Ondersteunende dienst non-food week 3, taak 5

                  Lesbrief 10 
Mens en Omgeving
week 3  
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

                  Lesbrief 10 
Mens en Omgeving
week 3  

Slide 1 - Tekstslide

Weet je het nog?
We beginnen met een terugblik naar taak 3 en 4 

Slide 2 - Tekstslide

welke 4 soorten schoonmaakmiddelen zijn er?

Slide 3 - Open vraag

Om het beste resultaat te bereiken bij schoonmaken moet je het juiste schoonmaakmiddel kiezen. Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
  1. Reinigingsmiddelen
  2. Onderhoudsmiddelen 
  3. Desinfecteermiddelen 
  4. Oplosmiddelen 

Slide 4 - Tekstslide

zet de afbeelding op het juiste soort schoonmaakmiddel.
reinigingsmiddel
oplosmiddel
onderhoudsmiddel
desinfecteermiddel

Slide 5 - Sleepvraag

Een voorbeeld van een oplosmiddel is
A
chloor
B
allesreiniger
C
schoonmaakazijn
D
spiritus

Slide 6 - Quizvraag

Wat zien wij hier?
A
Toepassingsgebieden
B
Gevarensymbolen
C
Niet mengen!
D
Pictogrammen

Slide 7 - Quizvraag

Welk gevaarsymbool zie je hier?
A
Giftig
B
Ontvlambaar
C
Oxiderend
D
Irriterend

Slide 8 - Quizvraag

Deze week: taak 5 
Schoonmaakmaterialen reinigen 



leerdoelen:
-je controleert de materiaalwagen
-je leert de schoonmaakregels 

Slide 9 - Tekstslide

tekstbron 44 Schoonmaken volgens een plan 
  • Eerst opruimen
  • Werk van schoon naar vuil
  • Maak eerst droog schoon, daarna nat
  • Werk van boven naar beneden
  • Werk linksom of rechtsom 
  • Vuil sop? Maak nieuw sop. Sop na gebruik meteen weggooien i.v.m. hygiëne 
  • Controleer aan het eind de ruimte. Ruim de schoonmaakspullen op.

Slide 10 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Werkvolgorde
Werk van:
  • Van schoon naar vuil,
  • Van hoog naar laag.
  • Van droog naar nat

Slide 11 - Tekstslide

De juiste Schoonmaakregel is
A
Werk van binnen naar buiten.
B
Werk van laag naar hoog.
C
Werk van schoon naar vuil.
D
Eerst sanitaire ruimtes schoonmaken daarna kamer.

Slide 12 - Quizvraag

Waar heeft dit plaatje mee te maken?
A
schoonmaakregels
B
zelfredzaamheid
C
Ergonomie
D
motoriek

Slide 13 - Quizvraag

Schoonmaakregels:
Werk van boven naar beneden?
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag 
Taak 5 opdr 2,3,4
Overleg met de docent welke praktijkopdracht je kan gaan doen

Slide 15 - Tekstslide

Bedankt voor het meedoen
Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Tekstslide