Ontdek het voorzetselvoorwerp!

Ontdek het voorzetselvoorwerp!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontdek het voorzetselvoorwerp!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen wat een voorzetselvoorwerp is en hoe je het kunt vinden in een zin. Ze kunnen ook het stappenplan voor zinsontleding toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over voorzetselvoorwerpen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorzetselvoorwerp?
Een voorzetselvoorwerp is het naamwoordelijk deel van een zin dat bij een voorzetsel hoort.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzin
De kat ligt OP DE MAT.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan voor zinsontleding
1. Zoek het werkwoord. 2. Vind het onderwerp. 3. Zoek de rest van de zin. 4. Bepaal het lijdend voorwerp. 5. Vind het voorzetsel en het voorzetselvoorwerp.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetselvoorwerp vinden
Het voorzetselvoorwerp komt altijd na het voorzetsel in de zin.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenzin 1
De jongen speelt MET ZIJN HOND.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenzin 2
De bloemen staan IN DE VAAS.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassen van het stappenplan
Geef de leerlingen een zin en laat ze het stappenplan voor zinsontleding toepassen om het voorzetselvoorwerp te vinden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetselvoorwerp in een zin
Het voorzetselvoorwerp vertelt waar, wanneer, hoe of met wie iets gebeurt in de zin.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzin 2
De kinderen spelen IN DE TUIN.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laatste oefening
Geef de leerlingen een complexere zin en laat ze het voorzetselvoorwerp identificeren met behulp van het stappenplan.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Herhaal de belangrijkste punten over voorzetselvoorwerpen en het stappenplan voor zinsontleding.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en antwoorden
Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen over het onderwerp en beantwoord eventuele onduidelijkheden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandige opdracht
Laat de leerlingen individueel zinnen ontleden en het voorzetselvoorwerp identificeren met behulp van het stappenplan.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.