5.3 5.4 verbranden energiebronnen

5.3 5.4 verbranden energiebronnen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeBasisschoolMiddelbare schoolPraktijkonderwijsMBOvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.3 5.4 verbranden energiebronnen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3 branden en blussen

  1. Je leert wat een branddriehoek is
  2. Je leert hoe branden het beste geblust kunnen worden
  3. Je leert hoe branden voorkomen kunnen worden
  4. Je leert het begrip reactie-schema

Slide 2 - Tekstslide

branddriehoek
Hiernaast zie je de branddriehoek
Er is zuurstof, brandstof en een temperatuur hoger dan de ontbrandingstemperatuur nodig. 
Niet alle drie aanwezig dan geen brand

Slide 3 - Tekstslide

Branddriehoek
1.    Er moet een brandstof aanwezig zijn.
2.   De temperatuur van de brandstof moet hoger 
       zijn dan de ontbrandingstemperatuur.
3.   Er moet voldoende zuurstof aanwezig zijn. 

Brand moet voldoen aan deze drie 
voorwaarden.

Slide 4 - Tekstslide

De branddriehoek bestaat uit
A
brandstof en ontbrandingstemperatuur
B
zuurstof, brandstof en water
C
ontbrandingstemperatuur, water en zuurstof
D
brandstof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur

Slide 5 - Quizvraag

Wat hoort er NIET in de branddriehoek?
A
Ontstekingsenergie
B
Brandbare stof
C
Water
D
Zuurstof

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de branddriehoek?
A
Een warmtebron
B
Een brandstof
C
Zuurstof
D
Ontbrandingstemperatuur

Slide 7 - Quizvraag

Verbrandingsgassen

Bij verbranding van aardgas ontstaat:

Water en koolstofdioxide

Slide 8 - Tekstslide

verbrandingsgassen

Slide 9 - Tekstslide


Bij volledige verbranding van aardgas ontstaan hete verbrandingsgassen.
Uit welke twee stoffen bestaan deze verbrandingsgassen vooral?

A
koolstofdioxide
B
koolmono-oxide
C
waterdamp
D
zuurstof

Slide 10 - Quizvraag

Bij volledige verbranding van aardgas ontstaan hete verbrandingsgassen.
Uit welke twee stoffen bestaan deze verbrandingsgassen vooral?
A
Koolstofmonoxide en roet
B
koolstofdioxide en roet
C
koolstof monoxide en waterdamp
D
koolstofdioxide en waterdamp

Slide 11 - Quizvraag

Warmte en milieu
Wat heb je nodig voor een verbranding?
  • Brandstof (hout, fossiele brandstoffen)
  • Zuurstof
  • Ontbrandingstemperatuur

Welke soorten verbrandingen zijn er?
Onvolledige verbranding
  • Te weinig zuurstof
  • Ontstaat roet + koolstofmonoxide

Volledige verbranding
  • Genoeg zuurstof
  • Ontstaat waterdamp + koolstofdioxide



Slide 12 - Tekstslide

2B - 5.3 Verbranden  
Milieu
In verbrandingsgassen zit koolstofdioxide. Dat gas is niet giftig. Toch is dit gas niet goed voor het milieu. Omdat er veel koolstofdioxide in de lucht komt, verandert het klimaat. Het wordt langzaam warmer op aarde. Daardoor smelt het ijs op de Noordpool en op de Zuidpool elk jaar een beetje meer.

Bij verbranding krijg je ook andere stoffen die slecht zijn voor het milieu, zoals roet, zwavel en stikstof. Daardoor ontstaat luchtvervuiling. Door luchtvervuiling met zwavel en stikstof valt er zure regen. Dat is slecht voor bomen en andere planten.

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen voor het milieu
  • Bij het verbranden van fossiele brandstoffen komen rookgassen vrij.
  • Zwavelgas / stikstofgas / koolstofdioxide zijn schadelijke gassen.
  • Zwavelgas en stikstofgas zure regen.
  • Koolstofdioxideversterkt broeikaseffect.
  • Oplossing: duurzame energiebronnen.

Slide 14 - Tekstslide

Bij de verbranding komen gassen vrij. Eén van die gassen is koolstofdioxide. Wat is een milieu-effect van CO2?
A
het is giftig
B
versterking van het broeikaseffect
C
opwarming van de aarde
D
zuurstof wordt omgezet in koolmono-oxide

Slide 15 - Quizvraag

CO2 houdt de warmte van de zon rond de aarde vast. Het klimaat verandert als er teveel CO2 in de lucht komt. Wat is niet waar?
A
Er kunnen extreme droogtes komen.
B
Het wordt steeds langer licht op aarde.
C
Er kunnen overstromingen komen.

Slide 16 - Quizvraag

Koolstofdioxide houdt de warmte van de aarde vast.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

brand blussen

Slide 18 - Tekstslide

5.2 Een brand blussen
Brand blussen = Wegnemen van 1 van de voorwaarden

Slide 19 - Tekstslide

Brand blussen

Slide 20 - Tekstslide

Hoe kun je een brand blussen?
A
Temperatuur weghalen
B
brandstof weghalen
C
zuurstof weghalen

Slide 21 - Quizvraag

Mag je elke brand blussen met water?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Brand blussen met water
Welke voorwaarde van verbranding haal je weg?
A
Brandstof
B
Ontbrandings-temperatuur
C
Zuurstof

Slide 23 - Quizvraag

De brandweer gebruikt schuim om een brand te blussen. Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer dan weg?
A
Brandstof
B
Ontbrandings-temperatuur
C
Zuurstof

Slide 24 - Quizvraag

Brand blussen met deksel op pan. Welke voorwaarde van verbranding haal je weg?
A
Brandstof
B
Ontbrandings-temperatuur
C
Zuurstof

Slide 25 - Quizvraag

Een blusdeken gebruiken
op een persoon
A
Temperatuur weghalen
B
brandstof weghalen
C
zuurstof weghalen

Slide 26 - Quizvraag

Energiebronnen
Er zijn verschillende energiebronnen, waaronder:
- chemische energie (verbranding)
- Fossiele brandstoffen
- Kern energie
- Zonne energie
- Wind energie
- Water energie

Slide 27 - Tekstslide

Chemische energie
Een brandstof verbruikt chemische energie en levert warmte.

Slide 28 - Tekstslide

Verbrandingsreactie

brandstof + zuurstof + temperatuur              energie + CO2 + water

Slide 29 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij de volgende beschrijving: Brandstoffen gemaakt uit hernieuwbare grondstoffen
A
Duurzame brandstoffen
B
bio-ethanol
C
groengas
D
biodiesel

Slide 30 - Quizvraag

Wat voor brandstoffen zijn aardgas, aardolie en steenkool?
A
Schone brandstoffen
B
Duurzame brandstoffen
C
Fossiele brandstoffen
D
Geen van allen

Slide 31 - Quizvraag

Steenkool is een voorbeeld van een.....
A
duurzame brandstof
B
fossiele brandstof
C
groene energiebron

Slide 32 - Quizvraag

Reactie schema
Een reactie schema is een verkorte weergave van een reactie.

bij een reactie schema doen we dit in woorden.

Slide 33 - Tekstslide

Reactieschema aardgas

methaan + zuurstof                           koolstofdioxide + water


Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van aardgas.

Slide 34 - Tekstslide

Reactieschema
  • Let op; je krijgt vuur (vorm van licht en warmte)
  • Vuur is geen stof, deze staat niet in het schema 

Aardgas + zuurstof --> koolstofdioxide + water 

Slide 35 - Tekstslide

Geef de reactie schema van de verbranding van aardgas
timer
0:30
A
Aardgas + Zuurstof ---> Koolstofmonoxide en water
B
Aardgas + Zuurstof ---> Koolstofdioxide en water
C
Aardgas ---> Koolstof en water
D
Aardgas ---> verkleuring koperoxide en kalkwater

Slide 36 - Quizvraag

Wat is het correcte reactieschema voor het verbranden van hout. Hierbij ontstaan as en rook.
A
hout --> as en rook
B
hout --> as + rook
C
hout + zuurstof --> as + rook
D
hout + zuurstof = as + rook

Slide 37 - Quizvraag