Thema 5 week 4 les 15

Taal woordenschat
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de themawoorden naar het juiste plaatje
De omgeving
Inenten
Het artikel
De hoefsmid
Een tip geven
Strelen

Slide 3 - Sleepvraag

Welk themawoord hoort er bij deze uitleg? Een tekst die uitlegt hoe je een apparaat moet uitleggen
A
de manen
B
de handleiding
C
het noodgeval
D
het artikel

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor opletten?
A
oppassen
B
strelen
C
een tip geven
D
de instructie

Slide 5 - Quizvraag

Zet de woorden in de juiste kast.
Het huisdier
Het wilde dier
Tam
Leeft in het wild
Zoekt zelf eten
Wild
Leeft bij mensen
Krijgt eten

Slide 6 - Sleepvraag

Vul het goede woord in.
1. Zij zogen hun jongen
A
Beweert
B
Zogen
C
Moedermelk
D
Zoogdieren

Slide 7 - Quizvraag

Waar of niet waar.
Een vis ademt door zijn kieuwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Zoek het waar-deel bij elke zin. Sleep het waar-deel naar het rode vlak.
De hond ligt..
De parkiet fluit..
De koe graast..
De kippen pikken..
De aap klimt..
..in de wei
.. in de kooi
.. in de boom
.. in de mand
.. in het zand

Slide 9 - Sleepvraag

Dank u wel dat u ... mijn poes wilt ..
A
handleiding
B
tip geven
C
op passen
D
noodgeval

Slide 10 - Quizvraag

Lees alstublieft de .. in deze handleiding.
A
instructies
B
tip geven
C
handleiding
D
noodgeval

Slide 11 - Quizvraag

Ik wil u graag nog een ...
A
handleiding
B
tip geven
C
noodgeval
D
instructies

Slide 12 - Quizvraag

Zet de woorden in de juiste kast.
Babydieren
Volwassen dieren
de leeuw
De kitten
De kat
De kalkoen
De welp
Het schaap
Het lam
Het kuiken

Slide 13 - Sleepvraag

Welke horen bij elkaar. Schuif de blauwe naam naar de rode het goede rode vakje.
De kip
De koe
Het paard
De hond
De kat
Pup
kitten
Kuiken
Kalf
Veulen

Slide 14 - Sleepvraag

Wat zou je nog willen leren voor de toets?

Slide 15 - Open vraag