H3 NN 4-GT Woordenschat Woordenlijst H3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

H3 Woordenlijst

Leerdoel

Je leert de betekenis kennen van de woorden uit

woordenlijst H3

Lege woordenlijst

Oefen eerst met de woordenlijst zonder de betekenissen. Deze krijg je van je docent.

1. Vul eerst in wat je weet

2. vul daarna in waarover je twijfelt

3. vul daarna woorden in die je niet kent.

4. Controleer je antwoorden via het woordenboek.

Antwoorden woordenlijst H3

Ben je klaar?

Vraag het antwoordblad op bij je docent. 

Aantreffen

1. zoeken
2. vinden
3. botsen
4. ontwijken

Aanzienlijk

1. gebruiken
2. erg groot
3. weggehaald
4. zijn proeven gedaan

Wat betekent 'conflict'?

1. meningsverschil
2. Afspraak
3. Strijd
4. Verjaardag

ervaren
(dit is niet hetzelfde als ervaring)

1. voelen, beleven, meemaken
2. maken

Het tegengestelde van uiterlijk is innerlijk, het gaat dan om gevoelens en gedachten
Innerlijk =

1. binnenste
2. buitenste
3. mooiste
4. lelijkste

Wat betekent innerlijk?

1. het binnenste
2. spannend verhaal
3. persoon in een boek of film
4. eenvoudig plaatje

Wat ben je als je
onverschillig bent?

1. jaloers
2. ongeïnteresseerd
3. wantrouwend
4. verdrietig

sympathie

1. leuk vinden
2. genegenheid, gevoel dat je iemand aardig vindt
3. weerzin
4. band hebben

Wat betekent...
tegenspreken

1. geheel, compleet
2. duidelijk worden, duidelijk zijn
3. waar je vanuit gaat
4. het tegenovergestelde zeggen

Ik heb zin in Nederlands want ik heb uitsluitend positieve dingen over de docent gehoord.
Uitsluitend =

1. helemaal niet
2. totaal niet
3. alleen maar
4. een beetje

Wat betekent 'vastberaden'?

1. vasthoudend
2. zonder twijfels iets doen
3. in opstand komen
4. met enige twijfel

Wat betekent 'verontwaardigd'?

1. boos om iets wat jou is aangedaan
2. natuurlijke kwaadheid
3. huidige
4. vriendschappelijk

Wat betekent verwijten?

1. een beschuldiging
2. een opmerking
3. zeggen dat iemand iets verkeerd heeft gedaan
4. kwaad zijn op

Wat is de betekenis van willekeurig

1. zomaar gekozen
2. aannemelijkheid
3. zich niet houden aan, inbreuk maken op
4. grilligheid, eigenmachtigheid

met de hand over het hart strijken

1. Iets vergeven
2. Hij heeft er genoeg van
3. Hij is helemaal gezond.
4. Door en door

met vallen en opstaan

1. vrolijkheid en verdriet
2. steeds opnieuw proberen als het niet lukt
3. voor- en tegenspoed
4. op één of andere tijd

met vallen en opstaan

1. vrolijkheid en verdriet
2. steeds opnieuw proberen als het niet lukt
3. voor- en tegenspoed
4. op één of andere tijd

Wat betekent de uitdrukking?
'zitten plussen en minnen'

Wat betekent: met een lach en een traan

1. meer grappig dan verdrietig
2. vrolijkheid en verdriet
3. nep huilen
4. nep lachen

Met mate

1. Veel te veel
2. Niet teveel
3. Positieve
4. Vastkleven

Met hart en ziel

1. Met alle kracht en liefde
2. Iets vergeven
3. Hij is gezond
4. Met alle kracht en liefde

Nu komt de aap uit de mouw betekent ...

1. Achter een leugen komen
2. Erachter komen dat iemand liegt
3. Iemand zien die je lang niet gezien hebt
4. Nu blijkt wat werkelijk de bedoeling was

woordgroepen:
m.a.w.

1. moeten allemaal werken
2. met andere woorden
3. meer andere wetenschappen
4. minder aftrek winst

Woordgroepen
Kort af:
dat wil zeggen

1. dwz
2. d.w.z.
3. DWZ
4. D.W.Z.

Woordgroepen:
Welke woordgroep is dit?
z.s.m.

1. aanstaande
2. in overleg met
3. zoek snel met
4. zo snel mogelijk

woordgroepen:
Waar staat de afkorting d.m.v. voor?

1. denk maar voort
2. door middel van
3. duw minder ver
4. dit mag vervolgens

Woordgroepen:
wat is de afkorting van mbo

Wat is geen woordgroep:
in bedrijf stellen - in stand houden
ter beschikking stellen - actief

Leren voor de toets

- de betekenis van de woorden uit de woordenlijst

- de betekenis van woordengroepen uit het lesboek

- de betekenis van de uitdrukking uit de woordenlijst