Thema 2 les 6+7: Voeding en vertering bij zoogdieren

bs 6: voeding en vertering bij zoogdieren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

bs 6: voeding en vertering bij zoogdieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt het verband aangeven tussen voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit

Slide 2 - Tekstslide

Dier eet voornamelijk:
Planten – herbivoren:  Herba = kruid/plant

Vlees- carnivoren:  Carne = vlees

Beiden/alles - omnivoren:  Omni = alles



Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken van het gebit

Slide 4 - Tekstslide

Herbivoren / planteneters
  • Hebben een langer verteringsstelsel (Bv: paard 40 meter!)
  • Plantaardig materiaal lastiger af te breken vanwege cellulose vezels in celwand van de
      plantencel
  • Plooikiezen om voedsel fijn te malen
      en hebben meestal geen hoektanden


Slide 5 - Tekstslide

Carnivoren / vleeseters
  • Kort verteringsstelsel, platte buik 
  • Grote en scherpe hoektanden
  • Knipkiezen om stukken vlees af te
        kunnen scheuren
  • Kiezen glijden langs elkaar als bij
       een schaar

Slide 6 - Tekstslide

hoektanden, snijtanden, knipkiezen

Slide 7 - Tekstslide

Omnivoren / alleseters
  • Middellang verteringsstelsel
  • Knobbelkiezen om voedsel fijn te malen
  • Hoektanden; soms groot om te jagen
       Bij sommige dieren even groot als de snijtanden 




Slide 8 - Tekstslide

herbivoor
omnivoor
carnivoor

Slide 9 - Tekstslide

Lengte van het darmkanaal

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bs. 7 Nadenken over eten

Slide 12 - Tekstslide

Deze les

Terugblik Gezonde voeding
Leerdoelen
Bs. 7 Nadenken over eten
Zelf aan de slag!

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt uitleggen dat minder vlees eten beter is voor de gezondheid en voor het milieu

Slide 14 - Tekstslide

Vlees eten
Eiwitten
B-vitamine (stofwisseling + zenuwstelsel)
IJzer (rode bloedcellen)

Te veel:
kans op beroerte, diabetes type 2,  darm-en longkanker

Slide 15 - Tekstslide

Geen vlees eten
Dierenleed
Lagere kans op ziektes

Extra groente en fruit eten
Vitamine C
Extra B12
Milieu

Slide 16 - Tekstslide

Landbouw gebruik

Slide 17 - Tekstslide

Veehouden
Veel land, water en voer nodig

Het voer  moet worden verbouwd en vervoerd

Broeikasgassen: Boeren, winden laten en mest

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel water is er nodig voor?
1  Hamburger

1 kilo Kaas

1 kippenei 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Waterweetjes
Je bespaart meer water door 450 gram rundergehakt te laten staan dan door twee maanden lang niet te douchen.

Het er ongeveer 1.790 liter water voor nodig om 1 kilo tarwe te verbouwen. Voor 1 kilo rundvlees is er meer dan vijf keer zoveel water nodig.

Er zijn 50 badkuipen water nodig om slechts één biefstuk te produceren.

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk
Maken
Bs 6: opdr. 1, 2, 3, 5, 6
Bs 7: opdr. 1, 2, 3

Slide 22 - Tekstslide