Woordenschat: zoek een voorbeeld

10 minuten lezen
timer
7:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
timer
7:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Woordenschat: zoek een voorbeeld

Spelling:



Vandaag

Les 2, week 45


Les 3, week 45

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 

  1. Hoe zat het ook alweer met....
  2. Huiswerk nakijken
  3. Uitleg: zoek een voorbeeld
  4. Zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Hoe zat het ook alweer?
Zoek een omschrijving of definitie
  • Je kijkt naar de definitie van het woord (nauwkeurige beschrijving)
  • Je zoekt naar een omschrijving in de tekst in de buurt van het woord

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk nakijken
Waar? 
Bladzijde 54 tot en met 56

Welke opdrachten?
1 tot en met 4





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
  • 1 organen: delen van het lichaam met een bepaalde taak
  • 2 middenrif: dik vlies dat de romp verdeelt in de buikholte en borstholte
  • 3 cellen: kleinste bouwstenen van het lichaam
  • 4 orgaanstelsel: organen die samenwerken aan dezelfde grotere taak
  • 3 middenrif – Hiervan wordt een definitie (= nauwkeurige omschrijving) gegeven; de andere begrippen worden ‘gewoon’ omschreven.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
  • a aanfluiting: afgang; iets wat schandalig slecht is
  • b adembenemend: heel boeiend, mooi of spannend
  • c affiche: aanplakbiljet
  • d afgunst: jaloezie
  • e amusant: vermakelijk; grappig
  • f animo: zin om aan iets deel te nemen
  • g applaudisseren: in de handen klappen ter goedkeuring of uit bewondering
  • h artistiek: creatief; kunstzinnig
  • i attractief: aantrekkelijk; mooi
  • j auditie: niet-openbaar optreden, als proef

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
  • 1 legendarisch: zo beroemd dat er nog steeds over gesproken wordt
  • 2 toenmalige: in die tijd
  • 3 doubleerde: bleef zitten
  • 4 debuut: eerste optreden
  • 5 journalisten: verslaggevers
  • 6 voormalige: vroegere
  • 7 capaciteiten: bekwaamheden
  • 8 behendig: handig
  • 9 markante: opmerkelijke
  • 10 quotes: uitspraken
  • 3 Cruijffiaans: het unieke, opmerkelijke taalgebruik van Johan Cruijff met markante, vaak onnavolgbare uitspraken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4
  • a de gedoodverfde winnaar: de favoriet
  • b goede wijn behoeft geen krans: goede waar (of personen) hoef je niet aan te prijzen
  • c de kroon spannen: alles overtreffen
  • d een nieuwe ster aan het firmament: iemand die plotseling veel succes heeft
  • e onbekend maakt onbemind: iets wat je niet kent, waardeer je niet
  • f de puntjes op de i zetten: iets helemaal ‘af’ maken; de laatste foutjes verbeteren
  • g de/het spits afbijten: als eerste ergens aan beginnen
  • h de ster van het veld zijn: de beste speler zijn
  • i de sterren van de hemel spelen: voortreffelijk presteren
  • j voor het voetlicht komen/brengen: de openbare aandacht op iets vestigen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 Woordenschat
Zoek een voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een woordraadstrategie?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woordraadstrategie ken je al van H1 en H2?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een synoniem?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje NN
Woordraadstrategie: zoek een voorbeeld H3

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Waar? 
Bladzijde 84

Welke opdrachten?
1 tot en met 3

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Ja

Wat moet ik doen als ik al klaar ben?
Je leest dan in je fictieboek


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies