekenaar voor of tegen Luther? Leg duidelijk uit waarom je dat denkt.
Slide 34 - Open vraag
Blauw is samen overleggen en 1 typt het antwoord. Bekijk de bron goed. Dit is een houtsnede uit 1521. We zien een 'duivel' met het hoofd van Luther. a. Wat zou de betekenis zijn van deze bron? b. Is de tekenaar voor of tegen Luther? Leg duidelijk uit waarom je dat denkt.