H2 Artikelen in de winkel HERHALEN

H2 Artikelen in de winkel


Herhalen doormiddel van een quiz
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2 Artikelen in de winkel


Herhalen doormiddel van een quiz

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer maak je artikelen verkoopklaar?
A
Terwijl ze al in de winkel liggen
B
Voordat ze de winkel in gaan

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een artikelgroep?
A
Cola & Chips
B
Brood & Kaas
C
Cola & Fanta
D
Melk & Kaas

Slide 3 - Quizvraag

Waarom gebruiken wij beveiligingstags?

Slide 4 - Open vraag

Wat staat er op een schapkaart?

Slide 5 - Woordweb

Wanneer prijzen wij artikelen af?
[afprijzen]
A
Wanneer iets bijna overdatum is
B
Wanneer het in de aanbieding is
C
Wanneer het artikel nieuw in de winkel is

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een handige plek om actie artikelen neer te zetten?
A
Ergens achterin de winkel
B
Ergens midden in de winkel in het zicht
C
Ergens midden in de winkel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een moet artikel?
A
Afwasmiddel
B
Melk
C
Koekjes

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer is de attentiewaarde het hoogst?
A
Als het artikel opvalt
B
Als het artikel niet opvalt

Slide 9 - Quizvraag

Waarvoor gebruiken wij displays?
A
Voor extra ruimte om artikelen te plaatsen
B
Om artikelen TIJDELIJK extra onder de aandacht te brengen
C
Om artikelen extra onder de aandacht te brengen

Slide 10 - Quizvraag

Elk artikel staat op een andere hoogte.
Welke 4 presentatiehoogtes zijn er?

Slide 11 - Open vraag

Kijk even goed naar deze foto!

Slide 12 - Tekstslide

Wat zien wij op deze foto?
A
Een schappenplan
B
Een stappenplan

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat het woord FIFO voor?

Slide 14 - Open vraag

Waar staat de afkorting THT voor?

Slide 15 - Open vraag

Waar staat de afkorting TGT voor?

Slide 16 - Open vraag

Kijk goed naar deze foto!

Slide 17 - Tekstslide

Uit hoeveel facings bestaat de pindakaas met het blauwe label?
A
1
B
2
C
3
D
6

Slide 18 - Quizvraag

Kijk goed naar deze foto!

Slide 19 - Tekstslide

Welke vorm van combinatieplaatsing zien wij hier?
A
Contraplaatsing
B
Rug-aan-rugplaatsing
C
Nabuurplaatsing

Slide 20 - Quizvraag

Kijk goed naar deze foto!

Slide 21 - Tekstslide

Welke vorm van combinatieplaatsing zien wij hier?
A
Contraplaatsing
B
Nabuurplaatsing
C
Rug-aan-rugplaatsing

Slide 22 - Quizvraag

Kijk goed naar deze foto!

Slide 23 - Tekstslide

Welke vorm van combinatieplaatsing zien wij hier?
A
Nabuurplaatsing
B
Contraplaatsing
C
Rug-aan-rugplaatsing

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide