Comparisons Independent

Comparisons
In deze PowerPoint ga je leren hoe je in het Engels vergelijkingen maakt.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Comparisons
In deze PowerPoint ga je leren hoe je in het Engels vergelijkingen maakt.

Slide 1 - Tekstslide

By the end of class..
- weet je wanneer je -er/-est gebruikt
- weet je wanneer je more/most gebruikt
- weet je wanneer je the/than gebruikt
- Kan je in het Engels zeggen dat mevrouw Van der Weiden de langste docent is die je kent.

Slide 2 - Tekstslide

5

Slide 3 - Video

00:52
Wat plak je achter een woord bij de overtreffende trap?
(He is short.. than my father.)

Slide 4 - Open vraag

01:03
Welk woord komt hier?
My mom is the ..... intelligent person I know.
A
mostest
B
moster
C
more
D
most

Slide 5 - Quizvraag

01:19
Wanneer gebruik je +er/+est?
A
wanneer je wil
B
bij lange woorden
C
bij korte woorden
D
verleden tijd

Slide 6 - Quizvraag

01:52
Bij hoeveel lettergrepen of meer gebruik je more/most?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

02:31
Kies het juiste antwoord:
My math grade is .... than my English grade.
A
more
B
worse
C
most
D
worst

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

It is hot today, but it was ________ yesterday.
A
the hottest
B
hotter
C
more hot

Slide 12 - Quizvraag

Sydney is ________ city in Australia.
A
the largest
B
largest
C
larger

Slide 13 - Quizvraag

I got a bad mark, but Jane’s mark was________ .
A
badder
B
worse
C
baddest

Slide 14 - Quizvraag

Athens is ________ than Rome.
A
olderer
B
older
C
more older

Slide 15 - Quizvraag

Jeremy is ________ runner in our class.
A
faster
B
the fastest
C
most fast

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

By the end of class..
- weet je wanneer je -er/-est gebruikt
- weet je wanneer je more/most gebruikt
- weet je wanneer je the/than gebruikt
- Kan je in het Engels zeggen dat mevrouw Van der Weiden de langste docent is die je kent.

Slide 18 - Tekstslide

Weet je wanneer je -er/-est gebruikt?
YES!
I think so...
No.

Slide 19 - Poll

Weet je wanneer je more/most gebruikt
YES!
I think so...
No.

Slide 20 - Poll

Weet je wanneer je the/than gebruikt?
YES!
I think so...
No.

Slide 21 - Poll

Kan je in het Engels zeggen dat mevrouw Van der Weiden de langste docent is die je kent?
YES!
I think so...
No.

Slide 22 - Poll

Do it!
Type: "Mevrouw Van der Weiden is de langste docent."

Slide 23 - Open vraag