Abraham offert Izaak / formatieve quiz

Welkom bij 4Grieks!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij 4Grieks!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Abraham offert Izaak -
Formatieve quiz

Slide 2 - Tekstslide

Test jezelf

Ga naar Lesson Up en log in met onderstaande code

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heb je je voorbereid op deze les? Kies wat het meest van toepassing is.
A
Goed meegedaan tijdens de lessen
B
Vertaling doorgelezen
C
Tekst + vertaling herhaald
D
Aantekeningen herhaald

Slide 4 - Quizvraag

Hoe denk je deze quiz te gaan maken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Link

Pope Francis’ prays for the children of Abraham

Slide 7 - Tekstslide

Van welke religie(s) is Abraham een aartsvader?
A
Jodendom
B
Jodendom en Christendom
C
Islam
D
Jodendom, Christendom en Islam

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is NIET waar? Het verhaal van Abraham en Izaak is te lezen in ...
A
De Tora
B
De Tenach
C
Het Oude Testament
D
Exodus

Slide 10 - Quizvraag

In welke taal is het verhaal van Abraham en Izaak oorspronkelijk geschreven?
A
Hebreeuws
B
Koine Grieks
C
Attisch Grieks
D
Latijn

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet de Griekse vertaling waarin wij het verhaal van Abraham lezen?

Slide 12 - Open vraag

Waar kwam deze Griekse vertaling tot stand?
A
Israel
B
Babylonië
C
Egypte
D
Milete

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent koine in koine-grieks?
A
gemeenschappelijk
B
dialect-
C
heilig
D
hellenistisch

Slide 14 - Quizvraag

Pak nu je Griekse tekst

We gaan ze klassikaal bespreken

Slide 15 - Tekstslide

r1 μετὰ ταῦτα : waarnaar verwijst ταῦτα NIET?
A
God sluit een verbond met Abraham
B
Sarah krijgt op 50jarige leeftijd haar eerste kind
C
Abraham stuurt zijn zoon de woestijn in
D
God belooft Abraham een groot nageslacht

Slide 16 - Quizvraag

r1 ἐπείραζεν: welke vertaling is juist (kijk goed naar de werkwoordstijd!)
A
hij begon op de proef te stellen
B
hij zou op de proef stellen
C
hij was op de proef aan het stellen
D
hij heeft eens op de proef gesteld

Slide 17 - Quizvraag

Vergelijk: r2-3 Λάβε τὸν υἱόν σου τὸν ἀγαπητὸν, ὃν ἠγάπησας.NBV:"Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt."
A
1 verschil
B
2 verschillen
C
3 verschillen
D
4 verschillen

Slide 18 - Quizvraag

r5 Ἀναστὰς.
Welke bewering is NIET waar?
A
Het is een actieve vorm
B
Het is een participium
C
Het is een nominativus
D
Het is een aoristus

Slide 19 - Quizvraag

Bekijk r5-7: welk woord verwijst NIET naar Abraham?
A
r5 αὐτοῦ
B
r5 ἑαυτοῦ
C
r7 ὃν
D
r7 αὐτῷ

Slide 20 - Quizvraag

Sleep de 7 werkwoordsvormen naar hun basiswoord
λεγω
ὁραω   
φερω   
ἐρχομαι
ένεγκον
ἦλθεν
Ἰδού
ελευσόμεθα
εἴπω
ὄψεται
εἴδεν

Slide 21 - Sleepvraag

Bij welke regel hoort deze illustratie?
(vul alleen het nr in)

Slide 22 - Open vraag

Wat ontbreekt in het plaatje?
A
r12 τὴν μάχαιραν
B
r14 τὸ πῦρ
C
r14 τὰ ξύλα
D
r14 τὸ πρόβατον

Slide 23 - Quizvraag

Welke coniunctivus?
adhortativus
futuralis
prohibitivus
r10 ἀναστρέψωμεν
r4 εἴπω
r22 ποιήσῃς

Slide 24 - Sleepvraag

Welk element in het schilderij komt niet overeen met r18-25?
A
de engel uit de hemel
B
Isaak op het altaar
C
Abraham met het mes
D
de ram in het struikgewas

Slide 25 - Quizvraag

Welke vorm is GEEN dativus in r22-24?
A
r22 αὐτῷ
B
r22 φοβεῖ
C
r23 τοῖς ὀφθαλμοῖς
D
r24 φυτῷ

Slide 26 - Quizvraag

Ἀβραὰμ
Ἰσαὰκ
κριὸς
ὁ θεὸς
παῖδες
ὄνος

Slide 27 - Sleepvraag

Wat is denk je de moraal van het Abraham-verhaal?

Slide 28 - Open vraag

Hoe heb je deze quiz voor jouw gevoel gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Slide 30 - Tekstslide

Wat ga je extra doen ter voorbereiding op je toets in de toetsweek?

Slide 31 - Open vraag

Tot de volgende les!
vandaag het 7e uur, straks na de lunchpauze

Slide 32 - Tekstslide

Een offer uit de antieke mythologie
  • wie is de vader?
  • wie wordt geofferd?
  • voor welke godin?
  • overeenkomst met Abraham en Izaak
  • verschil met Abraham en Izaak

Slide 33 - Tekstslide