spelling blok 8 les 12
1 / 17
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Luister naar het woord en schrijf hem op
Slide 2 - Open vraag
Luister naar het woord en schrijf hem op
Slide 3 - Open vraag
Luister naar het woord en schrijf hem op
Slide 4 - Open vraag
Luister naar het woord en schrijf hem op
Slide 5 - Open vraag
Luister naar het woord en schrijf hem op
Slide 6 - Open vraag
Luister naar het woord en schrijf hem op
Slide 7 - Open vraag
Vul het werkwoord juist in:
opgroeien - ik ....
opgroeien - ik ....
Slide 8 - Open vraag
Vul het werkwoord juist in:
opzoeken - hij ...
opzoeken - hij ...
Slide 9 - Open vraag
Vul het werkwoord juist in:
wegrennen- wij...
wegrennen- wij...
Slide 10 - Open vraag
Vul het werkwoord juist in:
ophalen - hij...
ophalen - hij...
Slide 11 - Open vraag
Vul het werkwoord juist in:
invullen- ik...
invullen- ik...
Slide 12 - Open vraag
Vul het werkwoord juist in:
nakijken- wij...
nakijken- wij...
Slide 13 - Open vraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin: Piet speelt met de blauwe bal.
Slide 14 - Open vraag
Wat is het werkwoord in deze zin: Piet speelt met de blauwe bal.
Slide 15 - Open vraag
Wat is het voorzetsel in deze zin: Piet speelt met de blauwe bal.
Slide 16 - Open vraag
Wat is het lidwoord in deze zin: Piet speelt met de blauwe bal.
