Gedragsverandering- en vaardigheidstraining

Gedragsverandering- en vaardigheidstraining
Praktijkboek Gedragstherapie. Hs. 5 (blz 219 t/m 255) + Hs. 6.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
CGTHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gedragsverandering- en vaardigheidstraining
Praktijkboek Gedragstherapie. Hs. 5 (blz 219 t/m 255) + Hs. 6.

Slide 1 - Tekstslide

STELLING 1 || Wanneer ik disfunctioneel gedrag signaleer bij een patiënt weet ik wat er nodig is om dit gedrag te veranderen.
(0 = helemaal mee oneens, 100 = helemaal mee eens)
0100

Slide 2 - Poll

STELLING 2 || Het is zinloos om te investeren in iemand die niet wil veranderen.
(0 = helemaal mee oneens, 100 = helemaal mee eens)
0100

Slide 3 - Poll

STELLING 3 || Iemand met een Ernstige Psychiatrische Aandoening (EPA), bijvoorbeeld schizofrenie, kan zijn/haar gedrag niet veranderen.
(0 = helemaal mee oneens, 100 = helemaal mee eens)
0100

Slide 4 - Poll

Gedragsverandering: 4 technieken
  1. Zelfcontroleprocedure
  2. Dilemmacounseling
  3. Sociale vaardigheidstraining
  4. Relaxatietraining

Slide 5 - Tekstslide

VRAAG || Welke techniek heb jij onlangs toegepast in je werk? Of welke wil je wellicht binnenkort toepassen?
A
Zelfcontroleprocedure
B
Dilemmacounselling
C
Sociale vaardigheidstraining
D
Relaxatietraining

Slide 6 - Quizvraag

Sociale vaardigheidstraining
  • Meestal in groepsverband (6-12 deelnemers)
  • 5 - 12 wekelijkse zittingen van 2 uur
  • Rollenspellen in groepssessies
  • Huiswerkopdrachten
  • Doel: leren toepassen van ander gedrag en veranderen van storende cognities
  • Is aan te passen op doelgroep (bijv. kinderen, LVB etc)

Slide 7 - Tekstslide

Relaxatietraining
  • Progressieve spierrelaxatie
  • Soms met geleide fantasie
  • Autogene training (Schultz)

Slide 8 - Tekstslide

Onveilig gevoel
Persoon praat met luide stem
Fysieke agressie
Alcohollucht
'ik ben machteloos'
Angst

Slide 9 - Sleepvraag

Veranderen van emotionele reacties

Slide 10 - Tekstslide

Contraconditionering & COMET
  • Een concept heeft verschillende betekenissen, zowel positieve als negatieve. Er is sprake van een associatief netwerk.
  • Bij disfunctionele gevoelens is er sprake van disfunctionele betekenissen en disfunctionele emotionele reacties. Deze geheugenrepresentatie is dan het sterkst aanwezig t.o.v. andere geheugenrepresentaties.
  • Er is maar één geheugenrepresentatie tegelijk actief. 
  • Op dit principe is COMET gebaseerd.

Slide 11 - Tekstslide

VRAAG || Waar staat COMET voor?
A
Cognitive Memory Therapy
B
Complete Memory Training
C
Competitive Memory Training
D
Cognitive Moments Training

Slide 12 - Quizvraag

COMET: Competitive Memory Training
  • Verschillende geheugenrepresentaties strijden om voorrang
  • Wordt vooral gebruikt om geactiveerd disfunctioneel zelfbeeld te wijzigen
  • Doel is het sterker maken van een functionele (onverenigbaar met de disfunctionele) geheugenrepresentatie; de sterkste associatie wint
  • Uiteindelijk wordt de CS gekoppeld aan een nieuwe geheugenrepresentatie.

Slide 13 - Tekstslide

COMET: Competitive Memory Training
Twee manieren:
  1. Contraconditionering van de CS
  2. Contraconditionering van de UCS/UCR-representatie

Slide 14 - Tekstslide

Contraconditionering & COMET: toepassing
  • Verandering van stimulusaspecten
  • Verandering van betekenisaspecten
  • Verandering van responsaspecten
  • Verandering van negatief zelfbeeld (COMET)

Slide 15 - Tekstslide

Gestructureerde schrijfopdracht
  • Herevaluatie van de UCS/UCR-representatie
  • Verwerking d.m.v. uitdoving en cognitieve herstructurering
  • Relatieve contra-indicaties:
    - niet kunnen/willen schrijven
    - depressie op voorgrond
    - patiënt kan of wil zich geen gebeurtenissen uit verleden herinneren (soms sprake van dissociatie)
    - invloed van het verleden wordt overschat of juist gebagatelliseerd

Slide 16 - Tekstslide

Gestructureerde schrijfopdracht
  • Bepalen waarover de patiënt precies gaat schrijven
  • Minimaal 3 keer per week 45 minuten
  • Schrijven aan de persoon die patiënt schade heeft toegebracht      of
  • Opstel schrijven over de schokkende gebeurtenissen
  • Ongecensureerde vorm
  • Gedetailleerd schrijven over gevoelens
  • Vervolgens cognitieve herstructurering
  • Uiteindelijk schrijven van 'waardige brief'

Slide 17 - Tekstslide

VRAAG || Noem een situatie waarin je het je patiënt zou aanraden om de 'waardige brief' daadwerkelijk te versturen.

Slide 18 - Open vraag

VRAAG || Noem een situatie waarin je het je patiënt zou afraden om de 'waardige brief' daadwerkelijk te versturen.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide