amputatie

Amputatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Amputatie

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Na deze les kan ik beschrijven wat een amputatie is en welke zorg iemand met een amputatie nodig heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een amputatie ?
Amputatie houdt in dat er een lichaamsdeel afgezet wordt. Dit kan een teen of vinger, maar ook een voet, been of arm zijn. Deze operatie kan levensreddend zijn, maar is ook een zeer ingrijpende gebeurtenis.  In Nederland worden meer dan tweeduizend beenamputaties per jaar verricht. De meeste mensen die een dergelijke operatie ondergaan, zijn ouder dan zestig jaar. Bij deze groep is amputatie over het algemeen noodzakelijk door vaatproblemen ( vaatlijden).

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
3 indicaties voor amputatie

Slide 4 - Woordweb

Amputatie
Hoe zou het zijn, als dat je over komt? 

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken van een amputatie
Tumor: Soms is een operatie nodig om een bot- of spiertumor te verwijderen.
Verwonding : Daarnaast heeft een patiënt soms een verwonding opgelopen waardoor de arts een ledemaat moet amputeren. Dit gebeurt bijvoorbeeld na een explosie. In drie op de vier gevallen betreft dit één van de armen.
Ziekte : Een amputatie  naar aanleiding van een ziekte. Enkele voorbeelden hiervan zijn een vaatziekte, diabetes mellitus (suikerziekte).
vaatproblemen: Problemen die niet meer met een bloedvatoperatie verholpen kunnen worden, een reden voor amputatie.
Pijn: ondraaglijke pijnklachten, veroorzaakt door ernstige zenuw- of vaatschade, kunnen een aanleiding voor amputatie zijn. 



Slide 6 - Tekstslide

Operatie 
Tijdens een operatie verwijdert de arts het betreffende ledemaat. Daarna wordt de wond gesloten. Bij een groot risico op infecties kiest de arts er weleens voor de wond pas na een paar dagen te sluiten, zodat de infectie niet ingesloten zit.


Slide 7 - Tekstslide

Revalidatie
De periode na de operatie is gericht op herstel van de wond en revalidatie.


 De revalidatiearts bekijkt welke revalidatie- en prothesevoorziening er in uw nieuwe situatie mogelijk is. Daarnaast krijgt u van de fysiotherapeut oefentherapie. Afhankelijk van de situatie is het mogelijk dat na ontslag uit het ziekenhuis de revalidatie wordt voortgezet in een verzorgings- of verpleegtehuis of een revalidatiecentrum. Wanneer speciale thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) nodig is, wordt dit vanuit het ziekenhuis geregeld.

Slide 8 - Tekstslide

Fantoompijn 
Wat is Fantoompijn?
Bij fantoompijn heb je een sterke pijn aan het ledemaat wat is geamputeerd. Deze pijn kan al direct na de amputatie ontstaan. Fantoompijn ontstaat doordat door dat de doorgesneden zenuwen prikkels naar de hersenen blijven doorgeven alsof het lichaamsdeel er nog is. Ook de hersenen blijven nog prikkels sturen naar het geamputeerd lichaamsdeel.
Verschillende vormen van fantoompijn.
⦁ Een branderig gevoel.
⦁ De pijn kan continu voelbaar zijn of met scheuten komen.
⦁ De pijn kent momenten van verergering.


Behandeling voorbeeld : Spiegeltherapie, we laten zometeen een filmpje hiervan zien.  


Slide 9 - Tekstslide

Fantoomgevoel 

Naast fantoompijn is er ook het fantoomgevoel. Dit wil zeggen dat men het geamputeerde lichaamsdeel zo voelt alsof het nog deel uitmaakt van het lichaam. De hersenen zijn nog niet gewend aan het feit dat het lichaamsdeel weg is. Zij blijven maar prikkels en signalen doorvoeren naar het lichaamsdeel.
Het fantoomgevoel komt in de volgende vormen voor:
⦁ Het lichaamsdeel voelt aanwezig zoals voorheen.
⦁ Het gevoel dat het lichaamsdeel in een bepaalde stand staat of ligt.
⦁ Een gevoel over de lengte, breedte en het bereik van het lichaamsdeel.
⦁ Het gevoel dat het afwezige lichaamsdeel beweegt.
⦁ Tintelingen en kriebelingen.
⦁ Het gevoel van de temperatuur van het afwezige lichaamsdeel.



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

prothese 
Een prothese is een kunstmatige vervanging of correctie van een lichaamsdeel, orgaan, of onderdeel van een orgaan. Als de prothese helemaal in het lichaam verborgen is wordt het ook wel een implantaat genoemd. . Er zijn prothesen op maat voor uw schouder, bovenarm, onderarm, hand en vingers, borst, bovenbeen, onderbeen, onderbeen met voet. 
Bevestigingssysteem: het bevestigingssysteem is één van de belangrijkste onderdelen van uw prothese. 
⦁ Koker waarin uw stomp komt: Eventueel met  een liner om de stomp.
⦁ Kniegewricht: Bij amputatie boven of door de knie.
⦁ Verbindingsbuis: De verbinding tussen de stompkoker en de prothesevoet.
⦁ Enkelgewricht: Wel of niet beweegbaar.
⦁ Prothesevoet: De prothesevoet zorgt voor een goede schokdemping bij het lopen.


Slide 12 - Tekstslide

Aandachtspunten voor de zorgvrager met een prothese 


- huidproblemen voorkomen door de stomp goed te verzorgen.
- Dagelijks wassen met lauw-warm water en met niet geparfumeerde zeep. ( niet vaker dan 1 x daags, liefst 's avonds )
- De stomp droogdeppen na het wassen ( niet vegen). 
- De huid moet goed opdrogen voordat je de prothese aan doet.
- Tijdens de verzorging controleer je de huid op wondjes en blaren, ( signaleren, rapporteren ). 
- Wanneer de zorgvrager geen prothese draagt, dan wél gebruik maken van een zwachtel of elastische kous. 
- Gewicht op pijl houden van de zorgvrager. 

Slide 13 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 14 - Woordweb

Opdrachten

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
Doel??
Vragen??

Slide 16 - Tekstslide

Bron
https://www.mmc.nl/chirurgie/aandoeningen-en-behandelingen/amputatie-van-een-ledemaat/

Slide 17 - Tekstslide