H.S. 1hv, 1er chapitre, SAD

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het lidwoord
Het lidwoord in het Frans is afhankelijk van de vorm van het zelfstandig naamwoord (mannelijk/vrouwelijk).
Bepaald lidwoord - de / het 
  • le / l'  ➡︎ mannelijk enkelvoud
  • la / l'  ➡︎ vrouwelijk enkelvoud
  • les     ➡︎ (mannelijk/vrouwelijk) meervoud

Slide 2 - Tekstslide

Het lidwoord "een"
Un: mannelijk
Une: vrouwelijk

Dit zijn de onbepaalde lidwoorden
Des: is het meervoud van "un" en "une"

Slide 3 - Tekstslide

Kies het juiste lidwoord.
Luc est ___ garçon sympa. een
A
un
B
une

Slide 4 - Quizvraag

Verander het lidwoord. Un bureau wordt....
A
la bureau
B
le bureau
C
une bureau
D
des bureaux

Slide 5 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
Ik heb een vriend
J'ai ____ copain
A
Le
B
La
C
Un
D
Une

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord.
Anna a un chat. ….. chat s'appelle Riri.
A
La
B
Une
C
Le
D
Des

Slide 7 - Quizvraag

Verander het lidwoord. La maison wordt ...
A
une maison
B
des maisons
C
un maison
D
les maisons

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
Tu veux ...... croissant?
A
un
B
une
C
unes
D
des

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
Je voudrais .... soupe aux tomates s'il vous plait.
A
un
B
une
C
unes
D
des

Slide 10 - Quizvraag

Lidwoorden staan voor...
A
meewerkend voorwerp
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
lijdend voorwerp
D
zelfstandige naamwoorden

Slide 11 - Quizvraag

Welke lidwoorden zijn voor mannelijk enkelvoud?
A
le
B
la
C
des
D
un

Slide 12 - Quizvraag

Kies uit: un, une of des
La piscine est bleue. J'ai _____ piscine
A
un
B
une
C
des

Slide 13 - Quizvraag

Terugblik
Wat lukt wel? En wat nog niet? 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Complétez correctement...
Je .... Mega Mindy.
A
es
B
est
C
suis
D
sommes

Slide 16 - Quizvraag

Il ... gentil.
A
est
B
es
C
êtes
D
sont

Slide 17 - Quizvraag

Tu ... formidable!
A
suis
B
est
C
sommes
D
es

Slide 18 - Quizvraag

Nous ... en Belgique.
A
sommes
B
êtes
C
es
D
sont

Slide 19 - Quizvraag

Elles ... malades.
A
sommes
B
est
C
sont
D
êtes

Slide 20 - Quizvraag

Vous ... forts en français!
A
est
B
es
C
sont
D
êtes

Slide 21 - Quizvraag

On ... fatigué.
A
es
B
est
C
suis
D
sommes

Slide 22 - Quizvraag

Le chien ... méchant.
A
sommes
B
sont
C
es
D
est

Slide 23 - Quizvraag

La voiture ... belle.
A
sont
B
suis
C
es
D
est

Slide 24 - Quizvraag

Monsieur, ... formidable!
A
tu es
B
vous êtes
C
nous sommes
D
tu est

Slide 25 - Quizvraag

Les filles ... sympathiques.
A
sont
B
sommes
C
êtes
D
suis

Slide 26 - Quizvraag

Aujourd'hui, ... jeudi.
A
est
B
c'est
C
c'es
D
ce sont

Slide 27 - Quizvraag

Et bonne chance demain!

Slide 28 - Tekstslide