CHAPITRE 3 RÉVISION

Bonjour la classe!
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Bonjour la classe!

Slide 1 - Tekstslide

objectifs/doelen
- À la fin de ce cours je peux..

1. Lire l'heure (klokkijken)
2. Het werkwoord aller correct kunnen vervoegen van nl naar frans
3.  mettre l'adjectif possessif correct dans la phrase.
4. utiliser (gebruiken) le passé composé

Slide 2 - Tekstslide

Bonjour la classe!
Commence silencieux ( begin in stilte avec l'excercice du début/ start opdracht)

Tu as fini les excercices? -> lis la feuille au dessous (lees onderaan de laatste opdracht)
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
1. tâche de début maken (5 min)
2. corriger ensemble (5 min)
3. subdiviser/ onderverdelen naar vraag. (20 min)
4. continuer avec la lettre (15 min)
5. révision (5 min)

Slide 4 - Tekstslide

Faites l'excercice 1,2,3 s.v.p!
Niveau sonore?: silencieux

quels excercices: 1,2,3,4

Klaar? Herhaal de woorden en zinnen van hoofdstuk 3 in WRTS


Fini? pratique avec la vocabulaire à la page 83!!
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Corriger!
Wissel van blad met jouw buurman / Changez de feuille avec ton/ta voisine.




timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Diviser!
Excercice 1: 1-2 fautes-> violet/paars-> fini? -> la lettre
Excercice 2: 1-2 fautes -> geel/jaune-> fini? -> la lettre
Excercice 3: 1-2fautes -> rouge/rood-> fini? -> la lettre
Excercice 4: 1-2 fautes -> vert/groen-> fini? -> la lettre
Tu veux travailler avec le prof? -> au fond de la classe
Bij iedere oefening maximaal 1 fout - la lettre
Tu as fini  la lettre? -> chapitre 5D online
timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoe begin je in het frans een zin als je wilt vertellen hoelaat het is?

Slide 9 - Open vraag

Vertaal: Het is 3 uur.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal: het is half 4.

Slide 11 - Open vraag

Wat zeg je als het kwart over is?

Slide 12 - Open vraag

Welke kloktijd hoort bij welke klok?
Il est une heure
Il est une heure et quart
Il est deux heures moins le quart
Il est une heure et demie

Slide 13 - Sleepvraag

Welke kloktijd hoort bij welke klok?
Il est une heure
Il est une heure et quart
Il est deux heures moins le quart
Il est deux heures et demie

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Video

avoir
=
hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 16 - Sleepvraag

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' (hebben) met het onderwerp
Hoe ging het werkwoord AVOIR ook weer?
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 17 - Sleepvraag

le présent
le passé composé
de verleden tijd
het heden

Slide 18 - Sleepvraag

Présent / passé composé (être/avoir)
Ik ben geweest
Jij bent
Hij is
Zij heeft
Men heeft gehad
Wij hebben gehad
Jullie hebben 
Zij zijngeweest
Tu es
Elle a
il est
J'ai été
Elles ont été
Vous avez
On a eu
Nous avons eu

Slide 19 - Sleepvraag

De passé composé van 'faire'
De passé composé van 'avoir'
De passé composé van 'être' 
fait
été
eu

Slide 20 - Sleepvraag

Uit welke elementen bestaat de passé composé in het Frans? Sleep die elementen naar het juiste vakje
Passé  composé
Vorm van het hulpwerkwoord être
Vorm van het hulpwerkwoord avoir
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord

Slide 21 - Sleepvraag

Passé composé
Manger
j'ai
Parler
tu as
Danser
il a
Jouer
on a
Aimer
nous avons
mangé
parlé
Dansé
joué
aimé

Slide 22 - Sleepvraag

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Geen passé composé
Je fais
Il parle
Il a parlé
Nous avons regardé
J'ai fait
Nous regardons

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Video

Dit zijn Franse bezittelijke voornaamwoorden
Deze woorden niet!
mon
ma
mes
ton
ta
tes
son
sa
ses
je
il
elle
tu
nous
vous

Slide 25 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
une piscine
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 26 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
une trousse
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 27 - Sleepvraag

Q12: Zie onderstaande bezittelijke voornaamwoorden. Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
mon
ton
son
ta
tes
mes
ses
ma
sa

Slide 28 - Sleepvraag

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 29 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les livres 
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 30 - Sleepvraag

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.
livres
frère
chambre
mon
mes 
ma

Slide 31 - Sleepvraag

Sleep de bezittelijk voornaamwoorden naar de juiste vertaling
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 32 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les plages
notre
nos
leur
leurs

Slide 33 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
un frère
sa
son
ses
votre
vos

Slide 34 - Sleepvraag

Slide 35 - Video

avoir
être
aller
gaan
hebben
zijn

Slide 36 - Sleepvraag

aller




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va

Slide 37 - Sleepvraag

Aller
je
tu
il/elle/on
vais
vas
va

Slide 38 - Sleepvraag

Hij (aller)

Slide 39 - Open vraag

Vous ... (aller)

Slide 40 - Open vraag

je (aller)

Slide 41 - Open vraag

aller (tu)

Slide 42 - Open vraag

Réfléchir sur le cours
Ecris/ schrijf op je wisbordje
1. Waar ben je vandaag beter in geworden?
2. Wat snap je nu beter dan aan het begin van de les?
3. Waar heb je nog moeite mee?

Slide 43 - Tekstslide