3A2: H1-1.5+1.6

Welkom!

     ga rustig zitten
     leg je spullen op tafel
     3 minuten en dan starten we
timer
3:00
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

     ga rustig zitten
     leg je spullen op tafel
     3 minuten en dan starten we
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  • aanwezigheidscontrole
  • 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
  • 1.6 Stelsels vergelijkingen
  • Opgaven maken
  • Afsluiting  

Slide 2 - Tekstslide

Aanwezigheidscontrole

Slide 3 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Deze les leer je:
  • wat een vergelijking met 2 variabelen is
  • wat een getallenpaar is
  • hoe je een variabele kan vrijmaken
  • hoe je kan omschrijven
  • het oplossen van een stelsel vergelijkingen

Slide 4 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
formule:
y = 3x + 2


Slide 5 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
formule:
y = 3x + 2

Vergelijking met 2 variabelen

Slide 6 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
formule:
y = 3x + 2

Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = -2


Slide 7 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
formule:
y = 3x + 2

Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = -2

Algemene vorm van een vergelijking met 2 variabelen:

Slide 8 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
formule:
y = 3x + 2

Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = -2

Algemene vorm van een vergelijking met 2 variabelen:
px + qr = r

Slide 9 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
formule:
y = 3x + 2

Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = -2

Algemene vorm van een vergelijking met 2 variabelen:
px + qr = r

Grafiek van px + qr = r tekenen:
  • geeft een lijn
  • ook starten met een tabel

Slide 10 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = 2

Getallenpaar



Slide 11 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = 2

Getallenpaar
(1 , 1) is een getallenpaar want hiervoor klopt de vergelijking:



311=2

Slide 12 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = 2

Getallenpaar
(1 , 1) is een getallenpaar want hiervoor klopt de vergelijking:


Grafiek tekenen

311=2

Slide 13 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = 2

Getallenpaar
(1 , 1) is een getallenpaar want hiervoor klopt de vergelijking:


Grafiek tekenen
In de tabel twee getallenparen

311=2

Slide 14 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = 2

Getallenpaar
(1 , 1) is een getallenpaar want hiervoor klopt de vergelijking:


Grafiek tekenen
In de tabel twee getallenparen
Meestal het makkelijkst is dat je kiest voor x=0 → (0,-2)   

311=2

Slide 15 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Vergelijking met 2 variabelen
3x - y = 2

Getallenpaar
(1 , 1) is een getallenpaar want hiervoor klopt de vergelijking:


Grafiek tekenen
In de tabel twee getallenparen
Meestal het makkelijkst is dat je kiest voor x=0 → (0,-2)   
en y = 0 → nu niet het makkelijkst liever (2, 4)
311=2

Slide 16 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Vergelijking opstellen 
Vind je dat lastig? Probeer het dan met getallen

Slide 17 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
6x + 4y = 10,40
Vergelijking opstellen 
Vind je dat lastig? Probeer het dan met getallen

Slide 18 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Variabele vrijmaken

Slide 19 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Variabele vrijmaken
Je schrijft de vergelijking anders zodat je start met alleen een variabele, bijvoorbeeld x =

Slide 20 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Variabele vrijmaken
Je schrijft de vergelijking anders zodat je start met alleen een variabele, bijvoorbeeld x =
Maak x vrij in 3x - 9y = 12

Slide 21 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Variabele vrijmaken
Je schrijft de vergelijking anders zodat je start met alleen een variabele, bijvoorbeeld x =
Maak x vrij in 3x - 9y = 12
3x9y=12

Slide 22 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Variabele vrijmaken
Je schrijft de vergelijking anders zodat je start met alleen een variabele, bijvoorbeeld x =
Maak x vrij in 3x - 9y = 12
3x9y=12
3x=12+9y

Slide 23 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Variabele vrijmaken
Je schrijft de vergelijking anders zodat je start met alleen een variabele, bijvoorbeeld x =
Maak x vrij in 3x - 9y = 12
3x9y=12
3x=12+9y
x=4+3y

Slide 24 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Omschrijven in de vorm ...

Slide 25 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Omschrijven/herleiden in de vorm ...
goed kijken in welke volgorde die vorm staat
Herleid   x = 4 + 3y   in de vorm   px + qy = r

Slide 26 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Omschrijven/herleiden in de vorm ...
goed kijken in welke volgorde die vorm staat
x=4+3y
Herleid   x = 4 + 3y   in de vorm   px + qy = r

Slide 27 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Omschrijven/herleiden in de vorm ...
goed kijken in welke volgorde die vorm staat
x=4+3y
Herleid   x = 4 + 3y   in de vorm   px + qy = r
x3y=4

Slide 28 - Tekstslide

 1.5 Vergelijkingen met twee variabelen
Omschrijven/herleiden in de vorm ...
goed kijken in welke volgorde die vorm staat
x=4+3y
Herleid   x = 4 + 3y   in de vorm   px + qy = r
x3y=4
Wat is hier p en wat is q?

Slide 29 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Vorige les geleerd wat een vergelijking is
xy=4
{
Stelsel vergelijkingen, zijn 2 of meer vergelijkingen
xy=4
3x+2y=3

Slide 30 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Vorige les geleerd wat een vergelijking is
xy=4
{
Stelsel vergelijkingen, zijn 2 of meer vergelijkingen
xy=4
3x+2y=3
De oplossing van een stelsel is het getallenpaar dat aan beide vergelijkingen voldoet.

Slide 31 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Vorige les geleerd wat een vergelijking is
xy=4
{
Stelsel vergelijkingen, zijn 2 of meer vergelijkingen
xy=4
3x+2y=3
De oplossing van een stelsel is het getallenpaar dat aan beide vergelijkingen voldoet.
Hier (1 , -3)

Slide 32 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
De betekenis van de oplossing van een stelsel

Slide 33 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
De betekenis van de oplossing van een stelsel

Slide 34 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Hoe moet je een stelsel oplossen?
  1. Maak 1 variabele vrij
  2. Stop die in de andere vergelijking
  3. Los op zoals je gewend bent

Slide 35 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Hoe moet je een stelsel oplossen?
  1. Maak 1 variabele vrij
  2. Stop die in de andere vergelijking
  3. Los op zoals je gewend bent
{
xy=3
x+2y=3

Slide 36 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Hoe moet je een stelsel oplossen?
  1. Maak 1 variabele vrij
  2. Stop die in de andere vergelijking
  3. Los op zoals je gewend bent
{
xy=3
x+2y=3
x=y3
1.

Slide 37 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Hoe moet je een stelsel oplossen?
  1. Maak 1 variabele vrij
  2. Stop die in de andere vergelijking
  3. Los op zoals je gewend bent
{
xy=3
x+2y=3
x=y3
1.
2.
y3+2y=3

Slide 38 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Hoe moet je een stelsel oplossen?
  1. Maak 1 variabele vrij
  2. Stop die in de andere vergelijking
  3. Los op zoals je gewend bent
{
xy=3
x+2y=3
x=y3
1.
2.
y3+2y=3
3.
3y=6

Slide 39 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Hoe moet je een stelsel oplossen?
  1. Maak 1 variabele vrij
  2. Stop die in de andere vergelijking
  3. Los op zoals je gewend bent
{
xy=3
x+2y=3
x=y3
1.
2.
y3+2y=3
3.
3y=6
y=2

Slide 40 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Hoe moet je een stelsel oplossen?
  1. Maak 1 variabele vrij
  2. Stop die in de andere vergelijking
  3. Los op zoals je gewend bent
{
xy=3
x+2y=3
x=y3
1.
2.
y3+2y=3
3.
3y=6
y=2
invullen geeft:
x=1

Slide 41 - Tekstslide

 1.6 Stelsels vergelijkingen
Hoe moet je een stelsel oplossen?
  1. Maak 1 variabele vrij
  2. Stop die in de andere vergelijking
  3. Los op zoals je gewend bent
{
xy=3
x+2y=3
x=y3
1.
2.
y3+2y=3
3.
3y=6
y=2
invullen geeft:
x=1
(-1 2)

Slide 42 - Tekstslide

opgaven maken
9.15 uur
Donderdag
SO 1.4+1.5         

Donderdag 
deadline opgaven inleveren (zie DSW) 

Slide 43 - Tekstslide

 Afsluiting
Wat heb je deze les geleerd/herhaald?
  • wat een vergelijking met 2 variabelen is
  • wat een getallenpaar is
  • hoe je een variabele kan vrijmaken
  • hoe je kan omschrijven
  • een stelsel vergelijkingen oplossen

  • Volgende les:  stelsels vergelijkingen (§1.7)

  • Jullie mogen nu inpakken


Slide 44 - Tekstslide