week 11: H5 woordenschat 1e les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt:
  • Je laptop
stopwatch
00:00
Doel: 10 keer achter elkaar 1 minuut
8 maart 1:20
10 maart 0:59
11 maart 1:00
15 maart 0:56
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt:
  • Je laptop
stopwatch
00:00
Doel: 10 keer achter elkaar 1 minuut
8 maart 1:20
10 maart 0:59
11 maart 1:00
15 maart 0:56

Slide 1 - Tekstslide

Meneer Oosterkamp
Voorstellen

Slide 2 - Tekstslide

  • H4 lezen: inleiding, middenstuk en slot
  • H6 lezen: tekst en afbeeldingen
  • Herhalen/oefenen voor de toets
Vorige lessen

Slide 3 - Tekstslide





Woordenschat H4





Woordenschat H5
















Na de lessen deze week...
  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.
  • ken je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf.

  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een bekend woorddeel.


Doel

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.

Doel

Slide 5 - Tekstslide

  1. Een synoniem zoeken
  2. Een betekenis (omschrijving) zoeken
  3. Een voorbeeld zoeken
Woordenschat: wat doe je als je een woord niet kent of begrijpt?

Slide 6 - Tekstslide




  • = woorden die elkaars tegenstellingen zijn 
  • Bijvoorbeeld: boven <> onder


  • Waarom is dat handig? 
  • Als je een tekst leest en een woord niet kent, dan kun je de betekenis van dat woord soms vinden door de tegenstelling.



  • De Playstation 5 is prijzig, maar in de aanbieding is hij hopelijk goedkoop.

  • Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat vaak snel voorbij. 

  • Ik wilde de foto op m'n telefoon vergroten. Ik drukte echter per ongeluk op verkleinen.

  • maar, echter, toch, daarentegen vertellen je dat er een tegenstelling wordt genoemd (mavo: signaalwoorden)
Tegenstellingen

Slide 7 - Tekstslide

Aan welk woord zie je dat er een tegenstelling in de zin staat?
Er
een verkeerslicht
maar
staat
wil 
de buurt
op de gevaarlijke kruising,
tijdelijk
er
permanent
een
op die plek.

Slide 8 - Sleepvraag

Welk woord is de tegenstelling van tijdelijk? 
Er
een verkeerslicht
maar
staat
wil 
de buurt
op de gevaarlijke kruising,
tijdelijk
er
permanent
een
op die plek.

Slide 9 - Sleepvraag

Aan welk woord zie je dat er een tegenstelling in de zin staat?
De meisjestweeling
Hun
is
kleedt zich
erg 
daarentegen
karakter
identiek.
verschillend.

Slide 10 - Sleepvraag

Welk woord is de tegenstelling van identiek?
De meisjestweeling
Hun
is
kleedt zich
erg 
daarentegen
karakter
identiek.
verschillend.

Slide 11 - Sleepvraag

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.

Doel

Slide 12 - Tekstslide




Wat?
  • H5, woordenschat: opdr. 1 t/m 4
  • Startopdracht hoeft niet
  • Mavo: lees de theorie nog een keer

Hoe?
  • Online
  • Naam netwerk: DNC-P
  • Wachtwoord: industrieweg34!
  • Werkt internet niet? Werk dan uit je boek + schrift.

 

Klaar? Werk verder aan de weektaak:
  • H4, woordenschat: de rest van de opdrachten
  • H4, woordenschat: woordenlijst leren (staat in SOM/Teams)


Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Begin even ergens anders.
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide





Woordenschat H4





Woordenschat H5
















Na de lessen deze week...
  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.
  • ken je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf.

  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een bekend woorddeel.


Doel

Slide 14 - Tekstslide

Je kent de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf (H4, woordenschat).
Doel

Slide 15 - Tekstslide

  • Woordenlijst kader H4
  • Woordenlijst mavo H4

  • Quizlet kader H4
  • Quizlet mavo H4

  • In SOM en Teams

  • Oefen deze week in de les en thuis
Woordenlijsten

Slide 16 - Tekstslide

Je kent de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf (H4, woordenschat).
Doel

Slide 17 - Tekstslide

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een bekend woorddeel.
Doel

Slide 18 - Tekstslide

  • je een woord dat is samengesteld uit twee woorden kunt bedenken.
  • je een woord met het voorvoegsel her- kunt bedenken.
  • je een woord met het voorvoegsel on- kunt bedenken.
  • je een woord met het achtervoegsel -vol kunt bedenken.
  • je een woord met het achtervoegsel -loos kunt bedenken.
Ga staan als...

Slide 19 - Tekstslide

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een bekend woorddeel.
Doel

Slide 20 - Tekstslide





Woordenschat H4





Woordenschat H5
















Na de lessen deze week...
  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.
  • ken je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf.

  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een bekend woorddeel.


Doel

Slide 21 - Tekstslide

Volgende lessen
Maandag: weektaak af
  • H4, woordenschat: alle opdrachten
  • H5, woordenschat: opdr. 1 t/m 4
  • H4, woordenschat: woordenlijst leren
  • Boek/schrift + laptop/oplader mee

  • In je boek gewerkt? Stuur voor de les begint foto's van je huiswerk.




Slide 22 - Tekstslide