3.7 Economische ontwikkeling

7.Economische ontwikkeling 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.Economische ontwikkeling 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kent het verschil tussen primaire, secundaire en tertiaire sector.
  • Je begrijpt de relatie tussen de verdeling van de beroepsbevolking en de ontwikkeling van een land.
  • Je kunt de ontwikkeling van de Nederlandse beroepsbevolking beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Beroepsbevolking 
Beroepsbevolking = de groep mensen in een land die betaald werk heeft of er naar zoekt (15 en 65 jaar). 
  1. Landbouw (akkerbouw, veeteelt en visserij) =  primaire sector 
  2. Industrie (producten maken uit grondstoffen) = secundaire sector 
  3. Diensten (iets doen voor een ander) = tertiaire sector 

Slide 3 - Tekstslide

Agrarisch = primaire sector
Industrieel = secundaire sector
Diensten = tertiaire en quartaire sector
De quartaire sector staat niet in je boek. Betekenis: niet-commerciële diensten 

Slide 4 - Tekstslide

dokter
fruitteler
pottenbakker

schaapsherder
sigarenmaker
telefonist
visser
wever

Slide 5 - Sleepvraag

Beroepsbevolking in arme landen
Grootste deel bevolking werkt in de landbouw
  • Landbouwbedrijven zijn klein en zelfvoorzienend.
  • Er zijn ook grote commerciële bedrijven --> van rijke bedrijven in het buitenland, voor de export.
  • Informele sector.

Slide 6 - Tekstslide

Beroepsbevolking in opkomende landen
Grootste deel bevolking werkt in de industrie
  • Mensen die eerst in de landbouw werkten vinden nu een baan in de industrie.
  • De industrie is arbeidsintensief.
  • Informele sector verdwijnt steeds meer.

Slide 7 - Tekstslide

Beroepsbevolking in rijke landen
Grootste deel van de bevolking werkt in de diensten sector
  • De productie is kapitaalintensief. 
  • Hoe rijker het land, hoe groter de behoefte is aan diensten als onderwijs, gezondheidszorg en recreatie.

Slide 8 - Tekstslide

                Beroepsbevolking NL

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kapitaalintensief vs Arbeidsintensief
Kapitaalintensief
Arbeidsintensief
Kapitaalintensief bedrijf:
Een bedrijf waarin machines het grootste deel van de productie verzorgen.
Arbeidsintensief bedrijf:
Een bedrijf waarin mensen het grootste deel van de productie doen.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe produceert een timmerman?
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief

Slide 12 - Quizvraag

Een bedrijf met veel machines is:
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief

Slide 13 - Quizvraag

Een bedrijf met veel werknemers is:
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een kapitaalintensief beroep?
A
Conciërge
B
Kapper
C
Boer
D
Glazenwasser

Slide 15 - Quizvraag

Bij een kapitaalintensief bedrijf verzorgen machines het grootste deel van de productie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kunnen we aan de beroepsbevolking van een land de ontwikkeling herkennen?

Slide 17 - Open vraag

Wat ik deze les geleerd heb is ...

Slide 18 - Open vraag

Wat ik nog moeilijk vind is ...

Slide 19 - Open vraag