H3.2 Deel 2: Het christendom wordt belangrijker

3.2 Het Christendom wordt belangrijk
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Het Christendom wordt belangrijk

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoelen
  • Uitleg 
  • Quiz
  • Opdrachten maken 
  • Huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan de 3 standen benoemen tijdens de middeleeuwen
  • Je kan omschrijven wat de belangrijkste taken waren van de verschillende standen
  • Je kan in eigen woorden omschrijven wat de volgende begrippen betekenen: Stand, geestelijke, paus, adel, ridder

Slide 3 - Tekstslide

Waar hebben we het gister over gehad?

Slide 4 - Tekstslide

Een standensamenleving
  • Middeleeuwse samenleving was verdeeld in standen

  • Een stand = Een groep mensen die volgens de middeleeuwers een eigen taak had. 

Slide 5 - Tekstslide

De drie standen 
  1. Geestelijkheid = Eerste stand. Iemand in dienst van de kerk, zoals de paus, priesters, monniken en nonnen. Hoogste geestelijke is de Paus.
  2. Adel / edelman = Tweede stand.  bijvoorbeeld een hertog, graaf of ridder (= Een goed bewapende ruiter). Dit werd je niet zomaar --> Vader was van adel of de koning maakte je tot adel.
  3. Boeren = derde en laagste stand. 

Slide 6 - Tekstslide

Taken van de drie standen 
  • Geestelijkheid: bidden voor de mensen

  • Adel: moest de geestelijken en boeren beschermen

  • Boeren: bewerkten het land en zorgden voor voedsel.

Slide 7 - Tekstslide

Een stand = Een groep mensen die volgens de middeleeuwers een eigen taak had.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen stand?
A
Geestelijkheid
B
Adel
C
Paus
D
Boeren

Slide 9 - Quizvraag

Wat was de hoogste stand?
A
Geestelijkheid
B
Adel
C
Boeren

Slide 10 - Quizvraag

Wat was de taak van de adel
A
Bidden
B
Voor voedsel zorgen
C
Beschermen van het volk

Slide 11 - Quizvraag

Heidenen zijn...
A
Mensen die in God geloven
B
Mensen die Jezus volgde
C
Mensen die geloven in natuurgoden

Slide 12 - Quizvraag

Een Germaanse god is...
A
Hades
B
Donar
C
Jupiter
D
Juno

Slide 13 - Quizvraag

Iemand die heidenen bekeerd noemen we een...
A
Paus
B
Monnik
C
Non
D
Missionaris

Slide 14 - Quizvraag

Het bekeren van de heidenen ging makkelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De hoogste leider van de kerk is...
A
De keizer
B
De koning
C
De priester
D
De paus

Slide 16 - Quizvraag

Iedereen tijdens de middeleeuwen kon zichzelf tot adel verklaren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van het opnemen van het Christendom in het dagelijks leven?
A
Trouwen in kerk
B
Gedoopt worden bij geboorte
C
Begraven worden bij kerk
D
A, B en C zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

Opdrachten maken 
  • Maak opdracht 7 t/m 10 van 3.2 
  • Maak de test jezelf van 3.2

  • Eerder klaar?
  • Maak de test jezelf van 3.1 
  • Maak een begrippenlijst 
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
  • Wat waren de drie standen tijdens de middeleeuwen?

  • Wat waren de taken van de drie standen? 

Slide 20 - Tekstslide

SO 
  • SO van H3
  • Donderdag 19 december, 2e uur

  • Leer: 
  • Paragraaf 3.1: Leven op het platteland
  • Paragraaf 3.2: Het Christendom wordt belangrijker

Slide 21 - Tekstslide