Hs 3: 3.8-3.9

Deel 2 van M&A hoofdstuk 3
We gaan verder waar we gebleven zijn.. .Blz. 139 van je boek.
Jullie hebben deze lesstof nodig om jullie activiteiten te kunnen voorbereiden en uitvoeren.
1) volgende week voor de klas = PTA cijfer
2) bij een organisatie in de buurt = PTA cijfer
3) eindactiviteit voor gasten op school = PTA cijfer
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Deel 2 van M&A hoofdstuk 3
We gaan verder waar we gebleven zijn.. .Blz. 139 van je boek.
Jullie hebben deze lesstof nodig om jullie activiteiten te kunnen voorbereiden en uitvoeren.
1) volgende week voor de klas = PTA cijfer
2) bij een organisatie in de buurt = PTA cijfer
3) eindactiviteit voor gasten op school = PTA cijfer

Slide 1 - Tekstslide

Wat maak je zelfstandig of als je zo klaar bent?
Blz. 140 t/m 155
Dit gaat over multiculturele samenleving en religie. Dit heb je ook gehad in het boek mens & gezondheid en is dus herhaling.

Maak dit thuis nog wel! Je leert ook voor de toets door deze opdrachten te maken ;-).

Slide 2 - Tekstslide

3.8 blz. 156 Interesse, wensen en behoefte
Je kan er op verschillende manieren achter komen waar een doelgroep interesse voor heeft of welke wensen zij hebben.

  • Het eerste contact (bijvoorbeeld een kennismakingsgesprek)
  • Signalen opvangen
  • Enquête maken
  • Interview afnemen
  • Observeren

Slide 3 - Tekstslide

Werken in een woonzorgcentrum
- Bekijk het filmpje
- Maak opdracht 3.18 blz. 156-157
timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

Formeel/informeel
Een formeel gesprek
een officieel gesprek

Een informeel gesprek
een spontaan gesprek

Slide 5 - Tekstslide

Verbaal/non-verbaal
Wat is dat?

Kunnen jullie voorbeelden geven?

Slide 6 - Tekstslide

Open en gesloten vragen
Open vragen: Dit zijn vragen die met Hoe, Waar, Waarom, Wanneer, Wat, Welke of Wie beginnen.
Gesloten vragen: Dit zijn vragen die met een werkwoord beginnen en met ja of met nee beantwoord kunnen worden.

Slide 7 - Tekstslide

Open of gesloten vraag?
Vindt u de wc’s op deze school schoon genoeg?
A
Open
B
Gesloten

Slide 8 - Quizvraag

Wat vind je van de sfeer in de aula?
A
Open
B
Gesloten

Slide 9 - Quizvraag

Mist je iets in de aula?
A
Open
B
Gesloten

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt u het liefst geïnformeerd over informatie van school? Via e-mail of via de website?
A
Open
B
Gesloten

Slide 11 - Quizvraag

Hebt u zin in een
wandeling?
A
Open
B
Gesloten

Slide 12 - Quizvraag

Wat vinden jullie van dit
plan?
A
Open
B
Gesloten

Slide 13 - Quizvraag

Wil je dit zelf oplossen, of
samen met collega’s?
A
Open
B
Gesloten

Slide 14 - Quizvraag

Wat eet je graag als lunch?
A
Open
B
Gesloten

Slide 15 - Quizvraag

Wat vind je het leukste vak op school?
A
Open
B
Gesloten

Slide 16 - Quizvraag

Welke opleiding heeft u nodig voor dit beroep?
A
Open
B
Gesloten

Slide 17 - Quizvraag

Wat vind je leuk en wat vind je minder leuk aan dit beroep?
A
Open
B
Gesloten

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
  • Opdracht 3.19 (blz. 157-158)
  • Opdracht 3.20 (blz. 159)
  • Opdracht 3.21 (blz 160-161)

Begrippen blz 171-174
Klaar? blz 131-156 maken tot timer afgelopen is.

timer
12:00

Slide 19 - Tekstslide

Waarnemen en observeren

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Objectief/subjectief
Objectief= Feiten, je laat je niet door je gevoel beïnvloeden.
Subjectief= Je gaat uit van je eigen gevoel of mening.

