H6 Gesprekken voeren Thema 2 Geld 2F les 1

Nederlands 
Gesprekken voeren
Thema 2 Geld Hoofdstuk 6 gesprekken
Les 4/5

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Gesprekken voeren
Thema 2 Geld Hoofdstuk 6 gesprekken
Les 4/5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning van deze les
  • Doelen van deze les
  • Terugblik
  • Theorie feedback geven en een kort zakelijk gesprek voeren
  • Oefenen
  • Opdracht 16 t/m 19 (thema 1) en opdracht 1 t/m 4 (thema 2)
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning van deze les
  • Doelen van deze les
  • Terugblik
  • Theorie een kort zakelijk gesprek voeren
  • Oefenen
  • Opdracht 1 t/m 4 (thema 2 geld )
  • Instaptoets Starttaal online
  • Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kent de regels van het geven van feedback.
  • Je weet wat belangrijk is in een zakelijk gesprek

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet wat belangrijk is in een zakelijk gesprek
  • Je hebt de instaptoets Taalverzorging gemaakt

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 9: Het geven van feedback
Als je feedback geeft, dan vertel je iemand wat je vindt van zijn gedrag of werk. Het doel van feedback geven is dat een ander hiermee zijn gedrag of werk kan verbeteren.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dus...
  • Gedrag
  • Benoem wat je ziet
  • Gevolg
  • Vertel het gevolg van het gedrag
  • Gewenst gedrag
  • Welk gedrag zou je prettig vinden? 

  • De ontvanger bepaalt zelf wat zij/hij met de feedback doet!

Slide 9 - Tekstslide

gedrag

Theorie 10: Regels bij feedback geven
  • Benoem ook positieve punten
  • Geef feedback op het gedrag of het werk van de persoon, niet op de persoon zelf
  • Spreek vanuit jezelf
  • Maak je feedback concreet (geef voorbeelden)
  • Benoem het gewenste resultaat

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat: Maak opdracht  16 t/m 19 in studiemeter.
Hoe: In duo's 
Hulp: Van de docent
Tijd: 20 min
Daarna: klassikaal bespreken



timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kort zakelijk gesprek
In je werk of het dagelijks leven moet je vaak contact leggen met instanties en bedrijven, bijvoorbeeld om iets te regelen of te vragen. Je kunt dan bellen of langsgaan om een kort zakelijk gesprek te voeren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke situatie heb jij een zakelijk (telefoon)gesprek gevoerd?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden zakelijk gesprek
Werksituaties:
  • Gesprek met leidinggevende 
  • Werkoverleg
  • Gesprek met klant
  • Gesprek met iemand van andere afdeling binnen het bedrijf
Privé situaties:
  • Gesprek met de gemeente/overheid
  • Gesprek met zorgverzekeraar / bank 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordat je een kort zakelijk gesprek voert, stel je jezelf een aantal vragen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 
Veerle heeft vorige week een jas gekocht bij Lagenboom Mode. Deze week ziet ze op de website van deze winkel dat de jas in de aanbieding is. Hij is nu 50 euro goedkoper. 

Ze wil bij de winkel langsgaan om te zeggen dat ze het niet eerlijk vindt dat de winkelmedewerker haar niet heeft verteld dat de jas deze week in de aanbieding zou zijn. Ze wil het verschil in prijs terugvragen. Veerle bereidt het gesprek voor aan de hand van de vragen.

Aan de hand van het stappenplan op de vorige dia de situatie bespreken.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking voorbeeld

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een compromis sluiten
Je kunt niet voorspellen hoe een gesprek precies zal verlopen, omdat je afhankelijk bent van hoe je gesprekspartner reageert. Je gesprekspartner kan of wil jou niet altijd helpen of gelijk geven. 
Als je van tevoren inschat hoe de ander zal reageren, kun je alvast bedenken wat jij terug kunt zeggen. 

Ook kun je dan alvast nadenken over een mogelijk compromis. Een compromis is een oplossing waar jij en je gesprekspartner allebei tevreden mee zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 2 Een kort zakelijk gesprek voeren
Tijdens het gesprek:

  • luister je actief naar je gesprekspartner; 
  • stel je controlevragen als je er zeker van wilt zijn dat je de ander goed hebt begrepen; 
  • vraag je door als je het antwoord niet begrijpt of als je meer informatie wilt.

