lesson 1

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

UNIT 3 - LESSON 1

Plan

TRANSLATE:
hairdresser

1. haarband
2. kapper
3. haren knippen
4. haar aankleden

TRANSLATE:
sweep (to...)

1. (aan)vegen
2. (aan)geven
3. afgeven
4. zweep

TRANSLATE:
Hallo, kan ik u helpen?

1. Hello, how can I help you?
2. Hello, who can I help you?

Leerdoel

• I will learn how to say what I am doing right now in English.
• Ik ga leren hoe ik in het Engels zeg wat ik nu aan het doen bent.

Wat doe je?

Op de vraag 'Wat doe je (nu)?' kun je de volgende antwoorden geven:

• Ik werk nu in de winkel 
  
• Ik ben in de winkel aan het werk. 
  

Er is iets NU aan de gang in beide zinnen!

Wat doe je?

Als iets NU aan de gang is in het Engels gebruik je...

 am / are / is + werkwoord + -ing

Voorbeeld:

work               I'm working in the shop (now).

get                  She's getting good stories (now).

FILL IN:
ring The phone ... now.

1. is ringing
2. are ringing
3. am ringing
4. be ring

Get to work!

• Ik maak opdracht 1 t/m 5 van unit 3!
  
• Liever extra instructie? AAN DE INSTRUCTIETAFEL.

Ik stel vragen door mijn hand op te steken!

Klaar?

• Ik doe iets voor mezelf (lezen, tekenen, leren voor de grote toets van unit 2, niet op de mobiel...)

Evaluation

• What went well?
• What can go better next time?