H6 - trema en koppelteken (les 2)

Koppelteken en trema - les 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Koppelteken en trema - les 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 6 - Taalverzorging (blz. 160-161)

Spelling - koppelteken en trema
opdracht 1 t/m 3

Slide 3 - Tekstslide

Zijn er vragen/opmerkingen over het huiswerk?

Slide 4 - Open vraag

Ik kan trema's en koppeltekens gebruiken in samenstellingen en afleidingen
010

Slide 5 - Poll

Kies het juiste woord
A
officieel
B
officiëel

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
naäpen
B
na-apen

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
Dieet
B
Diëet

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
Caféëigenaar
B
café-eigenaar

Slide 9 - Quizvraag

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kan je trema's en koppeltekens gebruiken in samenstellingen en afleidingen 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zoek en schrijf op!
Vraag 1: Wanneer gebruik je een koppelteken? (3x)


Vraag 2: Op welke letter komt een trema te staan?
timer
4:00

Slide 12 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

In aardrijkskundige namen.

Zuid-Spanje
Noord-Hollandse

Slide 13 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

Voor of na een cijfer, afkorting, letter(s) of symbool.

50-jarige
EU-land
tussen-s

Slide 14 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

Als de samenstelling anders verkeerd wordt uitgesproken.

auto-onderdelen
mee-eten

Slide 15 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je:

Voor of na een hoofdletter

Jan-Peter
T-shirt
(Noteren in het boekje)

Slide 16 - Tekstslide

Trema
Een trema zijn twee puntjes op een klinker.

Een trema is bedoeld om duidelijk te maken hoe je een woord uitspreekt.

Op welke letter komt een trema te staan?

Slide 17 - Tekstslide

Trema
Door een trema te zetten op de letter ná de breuk in de klank, spreek je het woord goed uit.

geïllustreerd

ge - illustreerd: vóór de i moet de klank worden gebroken.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Aan de slag
Hoofdstuk 6 - Taalverzorging (blz. 160-161)

Spelling - koppelteken en trema
Opdracht 4 en 5
KLAAR? 
Maak ook 6 en 7 (deze vind je alleen online)

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Quizje
Je krijgt steeds een woord te zien. Je schrijft dat woord goed op. Gebruik daarbij een koppelteken of trema. 

Slide 21 - Tekstslide

Ik kan trema's en koppeltekens gebruiken in samenstellingen en afleidingen
010

Slide 22 - Poll

geupload

Slide 23 - Open vraag

apkkeuring

Slide 24 - Open vraag

patienten

Slide 25 - Open vraag

astmaaanval

Slide 26 - Open vraag

meeeters

Slide 27 - Open vraag

Huiswerk 
Hoofdstuk 6 - Taalverzorging (blz. 160-161)

Spelling - koppelteken en trema
Opdracht 4 en 7

Slide 28 - Tekstslide