Hoofdstuk 3.1 Zintuigen en prikkels

3.1 Zintuigen en prikkels

We starten met een kleine test!

nodig:
pen/potlood
werkblad
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

3.1 Zintuigen en prikkels

We starten met een kleine test!

nodig:
pen/potlood
werkblad

Slide 1 - Tekstslide

Zintuigen en prikkels

Slide 2 - Woordweb

Welk sapje is van jou?
- kijken
- voelen
- ruiken
- proeven
- luisteren

Slide 3 - Tekstslide

Welke zintuigen worden gebruikt?

Slide 4 - Tekstslide

Welke zintuigen heb je?
Met je  zintuigen neem je waar wat er om je heen gebeurt. 
Je ogen, oren, tong, huid en neus zijn zintuigen. Met de zintuigen kun je
informatie uit je omgeving waarnemen.
Waarnemen is zien, horen, proeven, voelen en ruiken.

Een prikkel is informatie uit je omgeving.
Elk zintuig is gevoelig voor een eigen prikkel. 
Prikkels zijn: licht, geluid, geurstoffen en smaakstoffen. 
Met je huid kun je vier verschillende prikkels waarnemen: 
kou, warmte, pijn en aanraking.
Zintuig
Prikkel
oor
geluid
oog
licht
neus
geurstoffen
tong
smaakstoffen
huid
1 pijn
2 kou
3 warmte
4 aanraking

Slide 5 - Tekstslide

oren
huid
tong
neus
ogen
zoetigheid
muziek
parfum
licht
warme thee
koude wind
aanraking

Slide 6 - Sleepvraag

Je lichaam reageert op een prikkel
Hoe reageert je lichaam op een prikkel?
Na een waarneming kun je reageren: je doet iets. Je hoort bijvoorbeeld te telefoon rinkelen. Je reageert door hem op te nemen.Of: je wilt oversteken en ziet een auto aankomen. Je reageert door te blijven staan.
Als er een prikkel bij een zintuig komt, reageer je niet direct. Eerst maakt je zintuig van de prikkel een bericht. Dit bericht gaat naar je hersenen. Je hersenen beslissen hoe je op de prikkel gaat reageren. 

In de strip zie je hoe dat werkt als de telefoon gaat.
1. Je oor vangt de prikkel geluid op.
2. In je oor wordt van de prikkel ‘geluid’ een bericht gemaakt. Dit bericht gaat naar je hersenen.
3. Als het bericht in je hersenen komt, weet je pas wat je hoort: je hoort de telefoon rinkelen. Je hersenen beslissen hoe je gaat    reageren.
4. Je hersenen sturen een bericht naar je spieren.
5. Je lichaam reageert. De spieren in je arm trekken samen en je pakt de telefoon op.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wie beslist er hoe je gaat reageren?
A
je oren
B
je hersenen
C
je ogen
D
je gevoel

Slide 9 - Quizvraag

Hoe worden berichten in je lichaam verstuurd?
De berichten van zintuigen en van de hersenen worden verstuurd via de zenuwen. De zenuwen zijn een soort dunne draden.
Zenuwen liggen:
- tussen de zintuigen en de hersenen
- tussen de hersenen en de spieren

In het plaatje zie je de zenuwen in je lichaam.

De zenuwen lopen in je rug via het ruggenmerg
naar de hersenen. Het ruggenmerg zit goed beschermd in je wervelkolom. Je zenuwen, hersenen en ruggenmerg vormen samen je 
zenuwstelsel.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Ik weet hoe prikkels en zintuigen in een lichaam werken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Aan de slag!

Maken:
Werkboek opdracht 3 t/m 15

Klaar?
- samenvatting 
- test jezelf

Slide 13 - Tekstslide