Toerisme vs. Recreatie: Het verschil ontdekken

Toerisme vs. Recreatie: Het verschil ontdekken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toerisme vs. Recreatie: Het verschil ontdekken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les zul je in staat zijn om het verschil tussen toerisme en recreatie te definiëren en te begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen leren en wat ze kunnen verwachten.
Wat weet jij al over Toerisme en Recreatie?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van Toerisme
Toerisme omvat reizen van mensen naar plaatsen buiten hun gebruikelijke omgeving voor ontspanning, zaken of andere doeleinden.

Slide 4 - Tekstslide

Definieer toerisme en geef voorbeelden.
Definitie van Recreatie
Recreatie omvat activiteiten die mensen doen om te ontspannen en te genieten, zoals sporten, wandelen, kamperen, enz.

Slide 5 - Tekstslide

Definieer recreatie en geef voorbeelden.
Doel van Toerisme
Het doel van toerisme is om nieuwe plaatsen en culturen te ontdekken, te ontspannen en te genieten van de ervaring.

Slide 6 - Tekstslide

Benadruk het belang van cultuur en ervaring bij toerisme.
Doel van Recreatie
Het doel van recreatie is om te ontspannen, plezier te hebben en lichamelijke en geestelijke gezondheid te bevorderen.

Slide 7 - Tekstslide

Benadruk het belang van gezondheid en welzijn bij recreatie.
Duur van Toerisme
Toerisme kan variëren van een dagtocht tot een langere vakantie van een paar weken of zelfs maanden.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende duur van toerisme.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is agrotoerisme?
A
Een vorm van toerisme waarbij alleen grote steden worden bezocht
B
Een vorm van toerisme waarbij alleen historische plekken worden bezocht
C
Een vorm van toerisme waarbij alleen luxe accommodaties worden bezocht
D
Een vorm van toerisme waarbij de nadruk ligt op het platteland en de agrarische sector

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuurtoerisme?
A
Een vorm van toerisme waarbij alleen stranden worden bezocht
B
Een vorm van toerisme waarbij alleen dierentuinen worden bezocht
C
Een vorm van toerisme waarbij de cultuur en tradities van een bepaalde regio worden ervaren
D
Een vorm van toerisme waarbij alleen pretparken worden bezocht

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ecotoerisme?
A
Een vorm van toerisme waarbij alleen historische plekken worden bezocht
B
Een vorm van toerisme waarbij de natuur en het milieu worden ontzien
C
Een vorm van toerisme waarbij alleen luxe accommodaties worden bezocht
D
Een vorm van toerisme waarbij grote steden worden bezocht

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duur van Recreatie
Recreatieve activiteiten kunnen variëren van een paar uur tot een hele dag of langer.

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende duur van recreatie.
Locaties van Toerisme
Toerisme vindt vaak plaats op plaatsen met historische, culturele of natuurlijke bezienswaardigheden, zoals musea, stranden of bergen.

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende locaties van toerisme en geef voorbeelden.
Locaties van Recreatie
Recreatieve activiteiten kunnen overal plaatsvinden, in parken, sportscholen, thuis of in de natuur.

Slide 15 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende locaties van recreatie en geef voorbeelden.
Verschillen tussen Toerisme en Recreatie
Toerisme gaat meestal over reizen naar nieuwe plaatsen en het ontdekken van nieuwe culturen, terwijl recreatie gaat over het doen van activiteiten om te ontspannen en te genieten van vrije tijd.

Slide 16 - Tekstslide

Vat de belangrijkste verschillen tussen toerisme en recreatie samen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.