H7D1 - KBL

Wat is een biotoop?
A
een groep organismen die concurrenten zijn van elkaar.
B
een leefgebied van een organisme waarin de leefomstandigheden precies goed zijn.
C
alle omstandigheden uit de levende natuur waarmee organismen te maken hebben.
D
alle omstandigheden uit de niet levende natuur waarmee organismen te maken hebben.
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is een biotoop?
A
een groep organismen die concurrenten zijn van elkaar.
B
een leefgebied van een organisme waarin de leefomstandigheden precies goed zijn.
C
alle omstandigheden uit de levende natuur waarmee organismen te maken hebben.
D
alle omstandigheden uit de niet levende natuur waarmee organismen te maken hebben.

Slide 1 - Quizvraag

Welke faseovergang vindt plaats
als het gaat hagelen?
A
verdampen
B
condenseren
C
stollen
D
rijpen

Slide 2 - Quizvraag

Biotopen ontstaan alleen door abiotische invloeden.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is ‘determineren’?
A
uitzoeken hoe een bepaald organisme overleeft
B
uitzoeken welke dingen het leven van organismen beïnvloeden
C
uitzoeken welke organismen in een bepaalde leefomgeving wonen
D
uitzoeken hoe een bepaald organisme heet

Slide 4 - Quizvraag

Parasieten bij dieren zijn van ...
A
biotische invloed
B
abiotische invloed

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet water in sloten?
A
regenwater
B
grondwater
C
oppervlaktewater
D
zeewater

Slide 6 - Quizvraag

Waarvoor gebruikt
een dier eiwitten?
A
voor groei
B
voor kracht
C
voor weerstand
D
voor energie

Slide 7 - Quizvraag

De toestand waarin
een stof voorkomt heet
A
fase
B
vaste fase
C
vloeibare fase
D
gasvormige fase

Slide 8 - Quizvraag

Welke drie biotische
invloeden zijn er op een vos.
A
grond, lucht en weersomstandigheden
B
zon, bomen en soortgenoten
C
mens, insecten en muizen
D
grond, soortgenoten en mens

Slide 9 - Quizvraag

Welke faseovergang vindt plaats
als het gaat regenen?
A
verdampen
B
condenseren
C
stollen
D
rijpen

Slide 10 - Quizvraag

Welke faseovergang vindt op een warme zomerdag plaats
als je ijsje gaat dampen ?
A
verdampen
B
condenseren
C
vervluchtigen
D
rijpen

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet
faseovergang 6?
A
vervluchtigen
B
stollen
C
rijpen
D
condenseren

Slide 12 - Quizvraag

Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en zeewater
B
grondwater en zeewater
C
grondwater en zout oppervlaktewater
D
grondwater en zoet oppervlaktewater

Slide 13 - Quizvraag

Welke missende stof hieronder
in de rij heeft een plant nodig?
CO2 + .....?..... + Zonlicht
A
Glucose
B
Zuurstof
C
Water
D
Koolstofdioxide

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet
faseovergang 3?
A
vervluchtigen
B
stollen
C
rijpen
D
condenseren

Slide 15 - Quizvraag

Met welke onderdelen maakt een plant zijn eigen voedingsstoffen?
A
vaatbundels
B
huidmondjes
C
wortelharen
D
bladgroenkorrels

Slide 16 - Quizvraag

Waarvoor gebruikt
een plant eiwitten?
A
voor groei
B
voor kracht
C
voor weerstand
D
voor energie

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet het proces waarbij een plant zijn eigen voedingsstoffen maakt?
A
fotoscopie
B
fotochemie
C
fotosynthese
D
fotochromie

Slide 18 - Quizvraag

Als ijs smelt,
gaat ijs over in de
A
fase
B
vaste fase
C
vloeibare fase
D
gasvormige fase

Slide 19 - Quizvraag

In welke fase bevindt water bij een vliegtuigstrepen op 10 km hoogte?
A
vaste fase
B
gasvormige fase
C
stollen
D
vervluchtigen

Slide 20 - Quizvraag