Thema 5_Planten_QUIZ_5.1_5.2_Nectar_VMBO

OVER PLANTEN (5.1 en 5.2)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

OVER PLANTEN (5.1 en 5.2)

Slide 1 - Tekstslide

Waar vindt Fotosynthese plaats?
A
In bladeren en wortels
B
In bladeren en stengels
C
In stengels en wortels
D
In alle delen van een plant

Slide 2 - Quizvraag

Welke stoffen heeft de plant nodig voor Fotosynthese?
A
Water Zuurstof
B
Zuurstof Koolstofdioxide
C
Water Koolstofdioxide
D
Water Glucose

Slide 3 - Quizvraag

Welke stoffen ontstaan bij de Fotosynthese?
A
Water Glucose
B
Glucose Koolstofdioxide
C
Glucose Zuurstof
D
Zuurstof Water

Slide 4 - Quizvraag

Goed of Fout?
Fotosynthese vindt plaats op een koude zonnige winterdag.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Welk begrip hoort hierbij?
"Allemaal dezelfde cellen bij elkaar"

Slide 6 - Open vraag

Goed of Fout?
Bij koud en nat weer
gaat het huidmondje dicht.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Welk nummer is de Vacuole?
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet nummer 1
A
Celkern
B
Cytoplasma
C
Celmembraan
D
Bladgroenkorrel

Slide 9 - Quizvraag

In welk nummer vindt Fotosynthese plaats?
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 10 - Quizvraag

Welk nummer is de celwand?
A
1
B
2
C
5
D
6

Slide 11 - Quizvraag

Welke type plant zie je hiernaast?
A
Kruidachtige plant
B
Houtachtige plant

Slide 12 - Quizvraag

Een plant neemt water op via de wortelharen. In welke vaten gaat het water daarna gelijk?
A
Bastvaten
B
Houtvaten

Slide 13 - Quizvraag

Welke vaten vervoeren
opgelost suiker ?
A
Bastvaten
B
Houtvaten

Slide 14 - Quizvraag

Je ziet hier een dwarsdoorsnede van een stengel met vaatbundels. Welke kleur hebben de bastvaten in de tekening?
A
Paars
B
Rood
C
Geel

Slide 15 - Quizvraag

Uit welk onderdeel van de plant ontstaat een vrucht?
A
Wortel
B
Stengel
C
Blad
D
Bloem

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet het baby-plantje?
A
De Bloem
B
De Vrucht
C
Het Zaadje

Slide 17 - Quizvraag

Welk nummer bevat reservevoedsel voor het babyplantje?
A
1
B
4
C
7
D
8

Slide 18 - Quizvraag

Welk nummer is de navel en zat het zaadje aan de vrucht vast?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet nummer
5 en 6 samen?
A
Navel
B
Poortje
C
Zaadlobben
D
Kiem

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet de buitenste laag die om het zaadje heen zit?
A
Poortje
B
Navel
C
Zaadhuid
D
Zaadlob

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van de 2 zaadlobben van een zaadje?
A
Het geeft water aan het zaadje
B
Het geeft voedsel aan het zaadje
C
Het geeft bescherming aan het zaadje

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je het baby-plantje dat in het zaadje verstopt zit ook wel?

Slide 23 - Open vraag

Welk onderdeel van het zaadje komt het eerst naar buiten bij ontkieming in de grond?
A
Wortel
B
Stengel
C
Blaadje

Slide 24 - Quizvraag

Welke stoffen neemt het zaadje gelijk op uit de omgeving bij ontkieming?
A
Water en Voedingsstoffen
B
Water en Zuurstof
C
Water, Zuurstof en Voedingsstoffen

Slide 25 - Quizvraag

Vanaf wanneer doet het kiemplantje aan Fotosynthese?
A
Vanaf het begin
B
Vanaf 3 dagen
C
Pas als het plantje groot genoeg is
D
Pas als het plantje boven de grond komt

Slide 26 - Quizvraag

Groei of Ontwikkeling?
Er ontstaan bladeren...
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 27 - Quizvraag

Groei of Ontwikkeling?
De takken worden langer...
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 28 - Quizvraag

Goed of Fout?
Er groeit een nieuwe tak
uit een eindknop
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quizvraag

Goed of Fout?
Knopschubben beschermen de knop tegen insecten
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Goed of Fout?
Een ringlitteken zit op de plek waar de knopschubben zaten.
A
Goed
B
Fout

Slide 31 - Quizvraag

Goed of Fout?
Je ziet bij 2 een ringlitteken
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quizvraag

Nog 5 vragen te gaan... 

Slide 33 - Tekstslide

Wat is nummer 1?
A
Zij knop
B
Eind knop
C
Bladlitteken

Slide 34 - Quizvraag

Hoe oud is deze tak?
A
1 jaar
B
2 jaar
C
3 jaar
D
4 jaar

Slide 35 - Quizvraag

Hoe kun je aan een jaarring zien dat een boom een SLECHT jaar heeft gehad?
A
Dan is de jaarring heel dik
B
Dan is de jaarring heel dun
C
Dat kun je niet aan een jaarring zien

Slide 36 - Quizvraag

Wat voor kleur heeft een jaarring die in de lente is gemaakt?
A
Licht bruin
B
Donker bruin
C
Licht grijs
D
Donker grijs

Slide 37 - Quizvraag

Goed of Fout?

Het oudste hout zit in t midden van een stam.

A
Goed
B
Fout

Slide 38 - Quizvraag

Waar wil je meer uitleg over?

Slide 39 - Woordweb

En nu aan de slag...

Slide 40 - Tekstslide