Maak opdracht 3.23 objectief of subjectief? 
Lees blz 167 Maak 168-169 opdr. 3.24 alleen a en b. 
- Klaar? 
- Begrippen blz 171-174 en tijd voor blz. 131 t/m 156
timer
8:00

Slide 22 - Tekstslide

Niet alle begrippen hoeven jullie te onthouden.

De docent zegt welke begrippen niet hoeven. 

Slide 23 - Tekstslide

Nabespreken
OPDRACHT 3.18

Slide 24 - Tekstslide

OPDRACHT 3.18

Voorbeeld vragen: Hoelang woont u hier al? Heeft u het naar uw zin? Heeft u kinderen? Waar woonde U vroeger? Heeft u hier vrienden? Wat vind u van het personeel? Vindt u het eten lekker?

Slide 25 - Tekstslide

Nabespreken
OPDRACHT 3.19

Slide 26 - Tekstslide

OPDRACHT 3.19
Beste mevrouw……. Heeft u algehoord dat er een computercursus in het buurthuis wordt gegeven. Gebruikt u zelf wel eens de computer en waarvoor? Weet u wat u met de computer allemaal kunt doen? Het is geen moeilijke cursus het wordt goed uitgelegd en u leert ook nog andere mensen kennen………………etc.

Slide 27 - Tekstslide

Nabespreken
OPDRACHT 3.20
Sollicitatiegesprek 
Gesprek met je vriendin 
Gesprek met je docent 
Gesprek met je coach 
Gesprek met je mentor 
Gesprek in de metro of bus 

Slide 28 - Tekstslide

opdracht 3.20
Sollicitatiegesprek formeel.
Gesprek met je vriendin informeel
Gesprek met je docent formeel.
Gesprek met je coach formeel.
Gesprek met je mentor formeel.
Gesprek in de metro of bus informeel.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 3.21
a. Nee, Mevrouw voelt zich nog helemaal niet lekker, heeft pijn en ze voelt zich eenzaam. Daar helpt een chocolaatje niet voor.
b. Ze heeft iets nodig voor de pijn. Je kan haar geruststellen dat ze wel weer opknapt en ze heeft behoefte aan gezelligheid.
c. Activiteiten waarbij ze ontdekt dat ze nog wel dingen kan en/of activiteiten waar ze andere mensen ontmoet.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 3.22
Bijvoorbeeld

Wat doet u in in uw vrije tijd?
Houdt u van bewegen?
Bent u lid van een club of een vereniging.
Wat zou u graag doen in uw vrije tijd?


Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 3.23
Miriam heeft een mooie roze trui aan. 
Johan zit op een stoel. 
Bobbie eet ijs. 
Mariska is niet aardig. 
Mevr. Klok kookt nooit. 
Mevr ter Harmsel is gezellig. 
Mevr ter Harmel gaat twee keer in de week naar het activiteitencentrum. 
Rachid is dom. 
Rachid kan niet naar school omdat er oorlog is.

Rachid kan niet naar school omdat er oorlog is. Is objectief.


Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 3.23
Miriam heeft een mooie roze trui aan. Is subjectief.
Johan zit op een stoel. Is objectief.
Bobbie eet ijs. Is objectief.
Mariska is niet aardig. Is subjectief. 
Mevr. Klok kookt nooit. Is objectief. 
Mevr ter Harmsel is gezellig. Is subjectief
Mevr ter Harmel gaat twee keer in de week naar het activiteitencentrum. Is objectief.
Rachid is dom. Is subjectief 
Rachid kan niet naar school omdat er oorlog is. Is objectief.


Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 3.24
nabespreken belangrijke opdrachten.  En nu alle begrippen... kijk, lees en schrijf mee...



Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Terug kijken op de doelen hoofdstuk 3 Ken je doelgroep 

De volgende vragen zijn belangrijk bij het nadenken over de doelgroep:

Ken je je doelgroep?
Kun je rekening houden met je doelgroep?
Kun je contact leggen met je doelgroep?
Ken je het verschil tussen formeel en informeel?
Weet je wat homogene en heterogene groepen zijn?
Kun je wensen en behoeften van de doelgroep achterhalen?
Kun je een enquête afnemen?
Kun je observeren?

Slide 39 - Tekstslide

Dank je wel voor de les!
Volgende week toets!

Leer de begrippen van hoofdstuk 1 t/m 3
Ken deze zo goed als mogelijk zoals in het boek staat. 

Heel veel succes!!

Slide 40 - Tekstslide