Op weg naar rijbewijs B - les 5

Op weg naar rijbewijs B - les 5
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Op weg naar rijbewijs B - les 5

Slide 1 - Tekstslide

1. Een kruispunt
Een kruispunt is een plaats waar twee of meer openbare wegen samenkomen. Ook als een pad of aardeweg samenkomt met een verharde weg, spreekt men over een kruispunt. 

Wanneer je een kruispunt nadert, moet je als 
weggebruiker extra voorzichtig zijn.

Slide 2 - Tekstslide

1. Een kruispunt
Nabij kruispunten zijn soms witte pijlen op de rijstroken geschilderd. Zij geven aan in welke rijrichting de voertuigen moeten rijden.

Slide 3 - Tekstslide

1. Een kruispunt
Op de openbare wegen staan vaak verkeersborden. Verkeersborden gelden steeds tot aan het eerstvolgende kruispunt. 

Eens voorbij het kruispunt gelden ze niet 
meer en volg je terug de normale 
snelheidsregel. 

Slide 4 - Tekstslide

2. Voorrangstrap 
De verkeersvoorschriften gelden in een bepaalde hiërarchische volgorde. 
Zodra er voorschriften van een hogere trede 
aanwezig zijn, zijn die van de lagere trede 
niet meer van toepassing.

De voorrangsstrap van hoog naar laag:
  • Bevoegde persoon
  • Verkeerslichten
  • Verkeersborden
  • Verkeersregels

Slide 5 - Tekstslide

3. De voorrangsregels 

Slide 6 - Tekstslide

Wie van de bestuurders moet voorrang verlenen?
A
De auto
B
De fietser

Slide 7 - Quizvraag

3.1. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrang van/aan rechts verlenen
Op een kruispunt zonder verkeersborden of verkeerslichten geldt de regel: voorrang van rechts. 
De fietser komt van rechts dus hij heeft voorrang. 
De auto moet voorrang verlenen aan de fietser. 




Slide 8 - Tekstslide

3.1. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrang van/aan rechts verlenen 
Bij sommige kruispunten waar de 
algemene regel geldt, zie je toch een 
voorrangsbord staan (zie foto). 
Het bord waarschuwt je dat je een 
kruispunt nadert waar je voorrang moet 
verlenen aan bestuurders die van rechts 
komen.



Slide 9 - Tekstslide

Wie krijgt er voorrang in deze situatie?
A
De auto
B
De bromfietser

Slide 10 - Quizvraag

3.1. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrang op het eerstvolgende kruispunt
Dit verkeersbord (zie foto) betekent dat andere bestuurders jou voorrang moeten verlenen op het kruispunt.

Er bestaan varianten die telkens verduidelijken uit welke zijstraten de bestuurders komen die jou op het kruispunt voorrang 
moeten verlenen.

De dikke zwarte lijn symboliseert de hoofdweg waar jij op 
rijdt, de smallere zwarte lijn verwijst naar de zijstraten links en/of rechts.



Slide 11 - Tekstslide

Wie moet er in deze situatie voorrang verlenen?
A
De zwarte auto
B
De grijze auto

Slide 12 - Quizvraag

3.1. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrangsweg
Dit verkeersbord zegt dat je op een 
voorrangsweg rijdt. 
Als je dit ziet, weet je dat je op alle volgende 
kruispunten voorrang zult krijgen, tot je het 
verkeersbord “einde voorrangsweg” ziet staan



Slide 13 - Tekstslide

3.1. Voorrang verlenen op kruispunten
Stoppen en voorrang verlenen
Een stopbord wil zeggen dat je moet 
stoppen en voorrang moet verlenen 
aan alle bestuurders (bv. auto’s, fietsers) 
op de kruisende weg. Ook als er geen auto 
komt, moet je stoppen


Je hoeft geen voorrang te geven aan voetgangers. Zij zijn geen bestuurders



Slide 14 - Tekstslide

3.1. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrang verlenen en indien nodig stoppen
Een omgekeerde driehoek wil zeggen dat je op het eerstvolgende kruispunt voorrang moet verlenen aan bestuurders en indien nodig moet stoppen.


Hier komt een bestuurder aan, dus moet je stoppen, 
mocht de fietser er niet zijn, ben je niet verplicht om 
volledig te stoppen. Je stopt aan de haaientanden. 



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Wat betekent dit verkeersbord?

Slide 17 - Open vraag

Ik rij dit verkeersbord voorbij. Wat is mijn maximale snelheid nu?

Slide 18 - Open vraag

3. De bebouwde kom
De bebouwde kom is een gebied 
waarvan de invalswegen worden aangegeven 
door een van volgende borden.




Het gele bord met rode rand geeft enkel het administratieve begin 
van een gemeente aan.Het geeft dus NIET het begin van een 
bebouwde kom aan en heeft voor de rest 
geen enkele betekenis.


Slide 19 - Tekstslide

4. Een woonerf
In een woonerf mogen voetgangers de hele breedte van de openbare weg gebruiken. Je mag er alleen parkeren in de aangeduide parkeervlakken. Stilstaan mag overal indien je geen andere weggebruikers hindert.

Het begin van een woonerf wordt aangeduid door dit bord.
In een woonerf mag je niet sneller rijden dan 20 km/u 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de maximale snelheid in een woonerf?
A
20 km/u
B
30 km/u
C
50 km/u

Slide 21 - Quizvraag