mutilerende operaties

mutilerende operaties
been / borst
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

mutilerende operaties
been / borst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amputatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelstellingen
Na deze les:
1. weet je wat mutilerende operaties zijn
2. ben je op de hoogte van verschillende soorten  amputaties en kun je er enkele benoemen
5. ken je minimaal 2 complicaties na amputatie


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amputatie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van een amputatie

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer amputatie


Een amputatie is nodig als een ziek lichaamsdeel niet meer kan genezen en wanneer het leven van de patiënt in gevaar is, of wanneer de kwaliteit van leven van de patiënt zal toenemen door het lichaamsdeel te amputeren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oorzaken van een amputatie lopen uiteen van problemen met de bloedsomloop tot een infectie en van een ongeluk tot kanker.
Daarnaast kan een amputatie worden uitgevoerd wanneer er sprake is van een aangeboren afwijking aan het lichaamsdeel.
In de meeste gevallen weet de patiënt vooraf dat de amputatie gaat plaatsvinden. In enkele gevallen, bijvoorbeeld na een ernstig ongeluk, moet de amputatie helemaal onverwachts worden uitgevoerd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van een amputatie
Tumor: Soms is een operatie nodig om een bot- of spiertumor te verwijderen.
Verwonding : Daarnaast heeft een patiënt soms een verwonding opgelopen waardoor de arts een ledemaat moet amputeren. Dit gebeurt bijvoorbeeld na een explosie. In drie op de vier gevallen betreft dit één van de armen.
Ziekte :Tot slot gebeurt een amputatie af en toe naar aanleiding van een ziekte. Enkele voorbeelden hiervan zijn een vaatziekte, diabetes mellitus (suikerziekte).
Hypovolemische shock : Nog een andere oorzaak van een amputatie is een hypovolemische shock waarbij onvoldoende bloed in het lichaam aanwezig is. Wanneer de weefsels onvoldoende zuurstof krijgen, ontstaat gangreen (afsterven van weefsel met wijzigingen aan de huid). Het weefsel sterft dan af waardoor een amputatie zich opdringt.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doel
Het doel van amputatie is ;
  • Het verwijderen van necrotisch of geïnfecteerd en niet herstellend weefsel
  • Het opheffen van pijn op basis van ischemie
  • Het verkrijgen van primaire stompgenezing en creëren van een gerijpte stomp waarop een prothese aangemeten kan worden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niveau's been amputatie
  • Voetamputatie / Teenamputatie / Voorvoetamputatie
  • Onderbeenamputatie (transtibiale amputatie)
  • Knieëxarticulatie
  • Bovenbeenamputatie (transfemorale amputatie)
  • Heupexarticulatie
  • Hemipelvectomie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niveau's been amputatie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

acuut
Een acute amputatie volgt na een levensbedreigende situatie, waarbij binnen elkele uren geopereerd moet worden. Een voorbeeld is een sepsis vanuit een geinfcterde voet. Vaak wordt dan de guillotine amputatie gedaan. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoeveelheid amputaties
wordt minder door dotteren en stent
68 % door vaatlijden
27% door diabetes
4% door trauma
1% door maligne tumoren

80% ouder dan80 jaar

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Trench Foot





  • Meestal is amputatie de enige oplossing voor loopgraafvoeten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vuurwerkslachtoffers
773 gewonden.
Brandwonden, oogletsel en amputaties.
53% onder de 20 jaar.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fantoompijn kan veroorzaakt worden door
A
Oorzaken in de hersenen
B
Oorzaken in de stomp
C
A en B zijn beide juist
D
A en B zijn beide onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fantoompijn kan ontstaan omdat de hersenen in de war zijn. Het deel wat in de war is, heet
A
sensorische cortex
B
gebied van Wernicke
C
motorische cortex
D
prefrontale cortex

