Present Perfect

WELCOME
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

                   Today's Goals

- You can use the present perfect in sentences
- You can explain in which situations you use the present perfect

                 Today's Activities

- Grammar Note: 
    Present Perfect
- Quiz: Present Perfect
- Do: WB E12 + E13 (p. 91-92)
- Check: WB E12 + E13



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

PRESENT PERFECT
Gebruik Present Perfect:
1.  iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. een ervaring die in iemands leven is gebeurd.
3.  iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu het resultaat.

Voorbeelden:
1. I have lived in New York since 2019.
    Ik woon al in New York sinds 2019. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.
2. I have lived in New York for 4 years.
     Ik heb vier jaar in New York gewoond. --> een ervaring in iemands leven tot nu toe.
3. I have painted the door.
     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN - FIJNE JAS!
  • F   for - (nu) al
  • Y   yet - al (in vraagzinnen)
  • N   never - (nog) nooit
  • E   ever - ooit

  • J   just - net
  • A   already - al
  • S   since - sinds

Slide 11 - Tekstslide

                   Today's Goals

- You can use the present perfect in sentences
- You can explain in which situations you use the present perfect

                 Today's Activities

- Grammar Note: 
    Present Perfect
- Quiz: Present Perfect
- Do: WB E12 + E13 (p. 91-92)
- Check: WB E12 + E13



Slide 12 - Tekstslide

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
has / have + voltooid deelwoord/ ww + -ed

Slide 13 - Quizvraag

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
My cat finally caught the mouse.
B
His cat hasn't caught a mouse since last year.
C
My dog never catches anything.
D
Did you get caught?

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has caught ten balls so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They haven't seen him yet.
D
I didn't hear him come in.

Slide 17 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

My boyfriend ___ ___ (buy) me some
wonderful roses.
A
have bought
B
has bought
C
have buyed
D
has buyed

Slide 18 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

The dogs ___ ___ (not - eat) anything for three days.
A
haven't ate
B
hasn't ate
C
haven't eaten
D
hasn't eaten

Slide 19 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

I ___ ___ (be) home since 3 o'clock.
A
have be
B
has be
C
have been
D
has been

Slide 20 - Quizvraag

Maak zelf een goedlopende zin met de Present Perfect.

Slide 21 - Open vraag

                   Today's Goals

- You can use the present perfect in sentences
- You can explain in which situations you use the present perfect

                 Today's Activities

- Grammar Note: 
    Present Perfect
- Quiz: Present Perfect
- Do: WB E12 + E13 (p. 91-92)
- Check: WB E12 + E13



Slide 22 - Tekstslide

Extra oefenen met 
de Present Perfect?



Slide 23 - Tekstslide