Laatste periode

Leesraadsels
Op naar volgend jaar!
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
quizBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leesraadsels
Op naar volgend jaar!

Slide 1 - Tekstslide


In twee klassen zitten kinderen van groep 7 en 8.
Sommige kinderen gaan volgend jaar naar het Hengeveld college.

Wat is juist?
A
Iedereen gaat naar het Hengeveld college.
B
Sommige leerlingen uit twee klassen gaan naar het Hengeveld college.
C
Twee klassen gaan naar het Hengeveld college.
D
Het Hengeveld college komt op twee klassen.

Slide 2 - Quizvraag


Er gaan meer jongens dan meisjes naar het Hengeveld college.
Er gaan ook kinderen naar een andere school.

Wat is juist?
A
Iedereen gaat naar het Hengeveld college.
B
Er gaan meer meisjes naar het Hengeveld college dan jongens.
C
Er gaan geen kinderen naar een andere school.
D
Er zijn jongens en meisjes die naar het Hengeveld college gaan.

Slide 3 - Quizvraag


Er zijn ook kinderen die naar de Sleedoornstraat gaan.
Dat zijn jongens en meisjes.

Wat is juist?
A
Er gaan jongens en meisjes naar de Sleedoornstraat.
B
Er gaan alleen jongens naar de Sleedoornstraat.
C
Er gaan alleen meisjes naar de Sleedoornstraat.
D
Er gaan geen kinderen naar de Sleedoornstraat.

Slide 4 - Quizvraag


De Sleedoornstraat is 5 minuten wandelen vanaf de Violierenstraat.
Sommige leerlingen komen met de taxi naar de Sleedoornstraat.

Wat is juist?
A
Er komen ook leerlingen niet met de taxi naar de Sleedoornstraat
B
Alle leerlingen komen met de taxi
C
De Sleedoornstraat is 5 minuten met de taxi
D
De taxi gaat op de fiets naar de Sleedoornstraat

Slide 5 - Quizvraag


Op het VSO ga je stage lopen.
De leerlingen gaan daar steeds meer dagen stage lopen.

Wat is juist?
A
Je gaat steeds minder stage lopen op het VSO.
B
De juffen gaan steeds meer stage lopen op het VSO.
C
Op het VSO ga je steeds meer stage lopen.
D
Het VSO gaat stage lopen bij de juffen.

Slide 6 - Quizvraag


De komende weken oefenen twee klassen voor een eindfilm.
Aan de eindfilm doen 4 klassen mee.

Wat is juist?
A
Er doen twee klassen mee aan de eindfilm.
B
Er doen 4 klassen mee aan de eindfilm maar niemand oefent.
C
Er doen 4 klassen mee aan de eindfilm en twee klassen oefenen
D
Het komende jaar oefenen de twee klassen voor de eindfilm

Slide 7 - Quizvraag

Je bent klaar!
Goed gedaan! 

Slide 8 - Tekstslide