1.3 Broeikaseffect

1.3 Het broeikaseffect
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.3 Het broeikaseffect

Slide 1 - Tekstslide

Hoe werkt het?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt een voorbeeld noemen van een broeikasgas
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen het natuurlijk broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect
  • Je kunt een oorzaak van het versterkte broeikaseffect noemen
  • Je kunt een gevolg van het versterkte broeikaseffect noemen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het middelpunt van het ons planetenstelsel?
A
de zon
B
de maan
C
de aarde
D
mars

Slide 4 - Quizvraag

De zon = belangrijkste energiebron  voor het leven op aarde en de motor voor het weer. 

Slide 5 - Tekstslide

Atmosfeer (dampkring) = relatief dun laagje om onze aarde heen

  • Bestaat uit gassen
  • Door zwaartekracht verdwijnt het niet
    Het weer speelt zich af in de onderste ong. 10km van de atmosfeer
     

Slide 6 - Tekstslide

Uit welke gassen bestaat de atmosfeer?

Slide 7 - Woordweb

Broeikasgassen
De drie belangrijkste broeikasgassen zijn: 
  • waterdamp 
  • koolstofdioxide (CO2)
  • methaan.

Slide 8 - Tekstslide

Stralingsbalans
= hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt en de hoeveelheid die de atmosfeer weer verlaat. 

Slide 9 - Tekstslide

Stralingsbalans
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Zonder het broeikaseffect zou er geen leven
op aarde mogelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Geef de betekenis van het broeikaseffect?
A
Het verbouwen van planten in kassen.
B
Gaslaag in de atmosfeer die ons beschermt tegen zonnestraling.
C
Het vasthouden van koude lucht door koolzuurgas.
D
Het vasthouden van warme lucht door gassen in de dampkring

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn allemaal broeikasgassen?
A
CO2, methaan, waterdamp
B
CO2, waterdamp, zuurstof
C
CO2, zuurstof, H2O
D
Methaan, stikstof, zuurstof

Slide 15 - Quizvraag

Hoe warm zou het zijn als er geen broeikaseffect was?
A
-8 C
B
-18 C
C
2 C
D
-12 C

Slide 16 - Quizvraag

Het versterkte broeikaseffect

Slide 17 - Tekstslide

(Versterkte) Broeikaseffect
Het broeikaseffect is er altijd al geweest op aarde, zonder het broeikaseffect kunnen we niet leven.

Het versterkte broeikaseffect zorgt er voor dat de laag gassen rond de aarde dikker wordt en dat het klimaat gaat veranderen. Dit is veroorzaakt door de mens sinds de industriële revolutie.

Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen versterkte broeikaseffect
  1. IJstijden in het verleden
  2. Opwarming in de 21e eeuw
  3. Zeespiegelstijging
  4. Opschuiven klimaatzones
  5. Opschuiven vegetatiezones
  6. Meer weersextremen
  7. Toename aantal hittegolven
  8. Verstoren van ecosystemen

Slide 19 - Tekstslide

Waardoor warmt de aarde nu extra op?
A
Broeikaseffect
B
Versterkt broeikaseffect
C
Global warming
D
Fake news

Slide 20 - Quizvraag

Welk gas is de belangrijkste oorzaak van het versterkte broeikaseffect?
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide (Co2)
D
Waterdamp

Slide 21 - Quizvraag

Waardoor stijgt de zeespiegel?
A
Doordat het meer gaat regenen
B
Doordat koud water uitzet
C
Door het smelten van ijskappen
D
Doordat we meer water in zee lozen

Slide 22 - Quizvraag

Hoe werkt het broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 23 - Sleepvraag

De dunne laag om de aarde heen heet ...
A
Het zwaartekrachtsveld
B
De atmosfeer
C
Het heelal
D
De troposfeer

Slide 24 - Quizvraag

Waar of Niet waar: Het broeikaseffect is alleen maar slecht voor de planeet
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 25 - Quizvraag

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
Broeikaseffect wordt veroorzaakt door CFK's.
B
Broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet.
C
Versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofmonoxide.
D
Verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect.

Slide 26 - Quizvraag

Leg het verschil uit tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect.

Slide 27 - Open vraag

Het broeikaseffect
Broeikaseffect:
Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:
Fossiele brandstoffen verbranden -> Toename koolstofdioxide in de dampkring
Er blijft meer warmte hangen op aarde. 


Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen Check
  • Je kunt een voorbeeld noemen van een broeikasgas
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen het natuurlijk broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect
  • Je kunt een oorzaak van het versterkte broeikaseffect noemen
  • Je kunt een gevolg van het versterkte broeikaseffect noemen

Slide 29 - Tekstslide