H4 NN 1-KGT HERHALING Woordenlijst H4

Woordenlijst H4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenlijst H4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je leert de betekenis kennen van de woorden uit woordenlijst H4.

Slide 2 - Tekstslide

Lege woordenlijst
Oefen eerst met de woordenlijst zonder de betekenissen. Deze krijg je van je docent.
1. Vul eerst in wat je weet
2. vul daarna in waarover je twijfelt
3. vul daarna woorden in die je niet kent.
4. Controleer je antwoorden via het woordenboek.

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden woordenlijst H4
Ben je klaar?
Vraag het antwoordblad op bij je docent. 

Slide 4 - Tekstslide

Aantonen =
A
bewijzen
B
het verschil zien
C
meedoen met
D
woorden

Slide 5 - Quizvraag

beleven =
A
enig in zijn soort
B
meemaken
C
voorrang, het meest belangrijk
D
laten zien

Slide 6 - Quizvraag

het certificaat =
A
uitleg hoe iets moet
B
controleren
C
het bewijs
D
vast en zeker

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent:
De kat uit de boom kijken.
A
Je wilt ergens lang over doen.
B
afwachten. Je bekijkt de boel eerst even, voordat je je mond open doet.
C
Je bent bang voor katten en hoopt dat die niet dichterbij komen.
D
Je liegt vaak en maakt er een gewoonte van.

Slide 8 - Quizvraag

gegarandeerd =
A
Vast en zeker
B
Controleren
C
Laten zien
D
Houden in stand

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent
toezicht houden?
A
afbreken
B
controleren of alles goed gaat, opletten
C
meehelpen
D
iets te graag of te snel willen doen

Slide 10 - Quizvraag

identiek =
A
in stand houden
B
vast en zeker
C
volledig hetzelfde
D
uitgebreide

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent prijzig?

Slide 12 - Open vraag

prioriteit =
A
het meest belangrijk, het belangrijkste
B
meemaken
C
De wegen ergens naartoe
D
vast en zeker

Slide 13 - Quizvraag

de routes =
A
het belangrijkste
B
laten zien
C
De wegen ergens heen
D
vast en zeker

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent traag?

Slide 15 - Open vraag

uitdagende =
A
meemaken
B
laten zien
C
uitnodigende, verleidelijke
D
enig in zijn soort

Slide 16 - Quizvraag

uitvoerige =
A
uitleg hoe iets moet
B
controleren
C
uitgebreide
D
laten zien

Slide 17 - Quizvraag

uniek =
A
meemaken
B
laten zien
C
uitnodigende
D
enig in zijn soort

Slide 18 - Quizvraag

ondanks alle moeilijkheden
steeds opnieuw proberen als het niet lukt
na veel nadenken over een oplossin
van boven naar beneden
op één of andere tijd
door dik en dun  
met vallen en opstaan 
na veel plussen en minnen 
van top tot teen  
vroeg of laat  

Slide 19 - Sleepvraag

Wat betekent 'lief en leed'
A
vragen
B
in voor- en tegenspoed
C
delen
D
geven

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent : als water en vuur
A
het warm en koud hebben
B
bijzonder
C
geestelijk
D
veel ruzie hebben

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent: met een lach en een traan
A
meer grappig dan verdrietig
B
vrolijkheid en verdriet
C
nep huilen
D
nep lachen

Slide 22 - Quizvraag

Leren voor de toets
Leer de woordenlijst H4 voor de toets.
- je kunt zinnen krijgen waarin een van deze woorden thuis hoort. 
- je kunt vragen krijgen over de betekenis van een woord. 

Slide 23 - Tekstslide

Einde
Einde woordenlijst H4

Slide 24 - Tekstslide