7.1 De vorm f(x) = a(x – s)(x – t)

H7 Kwadratische functies
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H7 Kwadratische functies

Slide 1 - Tekstslide

7.1 De vorm                             
f(x)=a(xs)(xt)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Je leert hoe je uit de vorm f(x) = a(x − s)(x − t) opmaakt in welke punten de grafiek van f de x-as snijdt.


Slide 3 - Tekstslide

a, s en t  zijn parameters en het kunnen dus ook iedere andere willekeurige letter zijn....
b.v.                                                           
f(x)=a(xs)(xt)
f(x)=a(xd)(xe)

Slide 4 - Tekstslide

  • a kan ook 1 zijn, dan staat er niks ( x1 blijft immers gelijk)
  • Als je de haakjes uitwerkt krijg je de standaard vorm van de parabool weer terug...
      b.v.                                                                                  



f(x)=2(x3)(x4)
f(x)=2(x27x+12)
f(x)=2x214x+24
f(x)=a(xs)(xt)

Slide 5 - Tekstslide

Top/vorm van de parabool
Ook nu geldt
  • Als a<0dan is de grafiek een bergparabool
  • Als a>0 dan is de grafiek een dalparabool

Slide 6 - Tekstslide

Snijpunten x-as
De snijpunten van de grafiek met de x-as zijn (s,0) en (t,0)

Slide 7 - Tekstslide

Tip!
Uit het functievoorschrift
*snijpunten van de bijbehorende grafiek met de x-as aflezen. *dan ook de symmetrieas en de coördinaten van de top snel te bepalen. De symmetrieas ligt in het midden van de twee snijpunten met de x-as. 
*Dat is de x-coördinaat van de top. De y-coördinaat van de top vind je door de x-coördinaat in de formule in te vullen.             
f(x)=a(xs)(xt)

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijk!

Slide 9 - Tekstslide




Is de grafiek een berg- of een dalparabool?
f(x)=2(x3)(x+2)
A
Bergparabool
B
Dalparabool

Slide 10 - Quizvraag



Wat zijn de snijpunten met de x-as?
f(x)=2(x3)(x+2)
A
(-3,0) en (2,0)
B
(-3,0) en (2,0)
C
(3,0) en (-2,0)
D
(-3,0) en (-2,0)

Slide 11 - Quizvraag



Ligt punt (7,80) op de grafiek van f?
f(x)=2(x+1)(x2)
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht
Maak/check opdracht 4

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Belangrijk!

Slide 15 - Tekstslide

Maken en nakijken
7.1 De vorm f(x) = a(x - s)(x - t)

2, 3, (4 af), 5, 7 a+b, 8 en 9
Evt. samen 7 en 8 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video