procenten 5.4

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Procenten

Paragraaf 5.4

Wat gaan we doen?

• Herhalen
  
• uitleg procenten
• zelfstandig werken

623,67 : 100 =

1. 0,62367
2. 6,2367
3. 62,367
4. 62367

Waarop is afgerond bij het onderstaande getal?
42300

1. eenheden
2. tientallen
3. honderdtallen
4. duizendtallen

Rond 21,25098 af op één decimaal

1. 21,25
2. 21
3. 21,2
4. 21,3

Rond 59,87501 af op gehelen.

1. 59,9
2. 59
3. 59,88
4. 60

1. -661
2. 6
3. -6433
4. 6433

Procent blz. 196

• Procent komt van het latijn pro centum. Dit betekent per honderd.

• Het totaal bij procenten is altijd 100.
  

Procenten

• Om van een percentage een decimaal getal te maken moet je dus delen door 100.
  

• 36% = 0,36
• 16% = 0,16
• 7% = ...?
• 100% = ...?

Procenten

• In jullie klas zitten 27 leerlingen. 
  
• Stel 12% is ziek. Hoeveel leerlingen zijn er aanwezig.
  

• 0,12 x 27 = 3,24 leerlingen zijn ziek. 
  
• 0,12 x 27 ≈ 3 leerlingen zijn ziek.
  

• Dus 27 - 3 = 4 leerlingen zijn aanwezig
  

Procenten

In een kleding winkel krijg je op elk artikel 25% korting.

Ik koop een broek van €39,95,-

Hoeveel moet ik betalen?

Oefenen

Wat: opdracht 50

Hoe: alleen

Hulp: geen

Tijd: 3 minuten

Uitkomst: nakijken met nakijkboekje + klassikaal bespreken

Klaar: 41, 46, 49, 52, 53 en 55

Zelfstandig werken

Wat: 41, 46, 49, 50, 52, 53 en 55

Hoe: alleen

Hulp: docent of buurman/buurvrouw

Tijd: tot einde van de les

Uitkomst: nakijken!!!!!!!!!!

Klaar?: theorie B blz. 198 lezen en opdracht 57 en 60 maken