8.2 Koolstofkringloop

8.2 koolstofkringloop
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.2 koolstofkringloop

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop kun je:
  • de rol uitleggen van producenten, consumenten en reducenten in de koolstofkringloop 
  • stoffen met het element koolstof noemen die een rol spelen bij de koolstofkringloop 
  • rol van fossiele brandstoffen bij het versterkt broeikaseffect noemen
  • voorbeelden van broeikasgassen noemen
  • maatregelen noemen die het versterkt broeikaseffect tegengaan


Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
Na afloop kun je de volgende begrippen omschrijven
  • dissimilatie
  • anorganische en organische stoffen
  • fossiele brandstof
  • broeikasgas

Slide 3 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof ==> dus de C




Slide 4 - Tekstslide

De koolstofkringloop gaat over het doorgeven van het element koolstof (C)

Koolstof zit onder andere in koolstofdioxide (CO2) en glucose (C6H12O6)

Slide 5 - Tekstslide

Even herhalen
Producent, consument of reducent?

Beantwoord de volgende dia's

Slide 6 - Tekstslide

Een rups is een
A
producent
B
consument
C
reducent

Slide 7 - Quizvraag

De boom maakt door fotosynthese
A
anorganische stoffen
B
uitsluitend organische stoffen
C
zowel organische als anorganische stoffen

Slide 8 - Quizvraag

Geef voorbeelden van organische stoffen met een C als element
(organische stoffen bevatten C en H)

Slide 9 - Open vraag

In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop hebben verbranding=dissimilatie?
A
planten
B
dieren
C
dieren en schimmels
D
zowel planten, dieren als schimmels

Slide 10 - Quizvraag

Koolstofkringloop

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de kleinst mogelijke koolstofkringloop?

Slide 12 - Open vraag

koolstofkringloop

Slide 13 - Tekstslide

Welke rol spelen de reducenten in de koolstofkringloop?

Slide 14 - Open vraag

Opdracht
Lees 8.2, bestudeer de bronnen 4 en 5 en maak vraag 
(1, 2) 3 en 4

Slide 15 - Tekstslide

koolstofkringloop

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Vergelijk de  vorige overzichtsdia met BINAS 93F
Probeer alle pijlen terug te vinden: Volg ze goed.


Slide 17 - Tekstslide

Welke kleuren hebben de producenten, consumenten en reducenten in Binas?

Slide 18 - Open vraag

Beschrijf de kortst mogelijke route + namen van processen en stoffen van een koolstofkringloop met een boom en rups

Slide 19 - Open vraag

natuurlijk en versterkt broeikaseffect

Natuurlijk broeikaseffect

-Op temperatuur houden van de aarde door weerkaatsing in de atmosfeer

-broeikasgassen: waterdamp en koolstofdioxide



Versterkt broeikaseffect

1. Toename broeikasgassen
- koolstofdioxide
- methaan (veelteelt, moerassen)
- waterdamp

2. Stijging temperatuur : 1, 7 in NL


Slide 20 - Tekstslide

Het versterkt broeikaseffect verandert het klimaat

Slide 21 - Tekstslide

Juist/Onjuist
Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door ... (meerdere antwoorden mogelijk)
A
CO2
B
C6H12O6
C
N2
D
CH4

Slide 22 - Quizvraag

Een beetje scheikunde
In water reageert CO2:
CO2 + H2O wordt HCO3- en H+

H+ zorgt voor verzuring van het water
HCO3- kan reageren met calcium en vormt kalk (harde schelpen bijvoorbeeld) 

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 
Zoek in BInas 93F de vorming van kalk (CaCO3) op.

Maak van Nectar 8.2 opdrachten 7 t/m 11



Slide 24 - Tekstslide

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
B
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofdioxide
C
het broeikaseffect bestaat helemaal niet
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 25 - Quizvraag

Welke vraag wil je nog stellen?

Slide 26 - Open vraag