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

De meeste mensen weten wel dat we een linker en een rechter hersenhelft
hebben. We hebben daarnaast ook een buitenste deel en een binnenste
deel in de hersenen. Het buitenste deel van de hersenen zit vlak onder de
schedel en heet ‘neo-cortex’ (nieuwe schors). Het gedeelte waarmee we
ons lichaam voelen ligt op dit buitenste deel en heet ‘sensorische cortex’.
Het binnenste deel van de hersenen heet het ‘limbisch systeem’. In dit
limbisch systeem zitten hersendelen die te maken hebben met gevoelens
zoals angst, verdriet en ook met de nare gevoelens bij lichamelijke pijn.
Een belangrijk hersengebied dat hiermee te maken heeft is de ‘Amygdala’
(amandelvormige kernen in de hersenen). Dit werkt als een soort alarm
voor het lichaam.
Bij enorme angst en pijn kan de Amygdala in een alarmtoestand schieten
en daar in blijven hangen. Normaal zou het alarm weer langzaam uitdoven,
maar soms gaat dat fout en blijft het alarm steeds opnieuw op onhandige
momenten afgaan terwijl het gevaar al lang voorbij is. De herinnering aan
hevige pijn wordt ook opgeslagen in het geheugen van hetzelfde gebiedje,
de Amygdala. Het lijkt erop dat de pijn uit de periode van de amputatie
(er vlak voor of er vlak na) kan blijven ‘hangen’ in de hersenen wanneer
de Amygdala in die periode of de periode daarna van streek is geraakt.
De Amygdala roept dan: ‘er doet nog steeds iets pijn’ en in de buitenste
hersenen is een gebiedje aan het roepen: ‘volgens mij is het het been’.
De op deze manier met elkaar communicerende hersengebieden noemen
we een ‘pijnnetwerk’ en kun je vergelijken met hoe onze hersenen andere
herinneringen opslaan. Om die reden wordt bepaalde pijn ook wel eens
benoemd als een ‘pijnherinnering’. Een pijnnetwerk is niet goed te
veranderen met onze ‘bewuste’ aandacht. De gedachte: ‘maar mijn been
is er helemaal niet meer!’ heeft helaas geen invloed op het pijnnetwerk.
Wanneer iemand een ontsteking aan de teen had en men voelt dit nog na
de amputatie van het been, dan hebben we te maken met een vorm van
‘pijnherinnering’. Wanneer iemand een been is kwijtgeraakt als gevolg van
een motorongeluk, dan kan het zien of horen van een motor een aanval
van fantoompijn geven. In zo’n geval is er een prikkel die de herinnering
aan een pijnlijke periode oproept en daarmee de fantoompijn oproept.
Ook dit zou men kunnen benoemen als een ‘pijnherinnering’.

Fantoompijn: wat is dat dan? 
En hoe ontstaat het? 
Fantoompijn is een pijnsensatie die beleefd wordt als afkomstig van een geamputeerd ledemaat. Dit kan om een geamputeerd been of arm gaan, maar ook bijvoorbeeld een geamputeerde borst of een getrokken kies betreffen.
Fantoompijn is een normaal en veelvoorkomend verschijnsel na een amputatie. Na amputatie komt fantoompijn bij globaal 70% van de patiënten voor. 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fantoompijn doet zich het meest voor in aanvallen die in ernst en frequentie kunnen verschillen, maar kan ook chronisch optreden en dus altijd aanwezig zijn. Kenmerkend is dat fantoompijn wordt omschreven als stekend, brandend, prikkelend, tintelend, etc.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over de oorzaak van fantoompijn is inmiddels duidelijk dat het hersengebied dat oorspronkelijk correspondeerde met het geamputeerde lichaamsdeel nog actief is en chronisch of af en toe geactiveerd wordt De hersenen interpreteren dit alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is en pijn doet.
Dit kan veroorzaakt worden door een verkeerde reorganisatie van de hersenen na de amputatie, het kan komen door een pijnherinnering of slechte bloedsomloop of spiertrekkingen in het stompgebied of verhoogde activiteit in de cellen van het neuroomgebied.
Een neuroom is een woekering van cellengroei aan het uiteinde van een doorgesneden zenuw in het stompgebied.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door middel van therapie, zoals de spiegeltherapie, kan de pijn worden verminderd, doordat door hersentraining nieuwe verbindingen in de hersenen worden gelegd. Deze therapie houdt in dat de patiënt voor de spiegel de bijvoorbeeld linker ledemaat waar hij geen pijn aan heeft, beweegt. Hierdoor worden de hersenen getraind dat er in de rechter geamputeerde ledemaat niets aan de hand is. Na een aantal weken trainen zal de fantoompijn afnemen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Zorg na de amputatie

