Examen 2021-I 6 t/m 12

Examen 2021-I 6 t/m 12
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examen 2021-I 6 t/m 12

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding
Ruim vijftig jaar lang gingen er in de Verenigde Naties (VN) stemmen op om een internationaal strafhof op te richten voor een mondiale strijd tegen straffeloosheid, voor internationale mensenrechten, voor veiligheid en voor stabiliteit. In 1998 werd het Statuut van Rome opgesteld voor de oprichting van het Internationaal Strafhof. In dit statuut staat welke gedragingen door het Internationaal Strafhof strafbaar worden gesteld en dat het Internationaal Strafhof verregaande bevoegdheden heeft het
internationaal strafrecht uit te oefenen. Nadat zestig staten het statuut ondertekenden, vestigde het Internationaal Strafhof zich in 2002 in Den Haag.
Het Internationaal Strafhof onderzoekt, en berecht wanneer nodig, individuen die aangeklaagd zijn voor misdaden in de internationale gemeenschap en die tot dan toe hun berechting konden ontlopen. Het Internationaal Strafhof treedt pas op als de staat waar de misdaden plaatsvonden niet kan vervolgen of niet wil vervolgen. Inmiddels hebben ruim 120 staten het statuut ondertekend, maar grootmachten, zoals China, Rusland, India en de Verenigde Staten, zitten daar niet bij. In 2018 dreigden de Verenigde Staten zelfs het Internationaal Strafhof actief tegen te werken. Het Internationaal Strafhof komt meer en meer onder druk te staan.

Slide 2 - Tekstslide

Het Internationaal Strafhof is het resultaat van samenwerking.
2p 6 Leg uit dat staten een multilaterale samenwerking zijn aangegaan om het
Internationaal Strafhof op te richten. Gebruik in je uitleg:
 een omschrijving van het begrip multilateraal;
 informatie uit de inleiding om multilateraal te illustreren;
 de omschrijving van het kernconcept samenwerking;
 informatie uit de inleiding om samenwerking te illustreren.

Slide 3 - Open vraag

Aantal behaalde punten
A
0
B
1
C
2

Slide 4 - Quizvraag

7 Leg uit dat het Internationaal Strafhof bijdraagt aan de institutionalisering
van het internationaal strafrecht. Gebruik in je uitleg:
 de omschrijving van het kernconcept institutionalisering;
 drie voorbeelden uit de inleiding om institutionalisering te illustreren.

Slide 5 - Open vraag

Aantal behaalde punten
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 6 - Quizvraag

8. Het cultuuruniversalisme en het cultuurrelativisme hebben verschillende uitgangspunten. VN-lidstaten pleiten met het Internationaal Strafhof onder meer voor de strijdpunten veiligheid, internationale mensenrechten en stabiliteit. 1p Leg voor het strijdpunt internationale mensenrechten uit of daarin het cultuuruniversalisme of het cultuurrelativisme te herkennen is. Gebruik in je uitleg:
 een uitgangspunt van het cultuuruniversalisme;
 een uitgangspunt van het cultuurrelativisme.

Slide 7 - Open vraag

Aantal behaalde punten
A
0
B
1

Slide 8 - Quizvraag

Er zijn verschillende voorbeelden van globaliseringsprocessen die de
autonomie en macht van staten aantasten, zoals Europese integratie.
3p 9  Leg uit welk van deze voorbeelden van globaliseringsprocessen te
herkennen is in de bevoegdheden van het Internationaal Strafhof.
Gebruik in je uitleg informatie uit de inleiding over het gekozen
voorbeeld.
 Leg uit dat in de bevoegdheden van het Internationaal Strafhof een
geglobaliseerde wereldorde te herkennen is. Gebruik in je uitleg de
omschrijving van het kernconcept globalisering.

Slide 9 - Open vraag

Aantal behaalde punten
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 10 - Quizvraag

Tekst 2

Slide 11 - Tekstslide

10 a Leg uit dat het Internationaal Strafhof de interne soevereine macht van
de VS kan schenden. Gebruik in je uitleg:
 een kenmerk van interne soevereine macht;
 informatie uit tekst 2 over het gekozen kenmerk.

Slide 12 - Open vraag

Aantal behaalde punten
A
0
B
1

Slide 13 - Quizvraag

10 b Leg uit dat de VS tegen het Internationaal Strafhof in het verweer kan
komen, met het uitgangspunt van het internationaal recht. Gebruik in
je uitleg:
 het uitgangspunt van het internationaal recht;
 een voorbeeld uit tekst 2 waaruit het uitgangspunt blijkt.

Slide 14 - Open vraag

Aantal behaalde punten
A
0
B
1

Slide 15 - Quizvraag

Er zijn verschillende groepen theorieën die het gedrag van nationale
staten verklaren, zoals sociaal constructivistische theorieën.
2p 11 Leg uit welke andere groep theorieën het gedrag van de VS tegenover
het Internationaal Strafhof kan verklaren. Gebruik in je uitleg:
 een kenmerk van de gekozen groep theorieën;
 een voorbeeld uit tekst 2 van het gekozen kenmerk.

Slide 16 - Open vraag

Aantal behaalde punten
A
0
B
1
C
2

Slide 17 - Quizvraag

Experts verwachten dat Amerikaanse verdachten van oorlogsmisdaden in
Afghanistan nooit door het Internationaal Strafhof berecht zullen worden.
2p 12 Leg met de ‘law of anticipated reactions’ uit dat verwacht kan worden dat
deze verdachten nooit berecht zullen worden door het Internationaal
Strafhof. Gebruik in je uitleg:
 een kenmerk van de ‘law of anticipated reactions’;
 informatie uit tekst 2 waaruit het gekozen kenmerk blijkt.

Slide 18 - Open vraag

Aantal behaalde punten
A
0
B
1
C
2

Slide 19 - Quizvraag

Ik zou hiermee een .... hebben
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed

Slide 20 - Quizvraag

Welke vraag wil je nog bespreken?
(1 nummer per keer geven, meerdere mogelijk)

Slide 21 - Woordweb

Welk begrip wil je nog bespreken? (1 begrip per keer, meerdere mogelijk)

Slide 22 - Woordweb