Slide 19 - Tekstslide

Aan het begin van een kort zakelijk gesprek gaaf je aan waarom je belt of langskomt. Vaak krijg je niet direct de juiste persoon te spreken, maar wordt je doorverbonden of doorverwezen.
Het kan voorkomen dat je gesprekspartner uitlegt waarom hij jou niet kan of wil helpen. Je toont altijd begrip voor wat je gesprekspartner zegt, zodat hij je te woord wil blijven staan. Daarna leg jij uit waarom de gesprekspartner je toch zou moeten helpen. Je kunt hier argumenten voor gebruiken.


Aan het eind van het gesprek vat je samen wat er is gezegd of afgesproken. Het kan ook gebeuren dat je gesprekspartner dit al doet.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten geven
  • Als je argumenten geeft, neemt je gesprekspartner je serieus, waardoor je meer kans hebt je doel te bereiken. 
  • Het geven van argumenten wil echter niet zeggen dat je altijd je doel bereikt. 
  • Als je merkt dat je gesprekspartner je ondanks je argumenten niet kan of wil helpen, sluit je het gesprek beleefd af.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We bekijken een fragment
Kijk en luister naar het fragment Bankmedewerker. 
Welke stappen zie je hier terug?




Thema 2 Geld Hoofdstuk 6 Gesprekken Theorie 2

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! Thema 2 H 6 Gesprekken

Wat: Maak opdracht 1 en 2  in studiemeter
Hoe: In duo's
Hulp: Van de docent
Tijd: 20 min
Daarna: klassikaal bespreken
timer
20:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! Thema 2 H 6 Gesprekken

Wat: Maak opdracht 1 t/m 3 in studiemeter
Hoe: In duo's of zelfstandig
Hulp: Van de docent
Tijd: 20 min
Daarna: klassikaal bespreken
timer
20:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4 (filmfragment)
In deze opdracht luisteren jullie naar een kort zakelijk gesprek tussen Sjoerd en een medewerker van een verzekeringsmaatschappij (Zeker verzekeringen).


Jullie vullen tijdens het luisteren het Controleformulier kort zakelijk gesprek in.

Lees eerst het Controleformulier kort zakelijk gesprek door.

Slide 26 - Tekstslide

2 x beluisteren
Opdracht 5 (groepsopdracht )
Drietal

met fb formulier

Slide 27 - Tekstslide

2 x beluisteren
Aan de slag! Thema 2 H 6 Gesprekken

Wat: Maak opdracht 7 in studiemeter
Hoe: Groepje van drie 
Hulp: Van de docent
Tijd: 20 min
Daarna: klassikaal bespreken
timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 3
Een vraaggesprek is een gesprek waarin iemand vragen stelt die iemand anders beantwoordt. Je voert een vraaggesprek met als doel informatie over een onderwerp te krijgen.

Voordat je een vraaggesprek voert, bedenk je wat je wilt weten van je gesprekspartner. Je schrijft vragen op die je aan je gesprekspartner wilt stellen. Zorg ervoor dat je vooral open vragen stelt, zodat je gesprekspartner jou veel informatie geeft.

Gebruik weer alle gesprekstechniekem

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2
Taalverzorging

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga naar studiemeter
Open Starttaal online
Kies Niveaus 2F Nog niet gestart
Taalverzorging
Instaptoets

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen bereikt?

Je weet wat belangrijk is in een zakelijk gesprek
Je hebt de instaptoets Taalverzorging gemaakt

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw zakelijk gesprek
Kop => Inleiding
  • Begroeting/voorstellen
  • Kom/ bel ik gelegen
  • Aanleiding gesprek

Romp => Kern/midden
  • Wat wil je weten/bespreken?
  • Wat wil de ander weten/bespreken?

Staart => Slot
  • Samenvatten
  • Herhalen gemaakte afspraken
  • Afsluiting

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanleiding gesprek
Waarom/waarover wil je in gesprek?
Waarom/waarover belt iemand jou?
= korte uitleg wat de reden is dat je belt
of in gesprek wilt.

Bijvoorbeeld: "Ik heb vorige week een telefoon bij u gekocht, maar er zit geen oplader bij."

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies