procenten 4.5

Procenten H4.5
Ga rustig zitten op je plek en log alvast in met de code van lessonup IN STILTE !!!!!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Procenten H4.5
Ga rustig zitten op je plek en log alvast in met de code van lessonup IN STILTE !!!!!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Uitleg procenten
  • Zelfstandig werken
  • Blooket (4e of 5e uur)

Slide 2 - Tekstslide

623,67 : 100 =
A
0,62367
B
6,2367
C
62,367
D
62367

Slide 3 - Quizvraag

Waarop is afgerond bij het onderstaande getal?
42300
A
eenheden
B
tientallen
C
honderdtallen
D
duizendtallen

Slide 4 - Quizvraag

Rond 21,25098 af op één decimaal
A
21,25
B
21
C
21,2
D
21,3

Slide 5 - Quizvraag

Rond 59,87501 af op gehelen.
A
59,9
B
59
C
59,88
D
60

Slide 6 - Quizvraag


A
-661
B
6
C
-6433
D
6433

Slide 7 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag leren?

Aan het eind van de les:
  • weet je wat een breuk, decimaal en procent is
  • kan je bij een gegeven procent een aantal uitrekenen. 
  • kan je met een procententabel rekenen

Opdrachten om te maken:
4.3: 48, 49, 50, 51, 53, 57, 59, 61
4.4: 64, 65, 67, 71, 73, 74, 76
4.5: 79 t/m 81, 83, 84, 86, 88, 90, 92, 93, 96, 98


Slide 8 - Tekstslide

Procent blz. 218
  • Procent komt van het latijn pro centum. Dit betekent per honderd.

  • Het totaal bij procenten is altijd 100.

Slide 9 - Tekstslide

Breuken en procenten


  • 100%  van iets  -  is alles =  1
  • 50% is de helft van 100. (100:2 = 50) = 0,5 =1/2
  • 20% is een vijfde deel van 100%. (100:5 = 20) = 1/5
  • Een aantal standaardbreuken die je moet weten:
  • Hoeveel procent is 3/5?
  • Welke breuk hoort bij 80%?

Slide 10 - Tekstslide

Procenten
  • Om van een percentage een decimaal getal te maken moet je dus delen door 100.

  • 36% = 0,36
  • 16% = 0,16
  • 7% = ...?
  • 100% = ...?

Slide 11 - Tekstslide

Procenten
  • In jullie klas zitten 27 leerlingen. 
  • Stel 12% is ziek. Hoeveel leerlingen zijn er aanwezig.

  • 0,12 x 27 = 3,24 leerlingen zijn ziek. 
  • 0,12 x 27 ≈ 3 leerlingen zijn ziek.

  • Dus 27 - 3 = 24 leerlingen zijn aanwezig

Slide 12 - Tekstslide

percentages berekenen met verhoudingstabel
wat is het percentage voor zes zieke leerlingen ?

Slide 13 - Tekstslide

Procenten
In een kleding winkel krijg je op elk artikel 25% korting.
Ik koop een broek van €39,95,-
Hoeveel moet ik betalen?

Slide 14 - Tekstslide

In een kleding winkel krijg je op elk artikel 25% korting.
Ik koop een broek van €39,95,-
Hoeveel moet ik betalen? Alleen een getal. Gebruik een komma

Slide 15 - Open vraag

4% van 80
A
32
B
0,32
C
3,2
D
320

Slide 16 - Quizvraag

28 % van 550
A
154
B
15,4
C
1,54
D
1540

Slide 17 - Quizvraag

50% van 90
A
4,5
B
44
C
45
D
450

Slide 18 - Quizvraag

73,4% van 2400
A
1761600
B
1761,6
C
176,16
D
17,616

Slide 19 - Quizvraag

0,5% van 35
A
1,75
B
17,5
C
0,0175
D
0,175

Slide 20 - Quizvraag

0,03% van 404
A
1,212
B
12,12
C
121,2
D
0,1212

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk voor maandag
Maak opdracht 48 t/m 55

Slide 22 - Tekstslide

Oefenen
Wat: opdracht 81 (H4.5)
Hoe: alleen
Hulp: geen
Tijd: 3 minuten
Uitkomst: nakijken met onlineboek + klassikaal bespreken
Klaar: 79 t/m 81, 83, 84, 86, 88, 90, 92, 93, 96, 98

timer
3:00

Slide 23 - Tekstslide

33,3%
75%
29,95
33,3
Procent
0,5
Decimaal
Breuk

Slide 24 - Sleepvraag

In een aquarium zitten 60 vissen, er zijn 30% rode vissen. Hoeveel van de vissen is rood? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.

procent

aantal
1
0,6
18
60
100
30

Slide 25 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
Wat: H4.3 +H4.4 +H4.5
Hoe: alleen
Hulp: docent of buurman/buurvrouw
Tijd: tot einde van de les
Uitkomst: nakijken!!!!!!!!!!
Klaar?: H4.5 afmaken

Slide 26 - Tekstslide