Mit dem Fahrrad nach Holland statt Unterricht

das Programm
1. Sendung gucken:
Mit dem Fahrrad nach Holland statt Unterricht & Fragen machen
2. Im Plenum nachsehen

3. Lesedossier: Sophie Scholl

Lesdoel:  Je kunt informatie halen uit een korte Kijk-/luistertekst.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

das Programm
1. Sendung gucken:
Mit dem Fahrrad nach Holland statt Unterricht & Fragen machen
2. Im Plenum nachsehen

3. Lesedossier: Sophie Scholl

Lesdoel:  Je kunt informatie halen uit een korte Kijk-/luistertekst.

Slide 1 - Tekstslide

das Programm
1. Sendung gucken:
Mit dem Fahrrad nach Holland statt Unterricht & Fragen machen
2. Im Plenum nachsehen

3. Lesedossier: Sophie Scholl

Lesdoel:  Je kunt informatie halen uit een korte Kijk-/luistertekst.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hördossier

1.  Vergleiche deine Antworten mit deinem Nachbar oder
mit deiner Nachbarin.

2. Im Plenum nachsehen

Lesdoel:  Je kunt informatie halen uit een korte Kijk-/luistertekst.

Slide 4 - Tekstslide

De uitzendingen van neunEINhalb
duren altijd negen-en-een-halve
minuut.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

1. Wie viele Kilometer
werden sie fahren?
A
600 km
B
900 km
C
800 km
D
1000km

Slide 6 - Quizvraag

2. Wohin fahren sie?
A
Terschelling
B
Texel
C
Ameland
D
Vlieland

Slide 7 - Quizvraag

3. Wie viele Tage dauert
die Reise?

A
11 Tage
B
16 Tage
C
13 Tage
D
17 Tage

Slide 8 - Quizvraag

4. Das erste Problem
= Fahrrad kaputt.
Was muss repariert werden?

A
lekke band
B
remmen doen het niet meer
C
de bagagedrager is afgebroken
D
schakelt niet meer

Slide 9 - Quizvraag

5. Wie viel Geld können
sie pro Person pro Tag
ausgeben?

A
7,50 Euro
B
9,50 Euro
C
8,50 Euro
D
10,00 Euro

Slide 10 - Quizvraag

6. Was ist nicht einfach
wenn es in Strömen
regnet ?

A
om droog te blijven
B
pastamaaltijd voorbereiden op gasstel
C
om de weg te vinden
D
wordt niet verteld

Slide 11 - Quizvraag

7. Worüber muss die Gruppe
sich jeden Tag kümmern?

A
dat ze genoeg geld hebben om te eten
B
dat ze een geschikte slaapplek vinden
C
dat ze genoeg water bij zich hebben
D
dat wordt niet verteld

Slide 12 - Quizvraag

8. Nenne 1 Ding, das
die Jugendlichen NICHT
vermissen.

A
hun eigen bed
B
hun eigen douche
C
hun ouders
D
eten van thuis

Slide 13 - Quizvraag

9. Was lernen sie hier,
was sie in der Schule nicht
lernen?

A
leren over het klimaat
B
zelfstandiger worden
C
met geld om te gaan
D
wordt niet gezegd

Slide 14 - Quizvraag

'mit Geld klarzukommen'
betekent ....

A
goed overweg kunnen met geld
B
het goed kunnen vinden met elkaar
C
voor geld sex hebben
D
met weinig geld rondkomen

Slide 15 - Quizvraag

10. Nenne noch 2 Übernachtungsplätze,
die die Jugendlichen gefunden haben:

Slide 16 - Woordweb

11.  Was bedeuten diese Wörter, denkst du?

die Fähre

die Insel

das Meer

Slide 17 - Sleepvraag

12. Was war der Tiefpunkt?
Erkläre warum!

Slide 18 - Open vraag

Hoelang mogen ze op Texel
ontspannen voor de weer
400 km terugfietsen?
A
niet, meteen terug
B
2 dagen
C
1 dag
D
3 dagen

Slide 19 - Quizvraag

13. Leg in het Nederlands uit wat er met
`Projekt Herausforderung` bedoeld wordt.

Slide 20 - Open vraag

14. Schreibe mal auf Deutsch …. Würdest du gerne mit deiner Klasse nach Aachen radeln statt Unterricht? Motiviere deine Antwort.


Slide 21 - Open vraag

Leerdoel bereikt?
Kun je informatie halen uit een korte Kijk-/luistertekst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll