Bijwoordelijke bepaling

Programma van de les 2TL2

Programma:

  • Lezen uit je leesboek
  • Leerdoelen
  • Uitleg ontleden
  • Aan de slag met ontleden
  • Check leerdoelen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programma van de les 2TL2

Programma:

  • Lezen uit je leesboek
  • Leerdoelen
  • Uitleg ontleden
  • Aan de slag met ontleden
  • Check leerdoelen

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Na de les kun je de volgende zinsdelen benoemen:

  • Persoonsvorm
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Onderwerp
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp
  • Bijwoordelijke bepaling


Slide 3 - Tekstslide

Zinsdelen

Een zinsdeel kan een woord, maar ook een groepje woorden zijn.

Ieder 'stukje' van de zin dat je voor de PV kunt plaatsen is een apart zinsdeel.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Vorig jaar | heb | ik voor mijn vrienden een damtoernooi | georganiseerd. |

Ik | heb | vorig jaar voor mijn vrienden een damtoernooi | georganiseerd. |

Voor mijn vrienden | heb | ik vorig jaar een damtoernooi | georganiseerd. |

Een damtoernooi | heb | ik vorig jaar voor mijn vrienden | georganiseerd. |

Slide 5 - Tekstslide

even oefenen...
Op het Fioretti College zitten de leukste leerlingen van Nederland.



Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm? 1/2
Soms rijdt mijn broertje door een rood verkeerslicht.

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord
rijdt

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm? 1/2
Waarom wandelt Elise de avondvierdaagse?

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord
Wandelt


Slide 11 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
  • Alle werkwoorden uit de zin
  • Dus: persoonsvorm + andere werkwoorden uit de zin

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de wwg?
1. Ik zal morgen een broek gaan kopen.
2. Ik heb de hond te veel eten gegeven.

Slide 14 - Tekstslide

Onderwerp

Slide 15 - Tekstslide

Het onderwerp
 Zoek de persoonsvorm
 Vraag: wie of wat + persoonsvorm
 Het antwoord op die vraag is het onderwerp

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de zin?
1. Klas 2h1 is geweldig!
2. De moeder van mijn vriendin is vorige week op reis gegaan.

Slide 17 - Tekstslide

Lijdend voorwerp

Slide 18 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is antwoord op de vraag: wie/wat + onderwerp + gezegde? Je mag de volgorde veranderen.

Ik geef het boek aan Jan.

Wat geef ik? Het boek.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het lv?
1. Marjan geeft Anne een prachtige bos bloemen.

Slide 20 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp

Slide 21 - Tekstslide

Het meewerkend voorwerp 

 Stel de vraag: Aan/Voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp? 



Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld meewerkend voorwerp:
De zon geeft ons energie.

Aan wie + gezegde + ond en lv.

Aan wie geeft de zon energie? = ons

Slide 23 - Tekstslide

Maak twee zinnen met een mv.

Slide 24 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.

Slide 25 - Tekstslide

Om de bijwoordelijke bepaling te vinden, stel je de vragen:
  • waar?= bijwoordelijke bepaling van plaats
  • wanneer?= bijwoordelijke bepaling van tijd
  • hoe?= bijwoordelijke bepaling van reden

Ook geeft de bijwoordelijke bepaling een (on)waarschijnlijkheid aan. Denk aan woorden als: misschien, eventueel, niet, wel enz.


Slide 26 - Tekstslide

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

1. Morgen ga ik misschien zwemmen.
2. Op de fiets ging ik gisteren naar de stad.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maak het stencil.
Tijd? ongeveer 10 minuten.
Hulp? Vraag je buren of steek je vinger op.
Uitkomst? Kijk je werk na met het nakijkblad.
Klaar? Maak een keuze. Waar wil jij extra mee oefenen? Ga naar Cambiumned (link staat in Classroom). 

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoel checken
 Gisteravond gaf Marie mijn lieve ouders de grote bos bloemen.
pv =
wg =
ow=
lv =
mv=
bwb= 

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoel checken
 Gisteravond gaf Marie mijn lieve ouders de grote bos bloemen.
pv = gaf
wg = gaf
ow= Marie
lv = de grote bos bloemen
mv= mijn lieve ouders
bwb=  

Slide 30 - Tekstslide