  • Informatie verstrekken
  • Wondzorg
  • Stompvorming (zwachtelen, kous, liner)
  • Buikligging (FT/VIG)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zwachtelen beenstomp (hoe)
https://www.jeroenboschziekenhuis.nl/behandelingen/amputatie-van-het-bovenbeen-zwachtelen-van-de-stomp/pdf 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botziekten en amputatie.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stomppijn door een onderliggende ziektebeeld
Stomppijn als gevolg van de operatie
Stomppijn als gevolg van een neuroom
Stomppijn door overmatige botvorming
Stomppijn door beknelling van de zenuwen in het littekenweefsel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bron ( patienteninfo)
https://www.mmc.nl/chirurgie/aandoeningen-en-behandelingen/amputatie-van-een-ledemaat/

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ablatie/resectie/amputatie

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ablatie
Bij radiofrequente ablatie en microwave ablatie gebruikt de arts hitte om de kankercellen te doden. Een ander woord voor de behandelingen is warmte-ablatie of thermische ablatie.
Het kan ook met bevriezing

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

resectie
vaak borstbesparende operatie.
Er wordt een deel van de borst verwijderd.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schildwachtklierprocedure
de lymfeklier die als eerste tumorvocht uit de tumor in de borst opvangt. Als cellen metastaseren komen ze als eerste hier terecht.
schildwachtklier is niet bij iedereen dezelfde klier. Is afhankelijk van de plek van de tumor. Meestal in de oksel maar rondom sleutelbeen of borstbeen kan ook.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Borstamputatie (mastectomie)

Wanneer een borstamputatie?
De chirurg kan in deze gevallen een borstamputatie voorstellen:
De tumor is groot in verhouding tot de borst.
Er zit een DCIS in de hele borst, of in een groot deel van de borst.
Er zitten meerdere tumoren in de borst.
De borstkanker is teruggekeerd na een eerdere behandeling met bestraling.
Je hebt een erfelijke aanleg voor borstkanker.
Je bent jonger dan 30 jaar.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mastectomie is ook
een operatie om vrouwelijkheid weg te nemen bij transgendermannen of non binaire personen.

https://www.youtube.com/watch?v=aqBlOcH8koI   

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GRM (gemodificeerde radicale mastectomie)
verwijdering hele borstklier + het hele okselklierpakket.

Een okselkliertoilet is een operatie waarbij de chirurg alle lymfeklieren in de oksel verwijdert. Een andere naam hiervoor is okselklierdissectie. In de oksel zitten 10 tot 20 lymfeklieren.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van een okselkliertoilet
Een okselkliertoilet kan verschillende klachten op de lange termijn geven. De klachten en hevigheid ervan verschillen per persoon.
  • geen of veel minder gevoel in de oksel en de binnenkant van de arm. 
  • Na een okselkliertoilet kan het lymfevocht niet goed afgevoerd worden uit je arm. Er blijft dan te veel lymfevocht achter, waardoor je arm dikker wordt. Dit heet lymfoedeem. Ongeveer 5 tot 10 procent van de vrouwen ervaart ernstige klachten na een okselkliertoilet 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je lymfoedeem?
Beginnend lymfoedeem in je arm kun je herkennen aan de volgende klachten:

een zwaar gevoel, spanning, pijn of tintelingen in je arm
een strak, beurs of moe gevoel. Dat kan in je borst zijn, of in je flank, arm of hand.
steken en een branderig gevoel in je schouderblad
sieraden en horloges passen niet meer: je ring begint te knellen, bij een armband of horloge moet je het bandje steeds groter maken.
soms: een zwelling, maar dit hoeft niet altijd meteen.
Als lymfoedeem in een verder stadium is, kan je huid veranderen. Er kunnen verdikkingen in je huid ontstaan of je kunt smetplekken in je huidplooien krijgen. Later kunnen wratachtige plekken of zweertjes met lekkend lymfevocht ontstaan.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies